Daar sta je dan, in de catacomben van Vorst Nationaal, te wachten op Coldplay met in de verte de laatste tonen van de soundcheck (het bloedmooie "Warning sign"). Opeens komen er wat jongetjes voorbij, waarvan eentje ‘Hi, I’m Chris, how are you?’ zegt.
Chris was voor de TV en de radio, maar Jonny Buckland bleek even vriendelijk en innemend. Een goedlachse leeftijdsgenoot die je schijnbaar evengoed aan de toog van een studentencafé in Leuven zou kunnen tegenkomen, maar wel wereldberoemd is omdat hij prachtsongs uit zijn gitaar getoverd krijgt. Een mens kan dan alleen maar eerlijk zijn.
enola: Er was een tijd dat ik Coldplay kotsbeu was, maar ik heb jullie herontdekt toen ik op BBC beelden zag van "Yellow" op Glastonbury. Was dat een speciaal optreden?
Buckland: "Huge. Glastonbury is waarschijnlijk het grootste dat we ooit gedaan hebben. Het was iets heel speciaals voor ons. Als we op Glastonbury zouden headlinen, moest het ook ineens goed zijn en moesten we onszelf ook goed genoeg vinden om het te doen. We wilden zoiets niet halfslachtig of routineus doen. Zo’n optreden met een hoop nieuwe songs voor de release van het album moest perfect zijn om ermee weg te komen. We deden het eerst liever niet omdat de mensen nauwelijks de helft van de setlist zouden kennen. (lacht) Toen realiseerden we ons dat het een goede manier was om terug te komen. We wisten ook dat we gewoon veel beter moesten zijn dan we tot dan toe live waren. Dat gevoel hebben we nog steeds: dat we niet goed genoeg zijn en veel beter kunnen. Sinds we vorig jaar in augustus gevraagd werden voor dat optreden, hebben we Glastonbury altijd in ons achterhoofd gehad. Zelfs toen we de CD aan het opnemen waren. Het heeft ons zeker onder druk gezet om het beste uit onszelf te halen voor het nieuwe album."
enola: De Britse pers heeft jullie met Parachutes serieus gehypet, maar hier bleef de pers er relatief koel onder. A Rush of Blood to the head, was wel een zeer geanticipeerde plaat in Europa en dan gaat de Britse pers weer wat kritischer doen. Merken jullie dergelijke verschillen tussen Engeland en de rest van Europa?
Buckland: "Wat de pers betreft zeker. In Engeland is het veel extremer. Ofwel haten ze je ofwel vinden ze je echt wel ongelooflijk geweldig. Zodra de mensen in Engeland je goed beginnen te vinden, begin je na een paar maanden te wachten op de kritiek van de mensen die je haten.(lacht)"
enola: Ze lijken ook maar twee groepen te kennen: U2 en Radiohead. Worden jullie die vergelijking niet beu?
Buckland: "Bwah, we vinden dat eigenlijk niet zo erg. Het zijn twee groepen die we goed vinden. Als je een groep niet goed vindt, zal ze je ook niet beïnvloeden. Er zijn uiteraard ook andere invloeden. Langs de andere kant is hun muziek ook common ground. Iedereen kent ze. De muziekpers leeft natuurlijk ook van dergelijke vergelijkingen."
enola: "Clocks" en "The Scientist" zijn wel twee nummers die zeer sterk door U2 beïnvloed lijken.
Buckland: "Vind je? Iemand anders heeft me ook pas gezegd dat hij vond dat "Clocks" hem aan U2 deed denken. Ik ga alleszins niet akkoord. (lacht)
enola: De gitaarsound op die nummers doet me heel erg denken aan wat The Edge doet.
Buckland: "It’s just simple stuff, isn’t it? Het is de kunst van The Edge dat hij een enkele noot heel goed kan doen klinken. Eigenlijk doet hij niet zo erg veel. Hij speelt een noot en het klinkt geweldig. Ik bewonder die keuze voor een meer minimalistische aanpak boven spectaculaire solo’s of ingewikkelde vingerzettingen. Ik hou daar niet van. Door de juiste effecten te gebruiken steekt hij heel erg veel ruimte in zijn muziek."
"Er zijn natuurlijk momenten dat je links en rechts iets pikt om een song af te krijgen, maar soms lijken de ideeën vanzelf te komen. Uiteraard worden we door heel wat andere groepen beïnvloed, maar soms weet je absoluut niet waarom je dat nummer nu precies zo hebt geschreven."
enola: Jullie zijn duidelijk geëvolueerd sinds het maken van Parachutes. Die CD had een heel andere sfeer dan A rush of blood to the head. De enige song die ook op jullie debuut had kunnen staan is "In my place". Hoe hebben jullie die evolutie ervaren?
Buckland: "Die evolutie is er wel volgens mij, maar ik weet niet hoe die er gekomen is. Ik denk ook dat de enige song die op Parachutes had kunnen staan "In my place" is. Dat is ook logisch, want die is enkele dagen na het einde van onze Parachutes-tournee geschreven, toen we nog niet echt met de nieuwe plaat bezig waren. Nadien hebben we beslist dat we iets anders moesten doen met ons tweede album, maar zeker niet op een gekunstelde manier. We waren niet van plan om een technoalbum te maken of zo. We zouden gewone andere songs schrijven en we luisterden al naar andere muziek."
enola: Zoals U2 en Echo and the Bunnymen?
Buckland: "Ja, maar ook Joy Division, Sonic Youth en de Pixies."
enola: ‘A Whisper’ valt wel op. Een zeer stevige rocksong, die zelfs aan Queens of the Stone Age enz. doet denken.
Buckland: "Het is ook wel een speciale song. We hebben hem een keer of vier gemixt, maar uiteindelijk zijn we bij de eerste versie gebleven: alle sporen van de mengtafel op maximum. (lacht) "A Whisper" is ook bijna onmogelijk live te spelen. Het lijkt op geen enkele andere manier te werken dan hoe we het de eerste keer gedaan hebben. Zonder mixen dus: clean, losing it completely."
enola: Er zit heel veel dynamiek in de songs op A rush of blood to the head. Die dynamiek zat ook in Parachutes. "Yellow" lijkt bijvoorbeeld zeer eenvoudig, maar na een tijdje valt op dat er heel de tijd vanalles gebeurt op de achtergrond. Zijn jullie daar echt bewust mee bezig?
Buckland: "Het was zeker belangrijk voor ons dat Parachutes interessant genoeg was. (lacht) Dat gaat dan uiteraard verder dan de oppervlakte van de song: een leuke melodie of zo. We proberen muziek met enige diepte te maken, waar je meer dan eens van kan genieten. (lacht) Langs de andere kant weet ik ook niet welke song het overleeft om een miljoen keer op de radio gespeeld te worden (schaterlach). We try. We hopen dat het niet te saai wordt voor de luisteraar."
enola: "Yellow" is een song met een bijna beangstigende impact. Als jij een song van op Parachutes had mogen kiezen als jullie grote doorbraaknummer of als song die men eeuwig met Coldplay zou verbinden, zou dat dan ook "Yellow" geweest zijn?
Buckland: "Als er een song van op Parachutes succes zou hebben, zou het "Yellow" geweest zijn, heb ik altijd gedacht. Ik weet niet of die song nu perfect het album weerspiegelt. Misschien wel"
enola: En meer persoonlijk? "Yellow" is uiteraard ook speciaal omwille van de reacties die jullie erop hebben gekregen, maar was dat ook zo toen jullie de CD opnamen? Was dat die ene song die jullie voor geen geld ter wereld wilden afgeven?
Buckland: "Ja, ik denk het wel. We hadden nog nooit zoiets geschreven. We waren verbaasd over onszelf. Dat gebeurt soms als je aan het jammen bent. Je bent wat aan het spelen met ideetjes en opeens passeert er een gitaarlijntje dat je zelf niet zo speciaal vindt. Dan zegt Chris bijvoorbeeld: ‘Hey, wat was dat? Dat klonk leuk.’ En dan schrijf je een song als "Yellow"" (lacht)
enola: Staat er voor jou een vergelijkbare song op A Rush of blood to the head?
Buckland: "Waarschijnlijk "The scientist". Of misschien "Daylight". Het is moeilijk om voor mezelf nu snel even door het album te gaan en te beslissen dat deze song beter is dan de andere. Bij elke song die we voor dit album hebben opgenomen, hadden we het gevoel dat we iets fantastisch geschreven hadden, maar "The scientist" was zeker een belangrijk keerpunt. Dat was de eerste keer dat we onszelf weer verbaasden: ‘Waar kwam dit vandaan?’. Toen het af was, waren we er zo enthousiast over dat we direct weer de studio indoken om meer songs te schrijven."
enola: Jullie zijn elkaar tegen gekomen op de universiteit, dat is geweten. Wat studeerden jullie eigenlijk?
Buckland: "Ik heb wiskunde en sterrenkunde gestudeerd."
enola: Aha, dus daar komt "The scientist" alvast vandaan.
Buckland: (lacht) "Ja, absoluut. En ‘look at the stars’ (uit "Yellow", MvM). (schaterlach) Ik denk wel dat we alle vier naar Londen zijn getrokken met het expliciete idee een groepje te beginnen en muziek te maken. Intussen zijn we dan maar gaan studeren wat we interessant vonden en aankonden."
enola: Waar gaat die song echt over?
Buckland: "Het gaat over het einde van relaties en blijven piekeren. Over hoe je de hele shit probeert te begrijpen en bijna in wiskundige formules gaan gieten. Nu goed, dat is mijn interpretatie. Als je echt zeker wil zijn, moet je dat aan Chris vragen, maar ik vrees dat je dat niet zal lukken." (lacht)
enola: Jullie zijn niet langer de grote jonge belofte, maar worden intussen als gevestigde naam gezien. Hebben jullie geen schrik om dezelfde weg als pakweg Travis op te gaan?
Buckland: "Het kan morgen gedaan zijn natuurlijk. (lacht) Volgens mij houdt dat ons scherp. Het is heel grillig allemaal: er kan vanalles gebeuren. Daarom blijven we zoeken naar andere dingen en proberen we constant te evolueren. We willen gewoon verder gaan en telkens beter worden. Zolang we goede cd’s maken, zullen er wel mensen zijn die ze willen horen. Obviously, fashion’s changing, but I don’t think we’ve ever been particularly fashionable, so we’re lucky in that department." (lacht)
enola: Zeker hier vallen jullie op in de hitparade tussen al die eurohouse groepjes.
Buckland: "It’s amazing, isn’t it? Ik vind het altijd grappig om hier in Europa wat rond te zappen door de muziekzenders. Het is zo bizar! (imiteert eurohouse:) Bizarre, bizarre lyrics! Really really!"
enola: Ons Engels is natuurlijk niet zo goed.
Buckland: (lacht) "Nee, maar echt. Er bestaat blijkbaar zo’n vreemd europopding, zonder duidelijk gezicht. Je weet eigenlijk niet wie al die muziek maakt. Ze pakken wat willekeurige samples en zetten er dan een onnozel tekstje op, gezongen door een discotheekbimbo. Die er wel leuk uitziet meestal, I’ll give you that." (lacht)
enola: Na Parachutes hebben jullie lang gezegd dat het niet zeker was dat er een tweede album zou komen en ook nu weer las ik dat A rush of blood to the head wel eens het laatste Coldplay-album zou kunnen zijn. Wat zijn de plannen voor de toekomst?
Buckland: "Wat we zeker weten is dat het morgen niet allemaal ophoudt. We proberen nieuwe en betere dingen te schrijven. Maar welke richting dat zal uitgaan en wat we zullen doen? Er is geen groot plan en waarschijnlijk zal dat er ook nooit komen. We wachten gewoon tot we wat songs bij elkaar geschreven hebben en pakken ze mee naar de studio."
enola: Als jullie zouden stoppen, zou het wel op een hoogtepunt zijn.
Buckland: "Ja, absoluut. Een deel van mij zou dat fantastisch vinden, maar een ander deel vraagt zich af wat ik dan met mijn leven zou aanvangen." (lacht)
enola: Nu ja, als jullie nu zouden stoppen zou ik het niet zo erg vinden. Het was leuk.
Buckland: (lacht)"Thanks very much Maar we hebben nog steeds het gevoel dat we nog vanalles in ons hebben. Als nieuwe opnames niet minstens even goed zijn als wat we al gedaan hebben, dan brengen we het niet uit. Tenzij we al te blind of te doof geworden zijn om het nog te merken natuurlijk. Je moet elk album als je laatste beschouwen, anders wordt het routine. We waren ook echt op na de opnames van A rush of blood to the head. We hebben zo ongeveer elk idee dat we gehad hebben ook gebruikt. Hetzelfde met Parachutes. Dat was onze laatste kans om te debuteren. Je kan nooit terug gaan naar dat moment, dus waarom zouden we iets opsparen voor album nummer vijf? We kunnen het beter nu gebruiken."