Het heeft zes albums geduurd, maar eindelijk lijkt de doorbraak in zicht. Met Ylem treedt Dark Fortress stilaan uit de duistere anonimiteit van de blackmetalscene.
Geloof het of niet, maar het Beierse Dark Fortress bestaat al sinds 1994, toen ook blackmetalgrootheden als Dark Funeral, Gorgoroth en Dimmu Borgir het levenslicht zagen. Redenen waarom het niet meteen zo’n vaart ging met de monsters uit Landshut zijn de constante line-upwisselingen en hun heimat. Duitsland was groots wat heavy- en powermetal betrof maar bijna al wat blastbeatte en krijste in de eerste helft van de jaren negentig was afkomstig uit Scandinavië.
Uiteindelijk werd Dark Fortress uit de nood geholpen door de stadsgenoten van powermetalband Crom. Vanaf 2001 zien we dan ook een productief blackmetalinstituut, met maar liefst zes albums in amper negen jaar. Séance uit 2006 en het in 2008 verschenen Eidolon konden op wat belangstelling rekenen maar werden al te vaak als een goedkope variant van Marduk, Dark Funeral en Immortal verkocht. Bands die zich spiegelden aan het satanische imago van Mayhem durfden wel eens te lachen met het brave Dark Fortress.
Eidolon klonk nog duidelijk als black metal vanuit de luie zetel: massive agressive; melodieuze black metal waar weinig woorden aan vuil werden gemaakt. Op die manier gaan ook "Hirudeneans" en "Nemesis" voorbij, gekenmerkt door een melodieuze aanpak van de gitaren, dubbele basdrums en de huiveringwekkende strot van Morean. Denk aan melodische black metal die na één luisterbeurt niet meer boeit en wat weg heeft van de trage Dissection op Reinkaos.
Dat Dark Fortress niet de kant van Dark Funeral opgaat mag als een geruststelling tellen. Het blastbeaten en provoceren zijn nooit een doel op zich en het satanische gekwijl spat nog niet tegen de ruiten. De apocalyptische thematiek kan net serieus genomen worden. Ylem stamt uit het Grieks en betekent de oerklomp, de materie die vlak na de oerknal zou zijn ontstaan. Dark Fortress zal ons niks bijleren over de kernfysica, maar confronteert ons wel met het onprettige vooruitzicht op het einde der tijden. Het credo we spin around the night consumed by fire is alvast de perfecte voorbode.
Maar er is meer. In "Evenfall" schuift Morean de traditionele grunts opzij voor ruwe stemmen, samen met de tergend trage atmosferische doom onderdeel van een geslaagde genreswitch. Net als in "Redivider" pakken de Duitsers op Ylem uit met een gedurfde sound, weliswaar nog steeds pakken braver dan pakweg Celtic Frost. "Wraith" daarentegen klinkt door zijn progressieve touch en heerlijk cleane stemmen een stuk menselijker dan wat we van de gecorpspainte freaks de laatste jaren gewoon waren. Het nummer staat als een huis en laat ons acht minuten genieten van atmosferisch doomwerk, met als hoogtepunt het majestueuze solowerk.
Ylem zou niets zijn zonder puur headbangwerk. Het groovy drumwerk in "Osisris" roept op om je nekwervels aan flarden te headbangen terwijl hypersnel solowerk en Moreans grunts doorrazen als een catastrofale orkaan. Het monsterlijke "The Valley" produceert de laatste naschokken, met duistere keyboards die de sfeer op Ylem nog dreigender maken.
Ylem is het bewijs dat je ook met meer sfeer én variatie recht naar de hel kan worden gekatapulteerd. Samen met Endstille doet Dark Fortress ons toch nog geloven in een helse toekomst voor de Duitse blackmetalscene. Laat dat een compliment zijn.