2007 wordt een goed jaar voor de Lisa Gerrard-liefhebber. De
Australische helft van wijlen Dead Can Dance brengt in april een
bezoek aan het Koninklijk Circus en gaf onlangs ook een overzicht
van haar carrière op één schijf. Daarnaast
ligt nu ook ‘The Silver Tree’ bij ons in de rekken, een plaat die
vorig jaar al via iTunes te koop werd aangeboden en zo op de
nominatielijst voor de Australian Music Prize terecht kwam.
Bovendien is ze hiermee ook eindelijk toe aan haar tweede échte
soloplaat en dus de opvolger van ‘The Mirror Pool’ (1995). De elf
jaar tussenin vulde ze met soundtrackcomposities en releases in
samenwerking met artiesten als Peter Bourke en Patrick Cassidy.
‘The Silver Tree’ is Gerrard’s eerste release buiten het 4AD-label
en werd ook muzikaal als een breekpunt aangekonigd. Wie een
radicale switch verwacht, komt echter bedrogen uit, want de eerste
tracks van deze plaat vormen een verlengstuk van haar bijdragen
voor Gladiator en
Whale Rider. De
single ‘Come Tenderness’ is in dit rijtje een uitschieter aangezien
het met een minimale muzikale begeleiding Gerrards indrukwekkende
stem mooi in de kijker zet, maar ‘In Exile’ verschilt wel heel
weinig van wat we enkele jaren geleden al hoorden. De enige
aanduiding dat we hier naar een solorelease aan het luisteren zijn,
is dat de stem iets sterker doorklinkt. Logisch, gezien het gevaar
is geweken om een beeldenstroom te overstemmen. ‘Shadowhunter’,
voorzien van slepende, mysterieuze instrumentals en ‘Mirrormedusa’
laten je dan weer dubbel checken of de lettercombinatie ‘OST’
nergens op de hoes te bespeuren valt.
Pas nadat meer dan een derde van de plaat verlopen is, krijgen we
die sonorische aanpassing waarop we gehoopt hadden. En wat voor
een! Op ‘Spaceweaver’ klinkt Gerrard intrigerender dan ooit. De
track begint als een niemandsland waarin het efemere stemgeluid je
enige bondgenoot is. Na deze introductie worden meer
geluidseffecten geïntroduceerd en verandert de sfeer in sensuele
jazzy triphop. De compositie is af en krijgt een organisch verloop
dat niet overhaast verschillende segmenten laat opvolgen maar ook
niet te lang blijft aanslepen. Toch is hiermee de grootste
verrassing achter de rug en krijgen we voorts eerder subtiele
aanpassingen te horen. ‘Devotion’ is bijvoorbeeld klassieker getint
en valt op door een bij momenten zeer sacrale sfeer, ‘Serenity’
klinkt danzij de subtiele pianoloop opener dan we gewend zijn.
Omwille van de opgedreven beat springt ook ‘Towards The Tower’ in
het oog, een atmosferisch werkstuk dat bij momenten (de klokken die
het einde der tijden lijken in te luiden, om het meest pregnante
voorbeeld te toemen) echter te zeer de theatrale weg opgaat. De
rest van de tracks gaan aanvankelijk door de bekende klank echter
wat verloren, hoewel het in de meeste gevallen (vooral dan het
etherische ‘Abwoon’ en ‘The Valley Of The Moon’, dat de plaat
zachtjes laat uitdijen) zeker de moeite waard is om er bij een
volgende luisterbeurt even stil bij te staan.
Hoewel de aankondigingen anders lieten verwachten, is ‘The Silver
Tree’ in zijn geheel toch een prototypisch Lisa Gerrard-album, met
het magistrale ‘Spaceweaver’ als enige echte uitzondering. Het is
moeilijk om daarover te klagen; binnen het genre is hier alweer
veel ijzersterk materiaal te vinden en enkele songs zouden meteen
een plaatsje op de verzamelaar verdienen. Tabula rasa hadden we
deze plaat een quasi perfecte quotering meegegeven, maar omdat toch
weer dezelfde formules bovengehaald worden, is een devaluatie
noodzakelijk. Voorlopig blijven we nog niet op onze honger zitten,
maar voor de toekomst toch graag eens verandering van spijs.