Elke maand maakt correspondent Karel Geuens een stand van zaken op van de DIY punkscene in België.
Het eindejaar. Tijd voor een terugblik, een vooruitblik en een blik degelijk budgetbier om de feestdagen mee door te komen zonder overdosis cava. Het was een gek jaar. Er zijn belangrijke muzikanten heengegaan en waarschijnlijk zijn er evenveel bijgekomen. Bad Religion, Pennywise en NOFX toeren om een of andere reden nog steeds rond. De beste Ramones-plaat, Leave Home, is veertig winters oud geworden. Ikzelf begin me ook al oud te voelen en kijk al eens graag vanaf de toog (zowel ervoor als erachter) naar bands en bijbehorende moshpits.
In de muziekwereld is het nu traditioneel lijstjestijd, maar om eerlijk te zijn is dat niet meer aan mij besteed. Mijn vrienden in Lotus brachten begin deze maand met The Road To Calvary de beste hardcorepunkplaat van het jaar uit en de aardige jongens van The Priceduifkes pootten in februari Goathorse neer, een vooruitstrevende plaat die de plaats van België op de poppunkkaart bevestigde. Dit zijn slechts twee topjes van de Belgische ijsberg, licht bevooroordeeld zelfs, want laat het duidelijk zijn: punkrockend België had dit jaar nog veel meer in huis. Al die andere demo’s, ep’s en albums vind je vast terug in de lijstjes van zines, blogs en websites die graag lijstjes maken.
Het idee dat tijd een sociale constructie is en een jaar als tijdseenheid in wezen geen betekenis heeft, weerhoudt ons er niet van om even te denken wat de afgelopen driehonderdvijfenzestig dagen teweegbrachten. Zo is inclusiviteit een belangrijk thema dat een globale impact blijft hebben. Ook in België komen organisaties als Girls Go BOOM, Out Loud en Tofu Never Screams naar buiten met mooie idealen en willen ze respect en een inclusieve mentaliteit verder inburgeren in onze punkscene.
2017 was ook een jaar waarin het alternatieve pad weer bloot werd gelegd en het volk voor de keuze werd gesteld: volgen of het andere pad nemen. Het is ieders eigen keuze om te wandelen waar hij wil, maar door aanhoudend aan te sporen tot een kritische houding geraken we weer een stap verder in de evolutie.
Om de Belgische scene levendig te houden, hebben we die organisaties en promotors nodig om het interessant te houden. We moeten het wiel niet opnieuw uitvinden, maar als we proberen om onze shows divers te houden, een beetje genre-overschrijdend te denken en elkaar te steunen, dan doen we al heel wat. Het is vaak een heel gedoe, maar je krijgt er wel wat voor terug, voornamelijk voldoening.
2017 was ook het jaar dat ik een week lang in Chicago kon logeren omdat ik ooit iemands band had geboekt en gehuisvest voor de nacht. Het leven in de punkscene is vluchtig en bizar, maar het is de moeite om je ervoor in te zetten. Verwacht er niks van, maar geniet van wat je er tegenkomt. De voorbije twaalf maanden zaten vol met shows en evenementen die telkens inspireerden. Je wordt constant aangezet om zelf aan het organiseren te slaan, muziek te maken of nieuwe projecten op te starten. En als mijn frêle lichaam het toelaat, dan krijg ik zelfs zin om te dansen.
Dat brengt me bij mijn eindejaarskeuze. Gewoon, één keuze. Lijstjes maken vergt te veel wikken en wegen, dus ik hou het bij een uitverkoren liedje en natuurlijk eentje van minder dan twee minuten: The Priceduifkes’ megahit “I Can Dance”, van hun laatste plaat. Met zijn hoge tempo, de snedige zang en het concrete je m’en foutisme van de tekst is dit nummer een perfect voorbeeld van het hedendaagse en lokale karakter van punk. De cynische knipoog naar Humo’s Rock Rally, het Hof Ter Loo van weleer en het omhooggevallen elitaire rockpubliek past feilloos in dit rechttoe rechtaan rock-n’-roll-nummer op speed. Het bevat een nihilisme en een minimalisme die zich uiten in een nummer zonder bullshit en mooi weerspiegeld worden in de videoclip, een prachtcollage van dansende personages, geïnspireerd door YouTube en de gouden era van Windows Movie Maker.
2018 wordt een mooi jaar voor de Belgische punkscene. Er zijn genoeg actieve groeperingen en individuen om de scene in versnelling te houden, genoeg bands die innovatief uit de hoek komen. We moeten niet vasthouden aan jaarlijkse tradities zoals lijstjes maken of festivals plannen, want dat gedoe met die jaartallen dient enkel maar om ons mentaal een beetje gezond te houden. Er blijft goeie muziek gemaakt worden, bands zullen blijven spelen en toeren en wat er op jaarbasis gebeurt is nooit zeker van tevoren. Zolang we maar blijven dansen, zonder ons erom te bekommeren of dat nu gewenst is of niet.