Waar was Arsenal ook alweer gebleven? Die vraag is ons de laatste jaren een paar keer door het hoofd geschoten. Nu de dip is uitgezweet en Hendrik Willemyns en John Roan met In The Rush Of Shaking Shoulders een knappe comebackplaat kunnen voorleggen, willen ze het er nog wel eens over hebben. “Als je werkproces tot frustratie leidt, krijg je vanzelf conflict.”
enola: Heren, vier lange jaren is het geleden dat we van jullie ‘Furu’ kregen. Wat liep er nadien fout waardoor Arsenal van het toneel verdween?
John Roan: “ “We waren aan onze vijfde plaat begonnen en het vat bleek dan toch niet oneindig te zijn. We hadden het ook niet bijgevuld, waardoor we heel vaak belandden in patronen die we al gebruikt hadden. Zo botsten we voortdurend op het gevoel dat we het allemaal al eens gedaan hadden. Als dat twee of drie keer gebeurt, dan gaat dat nog, maar het blééf, wat zorgde voor frustraties die het ontwikkelingsproces niet ten goede komen. Het werd een beladen situatie waarin het moeilijk samenwerken werd.”
Hendrik Willemyns: “De studio werd een te mijden plek. Het voelde alsof we elkaar niets meer te vertellen hadden.”
enola: Het werd persoonlijk?
Willemyns: “Als je werkproces tot frustratie leidt, krijg je vanzelf conflict. Het voelde alsof het niet meer klikte tussen ons.”
Roan: “Het was vooral het creatieve dat spaak liep, maar natuurlijk ga je je frustraties dan anders uitwerken. We zijn allebei ook geen gemakkelijke persoonlijkheden en in niet ideale omstandigheden durft dat al eens clashen. Officieel zijn we nooit gestopt, maar het was duidelijk dat de boel even mocht lamgelegd worden. Het werd belangrijk om ofwel afstand te nemen, ofwel een nieuwe manier van werken te vinden. Gelukkig is dat laatste gebeurd, maar we hebben eerst wel even een pauze genomen. We bleven elkaar wel zien, het is niet dat we ruzie hadden hoor.”
enola: En toen kwam Hendrik met de verlossende oplossing?
Willemyns: “Ik heb een jaar zitten nadenken over wat ik wilde doen. Ik wilde ook een film maken en zou me daar op concentreren. Het moest over muziek gaan, dus filosofeerde ik over wat de toekomst van muziek kon zijn. Ik zat in Chongqing in China om aan het verhaal voor mijn film te werken, wandelde er veel rond om inspiratie op te doen. Zo zat ik op een bepaald moment naar de soundtrack van ‘Song From The Forest’ te luisteren en dan vooral naar wat Bayaka Pygmies daarop deden. Het contrast van die junglemuziek, die percussieve ritmes uit houten blokken, of zelfs gewoon door op het rivieroppervlak te slaan, contrasteerde geweldig met die superstructuur van een megalopolis waar ik door liep. Met die tegenstelling wilde ik iets doen. Ik heb geprobeerd om zelf muziek te maken over die pygmeeënmuziek, maar die opnames lieten dat niet toe. Toen heb ik John gesuggereerd om samen naar Afrika te gaan voor opnames en die als basis van een nieuw begin te nemen. John zag dat zitten, dus trokken we naar Nigeria.”
enola: Ook niet het meest evidente plan.
Willemyns: “Nee, maar toch: ik had er dankzij het Canvasprogramma Paper Trails al een netwerk van contacten. Het land had me ook geraakt en ik heb aan die tijd vrienden overgehouden. ’t Is een heel intens volk met een fantastische ritmiek. Het voelde eigenlijk als een heel logische stap. En het zát bovendien meteen goed. De reis op zich was al fantastisch en heeft John en mij veel deugd gedaan. We vonden opnieuw een soort vriendschap of warmte die weg was. Zo gaat dat hé, een koppel in crisis kan ook al eens baat hebben bij een verre reis.”
Roan: “Ik stond niet te popelen om terug naar Nigeria te gaan, maar het was wél een opening om de boel weer te laten draaien, dus eigenlijk heb ik geen seconde moeten nadenken. De zin om dit ding nieuw leven in te blazen was groot genoeg. Het had geen overredingskracht nodig, het was van ‘let’s go’. Een goeie beslissing. Het deed ons meteen van meer dromen. Er werd een heel goeie basis gelegd waar wij mee aan de slag zouden kunnen gaan, dus ik had er een goed gevoel bij. Ik wist: we zijn weer vertrokken. Het idee om de muziek vrij te laten zijn en niet langer in grids vast te leggen, gaf nieuwe zuurstof.”
enola: Was het muzikale resultaat wat je vooraf had verwacht?
Willemyns: “Goh. (blaast) Ik probeer mijn verwachtingen niet te concreet te maken, het is pas als je iets vrij laat dat het kan werken. Ik weet dat ik het idee had Afrikaanse ritmes op te nemen, daarboven een heel Europese bas en daarnaast een soort dancebas en dan nog wat shoegazegitaren. Zoiets was nog nooit gedaan. (lacht) Als een kok die in zijn keuken ingrediënten mengt, zag ik dat voor me. En zo’n nummers hebben we gemaakt. “Bend In The River” bijvoorbeeld, maar absoluut niet de hele plaat, is zo geworden. Daarna hebben we dat idee losgelaten en lieten we de muziek gewoon vrij. We hebben het laten worden wat het kon worden.”
enola: Waar slaat de titel In The Rush Of Shaking Shoulders op?
Willemyns: “Dat komt uit een gedicht dat Yumoke Verisimo heeft geschreven voor een dichtbundel die ik aan het samenstellen ben. Het is een mooie maar harde tekst over een prostituee die eindigt met de zin ‘In the rush of shaking shoulders and hope of bliss’. Dat werd snel de werktitel, want ik vond die ‘rush’ en die ‘shaking shoulders’ een boeiende suggestie van spanning en opwinding in zich hebben, maar ook tristesse. In het gedicht lijkt het huilen ook nader te staan dan het lachen, maar voor mij kunnen die schouders ook met seks te maken hebben. Die combinatie kenmerkte de plaat wel voor me.”
enola: Ook je film en die dichtbundel zouden net als de plaat draaien om de relatie tussen seks, poëzie en muziek. Hoezo?
Willemyns: “De kern van de zaak is die beginvraag ‘wat is muziek?’. Vandaar kwam ik snel uit bij de vaststelling dat muziek maken als seks is. Dat is uiteindelijk ook het thema van de film geworden en daarbij is poëzie de manier geworden waarop ik er naar keek, als het bindmiddel om te vertellen dat muziek en seks broer en zus zijn.”
enola: Los van Arsenal werk je dus ook aan een film. Waarom komt dat project mee in dit verhaal?
Willemyns: “Zonder die film was deze plaat er niet gekomen. Het een heeft het ander dus aangespoord en ze delen een thematiek. Beide gaan ze over vastzitten, vastzitten in een relatie, in een structuur, een kooi. Ze zijn dus gelinkt, al was het maar via mij, maar ze zijn los van elkaar te nuttigen. De film wordt een klassieke, maar wat poëtische speelfilm met bijna allemaal Japanse acteurs. Een muzikaal drama met heel wat fantasie. Ik hoop dat ik ze na de zomer af heb.”
enola: Hoe krijgt iemand als jij een Japanse productie op poten?
Willemyns: “Drie jaar geleden draaide ik al Dance Dance Dance in Japan. Dat was gokken: mensen vertrouwen geven en hopen dat het niet beschaamd werd. Het voordeel is dat dat daar wel kan. Het is geen gemakkelijk volk om mee te werken gezien de taalbarrières, maar eenmaal je bezig bent, werkt het wel héél goed. Ze hebben ook slechte ervaringen met westerlingen, die niet open willen staan voor de subtiliteiten van hun cultuur, ook dat speelt mee. Gelukkig heb ik mensen leren kennen die als een soort adapter kunnen werken tussen mij en hen.”
enola: Gek: met Whale en Jellyfish telt In The Rush Of Shaking Shoulders twee vissensongs. Een thema?
Willemyns: “Eigenlijk stonden er nog meer dieren op, maar die hebben we er uitgehaald opdat het toch geen hele zoo zou worden. Ik had immers een manier verzonnen om met die Nigeriaanse muzikanten te communiceren over muziek door hen te vragen zus of zo’n dier te spelen. Ik wilde veel variatie en door verschillende dieren te spelen, kreeg ik ook ongelofelijk uiteenlopend materiaal. Die Nigeriaanse muzikanten hebben daar ook een traditie in. Hun ‘hunterpoetry’ bevat allemaal gedichten over dieren; dat leeft. Ze begrepen dus heel goed wat ik wilde. Enkel bij voor hen minder evidente dieren als een kwal blokkeerde dat systeem wat, maar ik had een hele lijst beesten, dus dat trokken we wel recht. We hebben onze dagen daar goed gevuld.”
enola: Heb je daarmee een nieuwe methodiek gevonden voor de toekomst?
Willemyns: “Daar heb ik al behoorlijk wat over nagedacht, maar wat mij betreft is het te vroeg om dat al te zeggen. Het was een goeie werkmethode, maar ik weet niet of het dé methode is. Of we nu voor elke plaat naar Nigeria moeten, dat weet ik zo nog niet.”
enola: Maar Arsenal is in elk geval gered?
Willemyns: “Arsenal is zeker voor een paar jaar weer goed. Absoluut.”
Roan: “We zijn al volop aan het denken hoe we deze trein nu aan het rollen kunnen houden. Dat alleen al is een positief teken.”
Arsenal staat op zaterdag 14 juli op Cactusfestival.