Ontelbare weblogs gonzen al maanden van bedrijvigheid: het
debuutalbum van de Britse Maya ‘M.I.A.’ Arulpragasam zou een
revolutie in het dancelandje ontketenen en kon niet genoeg
bewierookt worden. Maya emigreerde jaren geleden uit Sri Lanka naar
Engeland, maar is nog steeds een overtuigd Tamil Tijger die in haar
teksten niet zelden flirt met het terrorisme waar die beweging zich
af en toe aan bezondigt. ‘Arular’ is extreme wereldmuziek, die past
in het rijtje van Indiaanse bhangra, Braziliaanse baile funk en
Engelse grime. Een mixtape die het album voorafging, werd in mekaar
geknutseld door Ninja Tune wonderboy Diplo en zette de hypemachine in gang.
Het hippe volkje in New York lustte er wel pap van en
M.I.A.-concerten waren uitverkocht voordat het album op het net te
vinden was of in de winkel lag. Bovendien is de Sri Lankese zelf
ook nog eens een sexy verschijning, die, steevast in bonte kleuren
gehuld, wel eens het anonieme wereldje van voornoemde genres kan
overstijgen.
Op naar de muziek zelf dan: de ratelende, stuiterende beats die een
kruising zijn tussen ragga, electro en dancehall komen het best tot
hun recht met de volumeknop op tien. ‘Arular’ is gelukkig een
compact plaatje van een dik halfuur geworden dat vooruit jakkert
als een op hol geslagen stoomtrein. De single ‘Galang’ moet het
vooral hebben van de hypnotiserende dancehallvocals, terwijl
‘Sunshowers’ vaag de echo’s van perverse disco uitwasemt. Tekstueel
is het vaak in het donker tasten, want onverstaanbaar patois wordt
afgewisseld met al even plat cockney, maar Maya’s stem valt
onmogelijk te negeren. Ze snijdt door merg en been maar is nooit
irritant of a-muzikaal. M.I.A. stort zich als een vrouwelijke
Dizzee Rascal op de microfoon,
maar moet het minder van slimme lyrics hebben – ze vervalt niet
zelden in simpele versjes – maar meer van haar muziek. Vocale hooks
en verschillende melodieën binnen één song zijn eerder regel dan
uitzondering. Avontuurlijke r’n’b van pioniers zoals Timbaland of
de Neptunes lijkt plots compleet achterhaald, pure energie en
adrenaline spuit uit de boxen. Het geheel klinkt bij wijlen
futuristisch en je vraagt je af waarom zoveel verschillende
invloeden zoals bijvoorbeeld de steel drums in ‘Bingo’ nooit eerder
werden gebruikt. Het is onwaarschijnlijk dat M.I.A. aanvaard zal
worden door het mainstreampubliek, daarvoor is haar muziek net iets
te hard in our face, maar hopelijk doet deze cd de oren
spitsen voor meer genres in de marge.
Of ‘Arular’ de tand des tijd zal doorstaan, is een andere vraag,
maar voorlopig blijft dit een opwindende geluidscollage die reclame
maakt voor muzikaal globalisme en bewijst dat kruisbestuivingen
tussen verschillende genres alleen maar kunnen leiden tot
interessante plaatjes.