Het new wave/industrial-duo Onmens tourt negen dagen lang door Oost-Europa en de Balkan met de Waalse noise-rockers van The K. Onmens-gitarist Kasper Van Esbroeck houdt voor ons een tourdagboek bij.
Aflevering 1: Konstanjek (Slovenië)
Na het eerste optreden in het Oostenrijkse plaatsje Kremsmünster vertrekken we vrijdag rond de middag vanuit Linz naar Slovenië. In Krško ontmoeten we onze nieuwe reisgezel voor de rest van de tour. Enej Mavsar werkte al met The K. tijdens eerdere tours. We worden warm ontvangen bij hem thuis met pasta en gehaktballen. Het is alsof we zuiver goud eten na al dat tankstationvoedsel.
Enej lijkt een gelijkgestemde ziel met een hoop verhalen. Dit is niet zijn eerste tour en hij wordt onze safarigids tijdens onze reis door de Balkan. Vanavond speelt hij met zijn band Suzi Soprano in Konstanjek en daarna zal hij nog een soloset spelen. Akd Pizdun is een hallucinante concertlocatie. Bovenop een berg in het afgelegen gebied is er een concertzaal in een hangar.
Van de twee lokale supportacts maakt Suzi Soprano het meeste indruk op mij. Ze spelen zwaar opgefokte rock. Enej en ook hun drummer, een lokale legende, zijn beiden duidelijk goede muzikanten. Maar vooral de band Ooral B zal eeuwig in mijn geheugen gebrand staan, dankzij hun drummer (zie video). U zal vlug zien waarom.
De set van Onmens zelf voelt vertrouwd aan. We hadden de set, zoals bij iedere show, drastisch veranderd in vergelijking met het optreden in Oostenrijk en de show heeft dan ook meer impact. Ook konden we een extra versterker van Enej lenen en daardoor nog luider spelen. Bert (Minnaert, frontman van Onmens, n.v.d.r) zet een versie neer van een van mijn favoriete nummers zoals hij nog nooit heeft gedaan.
Daarna wordt het voor mij allemaal een beetje wazig. Er moet niet meer gereden worden en onze tourfamilie gaat met z’n allen op chemisch verlof. Morgenochtend wordt hoogstwaarschijnlijk een pijnlijke ervaring, maar het is nu toch al te laat.
Aflevering 2: Belgrado (Servië)
Als ik mijn ogen open doe, lijkt het alsof er een rat met zijn familie en schoonfamilie is ingetrokken in mijn schedel. We liggen allemaal op aftandse matrassen in het zaaltje in Kostanjek waar we de avond voordien gespeeld hebben. Het is er koud en we nemen het even niet zo strikt met de wekker. Het inladen daarentegen ging nooit eerder zo snel en we vertrekken naar het huis van Enej waar we een ontbijt krijgen van zijn vrouw. Dankzij het ontbijt ben ik niet meer in kritieke toestand. Enej en zijn gezin hebben meteen een godenstatus bij ons.
De grens tussen Kroatië en Servië zou wel eens een lange wachttijd kunnen veroorzaken, dus we vertrekken zo snel mogelijk na het ontbijt. Enej gaat weer mee als chauffeur, tolk en vooral redder in nood. Uiteindelijk raken we dankzij de goede voorbereidingen van Sébastien (von Londau, frontman van The K.) en Enej in een klein uurtje over de gevreesde grens en rijden we Servië binnen. Onze GPS kan in Belgrado geen informatie geven, dus proberen we de venue te vinden met hulp van de lokale bevolking. De rijstijl in Belgrado is gebaseerd op overleven. We bedanken opnieuw Jezus, Allah en Jahweh dat Enej erbij is.
De venue is geen kraakpand zoals we verwacht hadden. Het is meer een commune van kunstenaarstypes en bohemiens. We worden zeer hartelijk ontvangen, en kunnen er sowieso lekker warm slapen en douchen. Enej zelf speelt vanavond een soloset. Hij is zichtbaar zenuwachtig, maar dat blijkt nergens voor nodig. Ik ben onder de indruk van zijn gitaarsound. Wij spelen met Onmens onze voorlopig beste show. De nieuwe aanpassingen aan de setlist pakken goed uit. “There was tension building the whole time”, zegt Enej achteraf. Ook The K heeft een goede avond. Zonder zich wat aan te trekken van de koele publieksreactie spelen ze strak. In het zaaltje zijn ze ook gezegend met een goed geluid.
Aflevering 3: Subotica (Servië)
Ik word de volgende ochtend wakker omdat er een hond bij me ligt, maar voel me wel goed uitgeslapen. We hebben vandaag de tijd om Belgrado te bezoeken aangezien we maar een goede twee uur te rijden hebben. Die ochtend voelt een beetje aan als vakantie.
Enej voert ons met de auto naar het centrum van Belgrado. We installeren ons in een plaatselijk restaurant en naar mijn weten heb ik nog nooit zo goedkoop zo veel vlees gegeten. Daarbovenop worden we nog getrakteerd op een ongevraagd zigeunerconcert langs onze tafel. Terug bij de slaapplaats krijgt Bert het nog even aan de stok met een psychopatische Serviër. We vertrekken daarna naar Subotica.
Daar krijgen we onze nieuwe slaapplaats toegewezen bij een ongewervelde versie van David Bowie die het gebit van een eend heeft. De club waar we die avond avond moeten spelen, is een stereotiepe rock- en metalbar, maar we bevinden ons wel in een uithoek van Servië. Als het tijd is om te beginnen, zijn welgeteld vier aanwezigen present. De meest enthousiaste toeschouwer voor Onmens is een beer van een skinhead.
Na de shows kijken we nog naar een erotische cultfilm van de jaren 70 uit Sebastiens collectie: te veel plot, te weinig boem-boem echter. Ik kijk er alvast niet naar uit om mij ’s ochtends te moeten wassen in een badkamer, die de naam niet waardig is.
Aflevering 4: Kruševac (Servië)
We worden wakker in Subotica in het huis van David Bowie, althans de uitgemergelde en tandloze junkieversie ervan. In de badkamer, of wat daarvoor moet doorgaan, vind ik een tuinslang waar koud water uitkomt. Dan maar niet douchen. We nemen vervolgens afscheid van onze ongewervelde vriend die, bij wijze van grapje, nog even zegt: “You not get raped where you are going, ok?” Grapjas.
We rijden door naar het centrum van Subotica waar we de Servische specialiteit burek eten. Dat is een blader- of filodeeggerecht gevuld met kaas, gehakt en groenten. Daarna vertrekken we naar Kruševac, een klein stadje in het zuiden van Servië. Het ziet eruit als de set van La Haine. Overal zijn er bouwvallige woonblokken en de dresscode is trainingspak. Tussen de woningblokken vinden we dan de venue waar we zullen spelen.
De organisator zegt dat we tevreden moeten zijn als er tien mensen komen opdagen. Om de pijn te verzachten, besluiten we om de lokale drank te proberen aan ongeveer een halve euro per shot. Uiteindelijk blijkt het publiek dan toch nog groter dan verwacht. Er staan zo’n 30 enthousiaste mensen in de zaal.
Mensen in Servië moeten overleven op gemiddeld 200 euro per maand, dus bakken geld verdienen met de verkoop van merch zal er niet inzitten. Na de show vraagt een meisje mij of ze een cd mag hebben in ruil voor een mooie steen die ze gevonden had. Natuurlijk mag ze dat!
Aflevering 5: Skopje (Macedonië)
Als ik in Kruševac uit mijn geïmproviseerde bed kruip, vind ik onze lokale gastheer al samen met onze Balkan-expert Enej aan de ontbijttafel. Samen genieten ze van wat bier. Ik denk even dat ze nooit zijn gaan slapen, maar niets is minder waar. Dit is deel van hun ontbijt.
Enej is klaar om te rijden en we vertrekken richting Macedonië. We raken vrij gemakkelijk over de grens en hebben tijd om even rond te wandelen door Skopje. We ontmoeten onze contactpersoon Amir. Hij en zijn broer maken deel uit van een organisatie die in Skopje undergroundoptredens organiseert.
De venue is een DIY-concertzaaltje met een idyllisch tuintje met een bar. Zeer gezellig allemaal. We hebben vanavond echter concurrentie in Skopje, want ook The Soft Moon speelt in de stad. Volgens Amir is het een goed idee niet te laat te spelen. Volgens hem moeten de bezoekers eerst naar een tentoonstelling, dan komen ze naar de optredens van The K., Onmens en Enej en sluiten ze daarna hun avond af met The Soft Moon.
De bezoekers die avond zijn voornamelijk jonge mensen, maar wat opvalt, is dat er veel niet-Macedoniërs zijn. Wij mogen de avond afsluiten. Al vanaf het begin is het publiek zeer responsief en krammen ze zich samen in het kleine zaaltje. We spelen onze beste set van de tour. We verkopen warempel ook wat cd’s.
Aflevering 6: Sarajevo (Bosnië)
We worden wakker in Podgorica in Montenegro, waar we de avond voordien optraden, bij een local met Duitse roots. Ik herinner mij nog vaag dat hij de avond voordien heeft verteld over zijn carrière als skater, zijn banden met een Montenegriaanse hooliganclub en zijn verleden als drugsverslaafde. Het grote huis is, zoals je dat van een Duitser zou verwachten, tiptop opgeruimd. Jammer genoeg heeft de hooligan/skater/ex-junkie zijn rekeningen niet betaald en is zijn elektriciteit (en dus warm water) afgesloten.
We krijgen een hele hoop eten mee en vertrekken richting Bosnië. Gisteren was een zeer vermoeiende dag met veel problemen aan de grens met Kosovo. We kwamen 5 uur te laat aan in Montenegro om een kort showtje te spelen in een sportcafé. Toen wij speelden stond de tv boven ons hoofd nog op een kookprogramma. Dus we kijken uit naar Sarajevo.
Ondertussen zijn Enej en Sebastien meesters geworden in het spelletje aan de grensposten en na een klein uurtje rijden we Bosnië binnen. In landelijk Bosnië zien we alleen maar 60-plussers en schapen. Het geeft een post-apocalyptische indruk. Sarajevo daarentegen is een ander verhaal. De stad is gigantisch en overal zie je kogelgaten. We komen aan bij de venue en maken kennis met onze lokale organisatrice Nina. De venue is een oude pornobioscoop waar nu naast een bar ook underground culturele evenementen doorgaan. Om binnen te raken, moeten we een belachelijk steile helling oprijden. Ons huurbusje kan het amper aan.
We installeren ons en The K. begint te soundchecken. Na twee nummers komt Nina aangelopen met de boodschap dat alles stiller moet van de eigenares. Dat wil je niet echt horen als je in zo’n grote zaal speelt zonder geluidsinstallatie. Na de soundcheck krijgen we te horen dat we voor iemand op de helling geparkeerd staan die net moet wegrijden. Ik ga met Geoffrey (Mornard, bassist van The K.) naar buiten om het busje te verplaatsen en dan loopt het helemaal mis. Wanneer we weer naar boven rijden, verliest het busje grip en glijdt weg tegen een muur. Beide zijruiten zijn gebroken. Downtown Sarajevo staat niet bekend om zijn veiligheid, dus verhuizen we alle waardevolle spullen naar binnen. Daarna improviseren we een houten afsluiting ter vervanging van de gebroken ruit.
Binnen is het zaaltje ondertussen al volgelopen en de bioscoopzitjes zitten vol met hippe, jonge, nogal gedrogeerde mensen. Als Enej z’n soloset speelt, blijft iedereen zitten. Bij The K. staan er al enkele mensen recht en het volume is nog redelijk. Wanneer wij spelen, staat ongeveer 40 procent van de zaal recht voor onze neus. Ondanks de allesbehalve optimale omstandigheden brengen we het er toch goed vanaf.
Aflevering 7: Ljubljana (Slovenië)
Gedaan met stinken! Na de last-minute show gisteren kunnen we slapen in een hostel. We zijn uitgeslapen en voelen ons fris wanneer Enej ons komt ophalen om te gaan eten bij hem thuis in Krsko. Zijn vrouw Spela heeft voor ons allemaal een feestmaal klaargemaakt. We eten enkele Sloveense specialiteiten.
Na het eten luisteren we bij Enej nog even naar Sloveense alternatieve studentenradio. Moesten we zoiets hebben in België, zou ik weer naar de radio luisteren. We nemen nadien afscheid van de prachtige familie van Enej en rijden zonder hem naar Ljubljana. Enej moet zijn collega’s van Suzi Soprano nog ophalen. Zij spelen vanavond samen met ons.
We rijden naar Metlcova, een dorpje binnen de agglomeratie van Ljubljana. Het is een volledig gekleurd eiland van enkele hectare. Er is een bar, een kunstgalerij en natuurlijk een concertzaal. Dat zaalje is er duidelijk eentje met Europese kenmerken. Er is een goede geluidsinstallatie, een echte backstage en je mag, voor het eerst op deze tour, niet binnen roken.
Omdat The K. bovenaan de affiche prijkt, zullen zij de avond afsluiten. Suzi Soprano is duidelijk publieksfavoriet en speelt een dodelijk efficiënte set. De band speelt op de vloer voor het podium en rondom hen beginnen de Slovenen te dansen. Ze lijken inheemse dansen uit te voeren. Dit moet wel een lokaal ritueel zijn. Ondanks een nogal kille reactie van het publiek voel ik me met Onmens goed op het podium. Dit was zonder twijfel de best klinkende show van de tour.
Na de shows ruimen we snel op en nemen we voorgoed afscheid van Enej. We zullen hem missen. We moeten morgen om 6 uur ’s morgens beginnen rijden en blijven slapen bij enkele bezopen vrienden van Enej. Ze rijden met ons mee naar hun huis. Bert, die aan het stuur zit, toont zich tijdens de rit buitengewoon zen wanneer een van de zatte Slovenen niet stopt met verhalen in zijn oor te roepen.
Bij aankomst dringt een van onze gastheren er nog op aan dat we zijn zelfgemaakte dennenboomschnaps toch nog eens proberen. “I make from christmas tree”, zegt hij. Degoutant.