De avond valt en er is in de verste verte niemand te bespeuren. De bodem is bedekt met een dik sneeuwtapijt en door de wit beklede takken zoeken de laatste straaltjes winterzon hun weg naar de aarde. Er heerst opperste stilte, tot plots een man in beeld verschijnt en doelloos ronddwaalt. Op de achtergrond speelt Aerial Days van Songs Of Green Pheasant, de soundtrack bij dit poëtische tafereel.
De man blijft gewoon wandelen en om de een of andere reden kan je je ogen niet van hem afhouden. Nochtans is het niets speciaals: zomaar iemand die bij valavond nog een solitaire boswandeling maakt. Waarom blijf je er dan zo gefascineerd naar staren? Is het de manier waarop hij stapt, elke pas beredeneerd en toch zo spontaan? Ligt het aan zijn anonimiteit, zijn gezicht verscholen onder een oude deukhoed, of is het de eenzaamheid die het hem doet?
Er is geen rationele uitleg voor deze fascinatie en dat geldt evenzeer voor de appreciatie van Aerial Days. Duncan Sumpner is wat men ’een gewone mens’ noemt: een dertigjarige leraar uit Sheffield, en dat is misschien zijn grootste troef. Hij heeft geen grootheidswaanzin en probeert met zijn nummers niet de wereld te redden of filosofische discussies aan te gaan, integendeel, hij houdt het net zo simpel mogelijk. Onder de noemer Songs Of Green Pheasant brengt hij nummers uit die gaan over alledaagse dingen zoals het afscheid van een favoriete maar versleten jas of een artikel in de krant. De manier waarop hij zijn verhalen ten gehore brengt, toont ons evenwel de verborgen poëtische kant ervan. Sumpner leert ons met Aerial Days wederom de schoonheid en de vergeten kantjes van het alledaagse kennen.
Het meest bevreemdende nummer is zonder twijfel het wondermooie "Remembering And Forgetting", dat je door de uiterst zachte en bijna kerkelijke, harmonische zanglijn steeds meer naar de keel grijpt. Het aanzwellende geluid van het klavecimbel toont aan dat een volwaardige climax ook anders bereikt kan worden dan met snerende gitaren of overdadige zangpartijen. Op "Stars Form Birds" krijgt de percussie een belangrijkere positie binnen het geheel en dat is een leuke afwisseling tussen de anders vloeiende nummers. Ook de piano wordt ditmaal aangewend om een meer afgebroken geluid te creëren. Hoewel het tempo niet hoger ligt en de stem van Sumpner even glad klinkt, kan de eigenzinnige luisteraar er zelfs een beat in herkennen. Het nostalgische trompetgeschal in het instrumentale "Brody Jacket" vervangt dan weer op meesterlijke wijze een overbodige zanglijn die anders toch enkel afbreuk zou doen aan deze ingetogen afsluiter.
Zachtheid en evenwicht zijn zonder twijfel kernwoorden in Sumpners muziek, en dat manifesteert zich zowel op harmonisch als instrumentaal vlak. Lichte zangpartijen die enkel aanwezig zijn waar nodig, een afwisseling van gewone en ongewone instrumenten die allemaal hun plaats vinden in een wirwar van vloeiende lijnen en intense punten, en een algemeen gevoel van warmte dragen — nog meer dan op het debuut uit 2005 — bij tot de onmiskenbare charme van Songs Of Green Pheasant.