Daan Stuyven heeft net zijn nieuwe soloplaat uit, Bridge Burner, hij nam voor Dead Man Ray een nieuwe cd op, geproduced door niemand minder dan Steve Albini, en heeft ook nog net de soundtrack klaar voor een film: Meisje: Daan over de dialectiek van zijn gespletenheid die hem zo fascinerend maakt: gitaren en elektronica, dag en nacht, trendy en fout,…
enola: Een Engelsman zei net bij het horen van Bridge Burner: "These arpeggiated baselines are so Belgian", wat vind je van die uitspraak?
Daan: "Een heel zinnige opmerking: de Belgen zitten dichtbij Duitsland en in Duitsland ze daarmee begonnen. De Belgen hebben dat vervolgens overgenomen en helemaal geëxploiteerd, vooral met de New Beat, Front 242, Neon Judgement, dat soort groepen. Ik weet niet hoe het komt, maar de Amerikanen hebben dat soort baslijnen nooit echt begrepen. Eigenlijk is Giorgio Moroder daarmee begonnen. Hij is zowat de grootvader van alle soorten arpeggiators. Ik denk dat het iets barok is dat typisch Europees is."
enola: Je bent al sinds eind jaren ’80/begin jaren ’90 bezig: er was Running Cow, Volt, Citizan Kane. Maar dat kwam toen nooit van de grond en toen was je nochtans ook bezig met die typische ’80 -sounds, maar er woei wel een grungewind over de muziekscène…
Daan: "Nu doen we inderdaad net hetzelfde als indertijd met Volt, maar die grungebeweging: I hated it. Pearl Jam en zo, ik werd daar stapelzot van! The Pixies tot daartoe, en heel die Manchestertoestand vond ik ook nog wel tof. Die grunge echter: "Jongens toch, grow up!". Ik herinner mij nog een interview in Le Soir toen, waarin wij beweerden dat ‘de gitaar de CVP van de rock was’ en van die boutades. In die jaren waren wij de kruisvaarders tegen de gitaar."
enola: Terwijl die grungers zich net verzetten tegen alles wat gesampled en ‘niet oprecht’ was.
Daan: "Ja, maar het ding is: als je popmuziek maakt — en dat doen ze uiteindelijk toch allemaal want Nirvana is ook popmuziek —, dan heeft het toch weinig zin je af te zetten tegen het principe van popmuziek zélf: popmuziek is op zoek gaan naar fictie, een andere wereld proberen te creëren, zeg maar een droomwereld en dat geldt voor iedereen even hard. Dus eigenlijk zetten ze zich af tegen iets wat ze 100% volgden maar waar ze stilistisch, vormelijk een slag aan gaven."
enola: Naar welke muziek luisterde je dan zelf in die periode?
Daan: "Erasure, Depeche Mode. Zo van die dingen. Dat waren in feite uitlopers van de jaren ’80. Maar er was toen vanalles dat ertussenin zat. Massive Attack, bijvoorbeeld, die sloegen een brug tussen de jaren ’80 en de jaren ’90."
enola: Je zette je af tegen heel die gitaarperiode, maar voor Dead Man Ray werk je wél samen met Albini, dé gitaargod van de producers. En de soloplaat lijkt dan weer net alles wat Albini niet is. Is Daan een gespleten mens?
Daan: "Absoluut! Maar dat is gewoon zoals je ’s morgens boterhammen eet en ’s avonds een warme maaltijd. Je went daaraan, of je oefent je om je met verschillende dingen bezig te houden. Het is perfect te combineren. Ik vind dat wel grappig. Maar dat was in begin ook al zo. Toen stond ik op een bepaald moment met "Geen Franse wagens meer" op nummer één in de playlist bij Radio Donna en tegelijkertijd stond ik in Basta op Stubru op nummer één met een ander nummer. Dat zijn twee totaal tegenovergestelde zaken. En dat zijn zo momenten waarop ik zeg ‘Het veld is gedekt!’. Ik hou ervan om die slechte en goede cultuur tegen elkaar op te jagen en dat te mengen. Als je dat langere tijd doet, zo’n contradictorische dingen, dan heeft dat een tof effect op je karakter, dan ga je zelf ook verschillende dingen aanvaarden in plaats van te proberen om één soort mens te zijn. Zoals nu in mijn eigen leven: enerzijds ben ik heel vroom en toegewijd en anderzijds heel crapuleus en compleet fout. Ik leef bijvoorbeeld een week compleet gezond als papa en een week compleet over the top ’s nachts. Dat is heel plezant want dat zijn twee totaal verschillende levens: de ene week sta ik om 8 uur ’s ochtends op, de volgende ga ik dan pas slapen."
enola: Als we zo zien wat je gebruikt om je muziek te maken is het dan fair om te zeggen dat je een passie koestert voor analoge synths?
Daan: "Analoge synths klinken gewoon beter. Ik heb er hier zelf maar eentje, al de rest is van vrienden geleend. Ik kan mij geen nieuwe chique virtuele digitale synth veroorloven anders had ik dat al lang gedaan. Die oude machines klinken wel goed maar ik ben daar geen maniak in. Als je mij een goed digitaal equivalent geeft: direct."
"Trouwens, hoe kouder de achtergrond, hoe harder het contrast wordt met je stem. Dus als de achtergrond koud is en je zet daar een stem boven, dan komt die stem beter uit. Het is zoals je een wit blad vol rommelige strepen trekt, die strepen vallen niet op. Maar één streep wordt dan wél interessant. Dat probeer ik met mijn stem te doen. Het is een keuze die je maakt."
"Ik ben een singer-songwriter die dat in elektronica verpakt. Maar ik speel ook heel graag gitaar. Het is zoals je eens goesting kan hebben om een science fiction-film te maken in plaats van een boerenpsalm te maken. Zo heeft de gitaar een eigen kleur en blijft het lang dichter bij de grond plakken, het is iets gemoedelijker, warmer, gezelliger, maar het is moeilijker om er echt soundscapes en abstractere décors mee te maken. Daarom gebruikte ik op deze plaat veel toestellen, maar live speel ik graag met een gitaar. Dat zijn heel interessante oefeningen om bepaalde nummers helemaal elektronisch of dan helemaal op gitaar te spelen."
enola: Je hebt nu ook een vierde soundtrack af (voor de film Meisje, komt uit in september). Ga je anders te werk?
Daan: "Er komt weinig of geen tekst aan te pas als je een soundtrack maakt. Dus je moet alles zeggen met de instrumenten. Zij moeten zowat de plaats van de zanger overnemen en heel expressief worden. En daar waar ik in de muziek de neiging heb van altijd maar lagen toe te voegen, moet ik mij bij film altijd inhouden want hoe minder je doet, hoe beter."
"Voor mijn soloplaten ga ik eigenlijk heel traditioneel te werk. Dat is een instrument pakken en op zoek gaan naar goede akkoorden. Ik ga dan achter de piano zitten en blijf doorspelen tot als ik een hele cyclus van akkoorden heb. Ik begin nooit met een ritme, maar vertrek altijd van akkoorden. De tekst komt pas op het einde. Meestal moet ik dan letterlijk een tekst schrijven, maar ik behoud wel de frasering van de first take van de zang zodanig dat ik alle kronkelingen kan bewaren."
enola: Er wordt gezegd dat je heel hip bent. Ook nu voor de video van "Swedish Designer Drugs", bijvoorbeeld, doe je iets wat weer serieus bij de tijdsgeest aanleunt. Heeft dat iets te maken met het feit dat je ook grafisch ontwerper bent?
Daan: "Ik ben een grote fan van popart en momenteel mag dat terug, dus is het eerder de tijdsgeest die maakt dat wat ik doe beter past. Bridge Burner mocht vooral geen té zware plaat worden: als ik een zware tekst had of een zware zanglijn dan wou ik die counteren met optimistische muziek. En zo moest die clip ook, ik wilde een happy sfeer creëren.We hebben 4 dagen gedraaid, we hadden een heel scenario. Voor de eindscène ging ik met een auto over kop rijden. Maar aangezien ik geen geld heb om een andere te kopen, moesten we een andere scène vinden. We hebben dan gekozen voor iets dat altijd werkt: danspasjes. Het is een beetje een parodie op al die R&B clips. En ja, ik wist dat ik die Zweedse elementen erin wou: een Volvo, Zweedse ondertiteling en Nilfisk."
"Ik lees geen magazines en kabeltelevisie heb ik ook al een jaar niet meer. Eigenlijk ben ik toch behoorlijk afgesneden, maar kan ik de dingen er wel hip doen uitzien. Ik kan stileren, dat leer je als je in de reclamesector gewerkt hebt. En ik kan dat zowel op de muziek als op de beelden toepassen."
enola: De hoes van Bridge Burner heb je ook zelf ontworpen?
Daan: "Daar was weinig ontwerpen aan. Toen een fotografe, een vriendin van mijn manager, toevallig bij hem op bezoek was, hoorde ze de muziek. We zaten daar in de kelder te werken en we begonnen te praten. Ik wilde zeker ook weer die bepaalde sfeer, dat kostuum, dat zonlicht. Eigenlijk wilde ik België heel potsierlijk voorstellen: België op zijn Amerikaans! Net zoals ik Amerika eens op zijn Belgisch zou willen voorstellen."
enola: Werk je soms nog als grafisch ontwerper?
Daan: "Nee, enkel nog voor de Sherman filterbank, mijn eigen platenhoezen en soms eens voor vrienden. Die grafiek was altijd ‘in functie van’. Ik maakte dingen aan de lopende band die dan na een maand al weg waren. En ik werd er horendol van muziek te moeten verpakken. Ik wilde maken wat er in die hoezen zat! Het verschil is dat ik de muziek voor mijzelf maak."
enola: Speelt de drang naar een soort van onsterfelijkheid mee?
Daan: "Dat is voorbij als je vader bent. Nee, het heeft te maken met het vormgeven aan een soort van droomwereld. Het is eigenlijk een beetje vals spelen met je eigen dagelijkse leven: iets maken dat groter wordt dan uw eigen dagelijks leven."
"En het is ook een stuk verveling, de drang om grootse dingen te doen en uw eigen dagelijkse leven te overschrijden. Niet dat ik niet graag naar de bakker ga ofzo! Maar ik hou ervan om met mijn eigen ritme te spelen. Muziek is ongrijpbaar, radio of klank is uiteindelijk niet meer dan golven, trillingen. Radio is een heel tof medium. Ik luister eigenlijk liever naar de radio dan cd’s te beluisteren. Het onverwachte van niet te weten wat er komt, dat spreekt mij aan. Ik ga dan bijvoorbeeld op zoek naar een fantastisch nummer en na een minuut ga ik verder op zoek naar een ander fantastisch nummer. En dan luister ik dat niet eens uit."
"Er was hier vroeger een bejaardenzender, Radio Nostalgie. Daar draaiden ze fantastische dingen. Het waren allemaal oude mensen bijeen in een cafetaria. Die waren echt goed! Ze waren supergespecialiseerd in muziek van de jaren vijftig en ze konden daar zo smakelijk over vertellen."
enola: Wat vind je van de evolutie die je hebt doorgemaakt van de jaren negentig tot nu?
Daan: "Wel, met Citizen Kane stonden we op de Rock Rally in 1988. We gebruikten toen een elektronische drum en een arpeggiated bas. Toen was iedereen daar vies van. We coverden toen een nummer van Joe Jackson. De Morgen vond dat ok en Humo vond dat verschrikkelijk. En dan begin je je aan te passen, je speelt weer meer gitaar en maakt serieuzere nummers. Daar krijg je dan wat applaus voor. En dan ga ik dat steeds ‘pushen’ tot op de grens. Als ze een plaat niet afbreken, wel dan doe ik verder in die richting. Je moet heel veel energie hebben en heel hard met jezelf willen uitpakken om ergens te kunnen geraken."