Vijftien Onzevaders en honderdvijftig Weesgegroetjes hebben we lijdzaam afgerammeld. We hebben Jezus’ verrijzenis uit de dood en de Maria-Tenhemelopneming bedacht met een karig gevulde avonddis. We zijn zelfs te biecht gegaan om alles in het werk te stellen om van Unentitled de klassieker te maken die voorganger Cipher (2008) is. Heeft het geholpen? Nee, niet echt, maar de ware gelovige stelt zo’n vragen niet. Die vertrouwt er op dat Slim Cessna’s Auto Club altijd wel zal deugen.
Onze ogen werden nogal geopend, toen we dit door hellehonden opgejaagde sextet vorig jaar een tent van het Roots & Roses-festival in lichterlaaie wist te zetten met zijn licht ontvlambare cocktail van gejodelde onheilsprofetieën, jachtige folkpunk en algehele godsdiensthysterie. Kopmannen, gebedsvoorgangers en vocalisten Slim Cessna en Jay Munly zijn een onwaarschijnlijk stel. Is Cessna de overenthousiaste bekeerling wiens blik net iets té intens is om hem spontaan een lift aan te bieden, dan is Munly de met baritonstem gezegende lijkschouwer, een morbide skeletachtige figuur wiens smeulende waakvlam al even onverminderd blijft branden. Het zijn fascinerende figuren die een onwerkelijke energie uitstralen.
Cipher was de plaat waarop alle stukjes in elkaar vielen: een conceptuele structuur, de uitzinnige kermis van daverende punk, country en gospel, en in de Southern gothic gewortelde religieuze intensiteit. Het is niet de werkmansmentaliteit van The Drive-By Truckers met zijn portretten van de ‘gewone man’, maar een uitvergrote, soms wel heel erg met het cartooneske flirtende versie van fire & brimstone-waanzin, waarbij slecht gedrag, zondebesef en boetedoening hand in hand gaan met old school– thematiek. Ergens tussen Wise Blood en 16 Horsepower, met een scheut Deadwood en Jerry Fallwell erover.
Bij eerste beluistering leek Unentitled netjes in het verlengde te liggen van Cipher, al werd daarna snel duidelijk dat hier niet hetzelfde niveau gehaald wordt. Cipher was immers een plaat van het maximalisme. Z’n merkwaardig claustrofobische sound onderstreepte de intensiteit, de afwisseling van onheilspellende wolken en vurige punk bleef de hele rit boeien en het duo Cessna/Munly bleef de ganse eucharistieviering het woord verspreiden met eenzelfde toewijding. Op Unentitled, dat wat conventioneler klinkt en dichter aanleunt bij hun ouder werk, gaat het er allemaal wat minder consistent en bezeten aan toe, verslapt de aandacht nu en dan al een keer, zoals bij een gemiddelde eucharistieviering.
De banjostart en jodelrefreinen van opener “Three Bloodhounds, Two Shepherds, One Fila Brasileiro” zijn vintage SCAC, net als de jachtige ritmes en het hardnekkig herhaalde gather ‘round in “The Unballad Ballad Of The New Folksinger”. Opnieuw valt ook op dat Cessna vaak klinkt als het ADHD-broertje van Les Claypool. Het is een kermend gejodel dat even uniek als enerverend kan zijn. Soms gaat het er ook opvallend lichtvoetig aan toe: “No Doubt About It” moet met z’n springerig ritme en gospelpoprefreinen zowat het meest aanstekelijke nummer zijn dat de band ooit opnam, al valt ook snel op dat het een eerder mager beestje is. Dan liever “My Black Scarf” (hoor Reverend Dwight Pentacost maar van leer trekken in z’n onvergelijkbare stijl) of de chugga-chugga van “Do You Know Thee Enemy”, dat live ongetwijfeld een hoogtepunt zal worden.
Die liveshows zijn dan ook evenementen waar de songs naar een hoger niveau getild kunnen worden. Het tweeluik “Hallelujah Anyway”/“United Brethren”, deels ontregeld kampvuurgeval en deels walsende hoempapa, wordt hier wat te lang gerokken, maar we twijfelen er niet aan dat het zo’n tent weer kan overrompelen. Unentitled mist een paar uitschieters om voor de volledige rit te boeien, maar een degelijke SCAC is nog altijd een schoner vooruitzicht dan pakweg een halve week doodspijnen uitstaan op de Werchterweide. Op naar het volgende meesterwerk, maar vergeet die concerten niet: ook u moet ooit het licht zien en u extatisch neergeworpen hebben voor deze verkondigers van Gods woord.
De band speelt vrijdag 5 mei in de VK (Brussel) en op zondag 8 mei in de Trix (Antwerpen).