We schreven al eens dat elk land, elke stad en elk dorp zijn barden nodig heeft. Dus ook Denemarken. En zie: soms zijn die barden zo goed dat ze de landsgrenzen oversteken. Enter Saybia, een Deense groep lieve jongens met gitaren. Neen, ze willen het woord Travis niet horen.
Big in Denmark, het moet ongeveer evenveel beteken als Big in Belgium. Saybia neemt het in elk geval ernstig: hun debuutalbum haalde nog geen zes maanden na de release al dubbel platina, een nooit geziene prestatie voor een rockgroep aldaar. De grote doorbraak dus, en ook in de rest van Europa gaat het lang niet slecht. In België staan ze al weken stevig verankerd in De Afrekening en in minder belangrijke landen als Duitsland spelen ze zelfs het voorprogramma van A-Ha. De jongens blijven er echter erg rustig onder. Ambitieus, maar niet arrogant — eerder met de schattige opwinding van scouts die voor de eerste keer op kamp zijn — zitten ze rond de microfoon. Gewoon: overtuigd van de kwaliteit van hun songs. En aan hun talent hoeft inderdaad niet getwijfeld te worden, The Second you sleep is een puik plaatje geworden.
"Ik weet niet of we echt aan het doorbreken zijn, yet", zegt zanger-gitarist Søren. "Maar het ziet er goed uit. Denemarken is een klein land en voor een platenfirma bereid is om het met jou in het buitenland te proberen, moet je al een graad van succes bereikt hebben. En daar zijn we in geslaagd. We verkochten 105.000 platen al, meer dan dubbel platina."
"Dat is heel wat voor een alternatieve band, ja. Maar we hebben eigenlijk geen idee waarom het uitgerekend ons is gelukt. Misschien een combinatie van verschillende dingen: er was al enkele jaren geen nieuwe Deense rockband meer op het voorplan getreden, dus er was ruimte voor, en dan begon ook de openbare omroep Deense rock-acts te steunen net toen we onze sixtrack-EP uitbrachten. Ze speelden "The Day after tomorrow" en hersenspoelden zo het Deense publiek."
Hoewel ze opereren vanuit Kopenhagen, groeiden de vijf op in een provincienest. Welke invloeden sijpelen tot daar door? Søren: "Al de muzikale golven kwamen er met twee jaar vertraging: toen we eightiesmuziek speelden, woedde de grunge, toen we grunge gingen was iedereen al mee met de Britpop….Pas toen we naar Kopenhagen verhuisden, vonden we uit welke muziek we wilden spelen."
Je hoort het niet in hun muziek, maar in de band schuilt blijkbaar een grote voorliefde voor de muziek uit de jaren tachtig. Zo coveren ze regelmatig "Ordinary World" van Duran Duran, en deze herfst trekken ze in het voorprogramma van A-Ha langs de Duitse stadions. Je moet dat relativeren, vinden ze: "Ordinary World" is gewoon een erg goeie song," vindt Søren. "Neen, we hebben geen zenuwen om A-Ha te ontmoeten. We gaan gewoon ons ding doen. Be cool. Stay cool. Het is hun show, wij zijn maar het voorprogramma. We gaan ons dus niet opdringen zolang zij geen contact met ons leggen. Het zál een ander publiek zijn, maar ik denk dat we ook hun publiek kunnen overtuigen want we hebben nogal een brede aantrekkingskracht. Ons publiek is erg verscheiden."
"De eightiesmuziek waar we ons eerst door lieten beïnvloeden in dat begin? Hard-rock. Heavy rock, bijna-glamrock. Neen, we begonnen niet met covers. We wilden dat wel, maar op de eerste repetitie schreven we al onze eerste song. Dat was gewoon leuker dan andere groepen te coveren. Welke invloeden? Een beschamend verleden met namen als Extreme, Mr. Big, Marillion,…"
Toen ze platina gingen, was het cadeautje dat de groep van hun platenfirma vroeg een vinylversie van hun debuut. Nochtans zijn ze te jong om ooit de vinylplaat echt gekend te hebben. Vanwaar die nostalgie? Søren: "It’s the real thing, isn’t it? Dat is een echte Plaat. We wilden dat echt, al was het niet gemakkelijk de platenfirma te overtuigen. Lang bleef het bij een belofte, maar we hebben hen overtuigd en da’s goed. Een droom werd waar." Jess (keyboards) valt in: "er hangt magie rond een vinylplaat. Je hebt dat niet met een cd."
De eerste reacties van kenners op de groep was niet onverdeeld positief. Travisclonen, Coldplay-epigonen,…: erg origineel werden ze niet bevonden. Toch voelt Søren zich niet verwant met de groepen die genoemd worden. "Die New Acoustic Movement is grotendeels iets Brits, daar hebben wij geen band mee. Al kan het zijn dat we min of meer onbewust beïnvloed zijn want we praten eigenlijk nooit over andere groepen als we musiceren. Misschien hangt het dus inderdaad gewoon in de lucht, dat ‘quit is the new loud’-ding."
Kritiek of niet, de fans zijn mee. Tot in de Verenigde Staten — waar de plaat niet is gereleased — kopen mensen The Second you sleep via het internet. "Die mensen leerden ons kennen via het web of via Deense vrienden die hen de plaat opstuurden. Ook enkele Amerikaanse uitwisselingsstudenten namen onze cd mee, de plas over. Heel leuk eigenlijk. In Japan is onze plaat ook al terecht gekomen."
Die internationale fanbase zorgt voorlopig voor een Babylonische spraakverwarring op het gastenboek van de Saybia-website: Deense fans schrijven er naar hartelust berichtjes in hun moedertaal, tot wanhoop van de (voornamelijk) Nederlandse bewonderaars. Het amuseert Søren wel: "Nu beginnen de Nederlandse fans ook al in het Nederlands te posten. Dat vinden de Deense fans waarschijnlijk erg vervelend. We gaan ze moeten leren in het Engels te schrijven. Binnenkort komt er een Engelse website."
"Waarom Nederland al enthousiast reageert? Ze waren de eersten in het buitenland die iets met ons wilden doen en brachten de plaat al in april uit. Als "The Second you sleep" als tweede single uitkomt, gaan ze samen met de rest van Europa ook aan de promotie ervan beginnen. Ja, het gaat dus goed, in overweging nemend dat we een klein Deens groepje zijn, maar geen miljoenencontract hebben. Nog niet, neen. (lacht) Het groeit, en dat is leuk."
Het gaat wel erg snel eigenlijk, sinds Denemarken is veroverd. Is het plotse succes niet moeilijk om mee om te gaan? Steken de ego’s de kop al op? "Erg verwarrend was het niet," zegt Søren: "We hebben vertrouwen in wat we doen. We kennen elkaar nu al zo lang dat als er een paar beginnen te zweven, de rest hen terug op de grond kunnen zetten. Schreeuwende en huilende meisjes hebben we al voor ons gehad op concerten, maar of dat goed is voor het ego? Het is vooral heel erg vervelend soms "Shut up. Ik probeer me hier te concentreren op dit podium," denk ik eigenlijk alleen maar. Maar het is een compliment natuurlijk, al zijn we niet geïnteresseerd in het hele tiener-idoolgedoe."
"Ik weet dat door "The Day after Tomorow" de indruk bestaat dat ik enkel over trieste liefdestoestanden zing, maar de helft gaat nog altijd over andere dingen, over dingen die ik of die wij als band hebben meegemaakt. Zo gaat "Joy" over de moeder van een ex-vriendin die alcoholicus was. Het gaat over de wereld die ik plots binnentrad door haar vriend te worden. En "In Spite of" gaat over het geloof in wat je doet. Blijven doen waar je mee bezig bent en steeds vooruit kijken. En dat hebben we gedaan."
Vind hij de wereld dan een trieste plaats? Søren raakt er even niet uit. "Neen. Ja. Misschien. Er zijn zoveel mooie dingen op deze wereld, maar ongeveer de helft van wat je ziet is zo misselijk. Maar dat wil ik niet in mijn muziek brengen, daarvoor ben ik niet filosofisch genoeg om daar al over te schrijven. Nog niet. Wat me nu bezighoudt, is wat rond mij gaande is. Ik kijk natuurlijk televisie, maar wat je daar ziet is niet altijd even gemakkelijk in een song te vatten als een ruzie met je lief of je beste vriend. Wat het dichtste komt, daar schrijf ik over."
"Maar ik ben inderdaad nogal dramatisch en emotioneel dus schrijf ik alleen over trieste dingen. En een droevig verhaal is altijd interessanter dan één over vreugde en schoonheid, vrees ik. Happy people have no stories, zo is het. Of eerder: beautiful people have no stories (lacht). Je kan geen nieuwsuitzending hebben die alleen maar goed nieuws brengt. Dat gebeurt niet."
"Eigenlijk is het heel basic: als je duizend jaar geleden rond een vuur zat en je vertelde elkaar verhalen, gingen die ook altijd over spoken en over hoe mensen stierven, gedood werden door een leeuw…Trieste verhalen omdat ze opwindend zijn, en emotioneel in tegenstelling tot "het was een zonnige dag en alles was aangenaam." Ooit schrijf ik misschien zo’n song, maar die gaan zo diep niet."
"Soms is het zelfs therapeutisch zoiets te schrijven. En voor een luisteraar gaat het inderdaad om de troost, de herkenning. Muziek is universeel en als ik een song schrijf over een ruzie met mijn meisje, dan kan iedereen zich daar in herkennen. "The Day after Tomorrow" gaat over iets niet durven vertellen tegen een meisje, of tegen je ouders,… Het is een universeel thema, jezelf niet durven te uiten tegenover de ander tot het te laat is."
Denken ze dat er een limiet op hun succes zit of zien ze zichzelf binnen een paar jaar uitverkochte stadia platspelen? Jess weet het niet. "Moeilijk te zeggen, maar we gaan er hard aan werken." Zouden ze dat dan willen, stadions bespelen? Drummer Palle ziet het toch niet té groots: "De grote stadions niet, maar de medium-stadions zien we wel zitten."
Ook Søren wacht af: "Het hangt er gewoon van af hoe ver onze muziek ons kan brengen. En ik denk dat onze songs sterk genoeg zijn om ons ver te brengen. Hoé ver is echter een andere vraag, dat kan je niet voorspellen. Ja, ik denk dat we met de Nickelbacks van deze wereld kunnen concurreren. We kunnen met de besten concurreren." "Natuurlijk", valt Jess hem bij: "We zijn Europanen, we spelen thuis."
En kunnen ze de Puddle Of Muds of Nickelbacks op Amerikaanse bodem aan. "Ja", zegt Søren. "We gaan het in elk geval proberen", mildert Jess. En nemen ze dan hun vuurwerk mee, zoals meer en meer bands? Søren ziet het onmiddellijk zitten. "Dat zou op een bepaald moment leuk zijn misschien. (Lacht). Boem. (zingt) ‘Well, I chrash * boem * in my mind * boem *". (algemene hilariteit).