Een mailtje. Subject: “Ik schrijf…” Body: “ook graag. (bij wijze van subtiele hint)”. Dat was het eerste parmantige teken van leven dat we van een zekere Laurie ! in onze mailbox vonden. Anderhalf jaar later rest niets anders dan de goeie herinneringen te bewaren aan een meisje dat één brok leven was.
”Ik, Laurie Franssens, ben zeventien jaar en ga er geen doekjes om winden: ik wil schrijven maar vind geen uitlaatklep. In attachment vind je twee besprekingen van mijn hand (goh, wat klinkt dat professioneel) en één gedichtje (voor de onnozelheid). x Laurie” Het gevolg van een vraagje naar wat meer informatie en meteen was goddeau een wereldwijze benjamin rijker.
Een lange zomer maakten we kennis op msn en ze kreeg haar eerste recensie-exemplaar (“goh, *krijg* ik die plaat dan?”): Adam Greens Friends Of Mine. Ik herinner me nog hoe we samen aan haar proefrecensie hadden gesleuteld over Starfighter: ze had het in zich, maar ze moest nog wat kneepjes leren. En die had ze snel onder de knie: Friends Of Mine zat meteen juist, en ik was trots op onze jongste goddeauschrijfster.
En zo werd Laurie een deel van het derde goddeauverhaal. Na het vertrek van wat mensen bouwden we een nieuw team op en daar was zij ongetwijfeld het charmantste onderdeel van. Eenmaal ze terug op school in Leuven zat en ik weer een plaat voor haar had, werd een ontmoeting onvermijdelijk. Ze kwam dus langs.
Die eerste keer duurde net lang genoeg om het beeld dat ik op basis van wat vage fotootjes had opgebouwd te ontkrachten, maar niet zo lang dat ik kon registreren hoe ze er echt uitzag. Of wie ze was. We stonden daar wat verlegen naar onze schoenen te staren. “Ik ga maar weer”, zei ze al snel, “ik moet nog werken voor school.” “jaja, ik moet ook nog van alles verzetten. Het leven van een freelance journalist hé”, deed ik een onhandige poging nog. En weg was ze: bizarre wervelwind-Laurie.
Een paar maanden later was ik gepromoveerd tot chauffeur-naar-De-Nachten. Aanvankelijk zou zij meerijden. En dan Marieke. En dan de vraag of ook Valerie mee mocht. En plots had ik mijn wagen volgeladen met Lemmensmeisjes. Ze hadden me trouwens al snel gedumpt bij de ingang, de jongedames, maar na een uur ambetant worden tussen al die vervelend hippe mensen kreeg ik gelukkig wel een smsje waar ze zaten. Van dan af werd het een stuk plezanter: samen door de gangen van De Singel lopen terwijl die drie wereldwijze meiden zich stoer-onnozel “respect” op de borst klopten. En dan laat toch maar besluiten dat het goed is geweest en terugrijden. Twee slapende meiden achterin, Laurie naast me al even doezelend.
Ze dook ook op bij een paar van onze immer chaotische vergaderingen (waar meer met de hoofdredacteur wordt gelachen dan iets anders). En daar bleek de onstuitbare Laurie van op msn een stille meid die ons gewoon gadesloeg (al kon ze daar wel vreemde gezichten bij trekken, zoals Jurgen opmerkte), maar we waren blij dat ze er bij was: er waren grappige uitspraken over Maastricht die we ons herinneren, maar vooral ook hoe ze elke keer als ze bij me was wel mijn collectie cassettes of cds inspecteerde. Of die grote bak cds die ik nooit aan een medewerker verkocht had gekregen voor een recensie.
Ik keek ook gewoon op naar Laurie. Lieve, kleine, straffe, overgetalenteerde Laurie. Niet alleen kon ze verdomd ferm recenseren (ik ging er van uit dat als ze het zou blijven doen, ze ons allemaal naar huis zou schrijven binnen de paar jaar), ze kon ook een stukje toneelspelen (ze zou niet blijven, dat voelde ik ook aan: haar toekomst was op de planken) . En ze kon me doen blozen: Laurie die veel sterker dan mij was op bepaalde punten. “Je bent soms toch wat teveel een triestige plant”, zei ze streng in één van onze laatste gesprekken, en ik wist dat ze gelijk had. Dan zit je daar met rode kaken achter je computer. En maar al te vaak moest zij mij er aan herinneren dat ik met een pubermeid van amper 18 aan het praten was: “identiteitscrisissen alom”.
En dan begon ze in Arnhem, nam ze wat afstand van goddeau, want ze zou alles op haar theaterstudie zetten. Het maakte me boos over beloofde maar nooit afgeleverde recensies van Joanna Newsom en Devendra Banhart, maar toen de nieuwe Adam Green twee maanden voor release de bus binnenviel kwamen we overeen dat ze die nog zou doen. De bespreking zou op 31 januari moeten verschijnen, net als de plaat.
Het werd 26 januari. En kwam er een mailtje met onderwerp “Laurie Franssens”.“Laurie is dood”
Er zijn van die dagen dat je naar je scherm zit te kijken en hoopt dat het leven één misselijke grap is. Dat straks iemand van achter een hoek tevoorschijn springt: “Hebbes!”. Erase and rewind. Dit hoort niet, dit is niet afgesproken. Laurie is niet dood: ik sta op, er zit geen mailtje in mijn inbox en ik zie in mijn msnlijst online “i killed my dinner with karate”.
Maar neen. In mijn hoofd tolt die ene zin: “meisjes van negentien horen niet te sterven.”
Ik kan alleen maar het laatste beeld van haar vasthouden. Dat dateerde al van op Pukkelpop. Ik moest haar (weer maar eens) een cd geven om te bespreken en ik vond haar in de Chateau, hoog in de tribune tijdens Devendra Banhart. Al bij al zaten we misschien een kwartier samen voor ik alweer ergens anders naar toe ging. Het enige wat ik me nog herinner is haar glimlach. Hoe ze me liet praten. Ik weet bij God niet wat ik weer allemaal aan het vertellen was, maar ze liet me ratelen en glimlachte.
[quote][i]originally posted by paul[/i] me and adam have bought some hoegaarden and bratwurst, and we’re going to have a little tribute to her tomorrow night. i think it’ll be nice to have a little celebration of her short yet inspirational existence. [/quote]Op het Sigur Ròsforum kenden ze haar wel. En zeker Adam en Paul. Het was geen slecht idee van hen. Zo was Laurie, denk ik. Geen ingetogen stilte, maar een minuut lawaai. Hoegaarden en braadworst. Leven, simpelweg. Dat had ze door die veel te weinige en soms moeilijke jaren wel geleerd. Denk ik. Alweer.
Het ga je goed Laurie Josephina Lodewijk Franssens, benjamin van goddeau. Het was een eer je te mogen kennen.