Weinig mensen weten dit, maar in Kroatië woont een aantal bastaardkinderen van Nick Cave. Met hun derde album weet Moskau de invloeden van hun voorbeelden te distilleren tot een eigen sound.
Sinds de uit het dicht bij de Hongaarse grens gelegen stadje Koprivnica afkomstige band in 2015 de EP Red uitbracht, hebben ze al een hele weg afgelegd. Zo brachten ze in die korte periode naast twee reguliere studioreleases ook nog een livealbum uit. Al is er in het geval van Moskau eerder sprake van een steeds van samenstelling wisselend collectief muzikanten dan van een echte groep. Het gezelschap rond de frontmannen/zangers Ivan Laić en Ivan Grobenski is op Violence & Sorrow uitgegroeid tot een achttal. Ging hun eerdere werk misschien net iets te zeer gebukt onder de invloed van Nick Cave — die van The Birthday Party — en de Einstürzende Neubauten, dan slaagt de band er op dit album in om de nog steeds prominent aanwezige invloeden te verwerken in hun sterkste nummers tot nu toe. Het is het album geworden waarop Moskau vervelt van volgeling tot waardige erfgenaam van Cave en co.
In 1971 bracht Leonard Cohen het album Songs Of Love And Hate uit waarop de nummers op beide albumhelften de tegengestelde emoties uitbeelden. Dubbelalbum Sorrow & Violence vertrekt van eenzelfde premisse, al dient er meteen aan toegevoegd te worden dat het verschil qua thematiek tussen beide delen soms behoorlijk arbitrair lijkt. Al bevat het eerste deel — Sorrow — over het algemeen rustigere nummers, terwijl de band op Violence steviger tekeergaat.
Hoewel het album vol zit met religieuze beeldspraak — de Katholieke Kerk is nog steeds alomtegenwoordig in Kroatië — is het toch vooral openingsnummer “Totus Tuus” dat op dat vlak opvalt. De tekst van het nummer is ad litteram afkomstig uit de apostolische kernspreuk van paus Johannes Paulus II, al lijkt het in de demonische versie van Moskau eerder een preek van een bezeten hogepriester die voorgaat in een zwarte mis. De spaarzame, naar industrial neigende, begeleiding is een meesterlijk voorbeeld van hoe met minimale middelen een maximum aan effect te bereiken. Even ingetogen en dreigend is “By Midnight I’m Gone” waar de piano prachtig de spanning opbouwt.
Een van de hoogtepunten van het album is “Down, Down, Down”, een murder ballad waarop de band tekeergaat als een verdoemd balorkest. Het grimmige “Betty Murdered” roept dan weer herinneringen op aan Lou Reeds Berlin, maar dan wel in een lo-fi variant. Het eerste deel van het album wordt vooral gekenmerkt door de slepende, onderhuidse spanning, met “Lady Of Sorrow” als een laatste eenzame dans om middernacht. Op het slotnummer van het eerste deel (“Captain, Row Your Boat”) klinkt de band dan weer als een dronken scheepsorkest. Meteen is het ook het nummer dat de brug slaat met het tweede deel.
Op de nummers die deel uitmaken van Violence, is het gedaan met de demonen in de stoomketel te houden en laat Moskau de teugels vieren. De thematiek wordt indien mogelijk nog donkerder. De liefde wordt wel bezongen op “My Funny Valentine”, maar het is allemaal behoorlijk luguber. De patroonheilige van dit deel (“Lady Of Violence”) is een wraakgodin (“She is sorrow, she is violence / And you’ll cry and you’ll bleed”). Subtiele Balkaninvloeden in het knappe “Spirits” contrasteren met omineuze geluidserupties, die in het diabolische “Violence” de boel doen ontsporen, in de goede zin van het woord. “The Cecil Hotel” — half Waits, half Neubauten — handelt over het door de talloze (zelf)moorden beruchte hotel in Los Angeles en zorgt voor een laatste hoogtepunt.
Religie, drank, dood. Het zijn thema’s die als ze niet goed aangepakt worden, in een parodie dreigen te vervallen. Die valkuil weet Moskau hier moeiteloos te vermijden en dat zorgt ervoor dat liefhebbers van de wereld van Nick Cave en Donald Ray Pollock zich ook hier zullen thuis voelen. Violence & Sorrow is het album waarmee Moskau de belofte weet waar te maken.
Deze release is digitaal verkrijgbaar via de Bandcamp-pagina van de band. Fysiek is het album verkrijgbaar als cd en vinyl.