Blood Red Shoes moet een van de hardst werkende bands van het moment zijn. Schier oneindige tours worden om de twee jaar even onderbroken voor een nieuwe plaat. In Time To Voices is hun derde op vijf jaar tijd, en het is een tweede grote stap voorwaarts. Weg van hun karakteristieke woede richting melodie en harmonie, weg van de riffs richting zorgvuldig opgebouwde songs. We spraken Steven Ansell en Laura-Mary Carter in Brussel-Zuid, voor een ontzettend warmhartig gesprek over een ontzettend moeilijke plaat om maken.
enola: Jullie zijn echt een band met een mening. Vooral jij, Steven …
Steven: (lacht luid)
enola: … Voor jou draait Blood Red Shoes blijkbaar niet gewoon om muziek maken, maar is het een kwestie van al je overtuigingen over muziek in de praktijk om te zetten.
Steven: (grijnst) “Ja. Daar zeg je zoiets. Ik heb er nooit zo bij stilgestaan… Ik doe het gewoon.”
Laura-Mary: “Ik denk wel dat elke band z’n meningen heeft, maar ze vaak gewoon niet uitspreken. Als band krijg je door het internet vandaag kritiek van alle kanten, wat je ook doet. Vandaar dat velen ook schrik hebben om voor hun mening uit te komen, omdat ze denken er dan altijd mee geconfronteerd te zullen worden. Zeker wanneer je als band een andere groep bekritiseert, wat wij soms doen. Als we die dan backstage tegenkomen, gaan we niet draaien met de wind en zeggen dat we het zo niet bedoeld hebben. Er zijn ondertussen veel groepen die weten dat wij hen niet goed vinden, maar toch kun je er nog een goeie relatie mee onderhouden.”
Steven: “Ja, dat is zo cool bij ons, raar genoeg. Veel van die groepen respecteren onze mening over hen en zijn bevriend met ons geraakt. Two Door Cinema Club bijvoorbeeld, ik kan hun muziek niet uitstaan. Ze weten dat en het kan hun niks schelen. We zijn vrienden.”
enola: En hoe gaan jullie met kritiek om tegenwoordig? Kan het nog kwetsen, zoals het bij jou soms deed enkele jaren geleden, Laura-Mary?
Laura-Mary: (resoluut) “Nee.”
Steven: “Je krijgt steeds meer vertrouwen in wat je doet. Des te meer je leert, des te sneller je kritiek over je heen laat gaan omdat je weet dat wat je maakt echt goed is. Ik ben er blij mee, dus laat ze maar zeggen. Je beseft wanneer je jezelf voor schut hebt gezet of zelf twijfels hebt over je plaat, dan raakt die kritiek je meer. Met dit album hebben we bijvoorbeeld meer vertrouwen dan ooit tevoren. We hebben harder gewerkt dan ooit, onze grenzen verschoven tot het pijn deed. En toch weten we dat er mensen dit afserveren en zeggen dat het suckt.”
Laura-Mary: “Maar ja, het zou raar zijn als iedereen dit goed zou vinden.
Steven: Zulke platen maken The Bee Gees.” (hilariteit)
enola: Bij jou kreeg die kritiek vaak nogal een seksistisch tintje, Laura-Mary. Je schreef er toen een best wel emotioneel statement over tijdens jullie doorbraak.
Laura-Mary: “Ja. Het is fel geminderd. (zucht) Er zullen altijd wel vunzige opmerkingen over je uiterlijk gemaakt worden gewoon omdat je een vrouw bent … But I’m past that now. Toen had ik het er echt wel lastig mee, omdat ik toen nog een heel andere persoon was dan wie ik nu ben. Het lag echt niet in mijn aard toen om zo te reageren, maar ik moest me in die tijd stevig aanpassen aan m’n nieuwe leven, weet je.”
Steven: “Klopt. In die heftige beginperiode kunnen verkeerde commentaren really crush you. En nu zeg je gewoon: Hey fuck you, I’m on stage and you’re not. See you later!” (wuift en lacht)
Laura-Mary: (bloedserieus) “Ik voel me nu ook veel meer vertrouwd met m’n instrument, toen had ik nog zo veel te leren. Niet dat de mensen het toen opmerkten, maar het was wel zo.”
Steven: “Ondertussen zijn we ook een gang geworden. In september zitten we acht jaar in een groep, dan word je ook hechter met elkaar. Daar put je ook troost en sterkte uit, een beetje us against the world. In ons geval is het een heel kleine gang, maar we zijn het wel.”
enola: Dat laat zich anders steeds minder vertalen op plaat vind ik, die “us against the world”. Jullie woede maakt steeds meer plaats voor, tja, pure schoonheid. Bepaalde melodieën en zanglijnen durf ik echt troostend te noemen.
Steven: (geeft een stevige schouderklop) “Wel man, dan heb je deze plaat beter begrepen dan al wie we tot dusver over dit album gesproken hebben.”
Laura-Mary: “Ik ben zo blij dat je dat zegt. We zingen inderdaad niet zo veel meer over woede, deze plaat gaat veel verder dan dat. Ze is een pak persoonlijker.”
Steven: “Ja. Deze plaat belicht meerdere kanten van ons, zo veel mogelijk. En niet van “ons” als een groep, maar van elk van ons apart, als individu. Er is veel meer individualiteit van ons beiden op dit album. We zingen een pak minder tekst samen, scheiden onze zanglijnen meer, zonder er twee albums van twee mensen van te maken. Daardoor konden we elkaar ook eens andere richtingen in sturen in plaats van altijd het compromis te moeten opzoeken. Dat was heel interessant voor ons en liet ons toe nog persoonlijker en eerlijker te zingen op deze plaat. En vaak in een heel ander register.”
enola: Dat valt echt op, ja. Soms klinken jullie stemmen onherkenbaar tegenover vroeger.
Laura-Mary: (denkt na) “Ik zing niet meer tegen Steven op, ik roep daardoor niet meer. Nu zing ik zoals ik echt zing. Dit is mijn natuurlijke manier van zingen.”
Steven: “We bevrijdden ons ook in de manier van songschrijven: we schreven niet meer live op het moment zelf met mij achter de drumkit en zij rechtop met een gitaar. We schreven de melodieën, probeerden ze dan uit met heel basic instrumenten, schaafden er nog aan, probeerden andere harmonieën. Dan moesten we niet denken aan de drums en de gitaren in dat nummer. We moesten gewoon zingen. Daar leerden we zo veel uit. En zo konden we dingen proberen die we nog nooit hadden gedaan.”
Laura-Mary: “Het is zo een heel gevarieerde, heel persoonlijke plaat geworden, met verschillende gevoelens. We zingen over elkaar, onze persoonlijke ervaringen, over hoe we ons voelen over bepaalde dingen. Het is nogal abstract, maar het komt ook van uit een diepere plaats dan ooit tevoren.”
enola: Abstract misschien, ik vind het bijwijlen echt melancholisch klinken. Alsof het even stilstaan is bij waar jullie mee bezig zijn.
Laura-Mary: (glimlacht) “Misschien wel ja… We zitten immers ook acht jaar in deze groep.”
Steven: “We hebben het over veel dingen die we tot dusver nog niet hebben uitgedrukt, die we opgespaard hadden omdat de muziek er zich niet toe leende.”
enola: Bij jullie lijkt er geen stress rond die derde plaat te zijn. Er was een tijd dat bands bijna onderdoor gingen aan de druk van zo’n mythische derde plaat, jullie doen gewoon door.
Steven: “Pas op man, this one was fucking hard to write. Fucking hard. Aan het einde was het ontzettend bevredigend, maar het proces om daar te geraken was soms hels.”
Laura-Mary: “Je kunt drie jaar aan een plaat als deze werken, en ze analyseren, er aan blijven schaven, maar dan verliest ze haar vuur. Er kwam dus altijd een punt waarop we moesten zeggen: dit is het. Er is altijd een sense of urgency in onze band. Dit was dus echt wel de moeilijkste plaat voor ons, omdat we ons toch wel veel druk oplegden en echt alles wilden analyseren en ons verbeteren… It was really, really hard.”
Steven: “Ik heb echt gedacht om met de groep te kappen soms.”
Laura-Mary: “Ik voelde me wel beter. Als Steven eruit wilt stappen, is het tijdens het schrijven van nummers. Ik tijdens de optredens (lacht).”
enola: Een paar jaren geleden zei jij, Steven, dat je je niet kon voorstellen meer dan vijf albums te maken met deze groep. Maar als jullie zo blijven groeien plaat per plaat, kan ik me niet voorstellen dat jullie het bij vijf houden. Er zijn de laatste jaren al zo weinig groepen die een oeuvre bij elkaar schrijven op die manier, zoals Radiohead bijvoorbeeld.
Steven: “Nu noem je een van de weinige groepen vandaag waar je tenminste echt naar kunt opkijken. Een band die echt groot en belangrijk is, en toch echt heel goed blijft (lacht). Er zijn er zo weinig. Neem nu In Rainbows, dat is toch een ongelooflijke plaat?”
Laura-Mary: “In Rainbows was echt een inspiratie voor ons. Ze experimenteren en doen nieuwe dingen, maar ze vergeten nooit een echt nummer te schrijven.”
enola: Mja, na OK Computer leken ze me net bezig met geen songs te schrijven. Pas op In Rainbows vonden ze echt het perfecte evenwicht tussen experiment en song. Dankzij waanzinnige melodieën en zanglijnen.
Laura-Mary: “I totally agree with you. Onze platen worden ook experimenteel genoemd, maar dat zijn ze niet. We leren gewoon en proberen gewoon steeds betere nummers te schrijven. Je leert eerst kruipen voor je kunt stappen.”
Steven: “We willen steeds nieuwe dingen doen, maar we hebben echt een pop sensibility, we proberen dat in een nummer te gieten. We willen geen plaat uitbrengen die alleen maar pocht met het aantal rare geluiden dat er nu weer op staan. Dat is misschien voor een zijproject (lacht). Ik hou wel van zulke platen, maar ze raken me nooit zoals een plaat met klassieke songs.”
enola: En naar die klassieke songs met sterke melodieën hengelen jullie echt op deze plaat.
Steven: “Dat was ook exact de bedoeling. Zie het gerust als een poging om een klassiek album te maken.”
enola: Ik zie dit net als het album voor zo’n klassieker, dit bouwt echt op naar iets. Er zit soms zelfs een zweem van anthems in.
Laura-Mary: (glimlacht) “Zo voel ik het ook.”
Steven: “Daar zijn we eerlijk gezegd wel gevoelig voor, ja. We hebben op onze vorige platen soms toch ook al een beetje anthem in gestoken. We worden er alleen maar beter in.”
enola: Tijd voor jullie “Use Somebody” of Chasing Cars” dus.
Steven: (hilariteit) “Wees gerust: we hebben een harde lijn wanneer het “cheesy” dreigt te worden als we wat meer “anthem” in onze nummers willen steken.”
Laura-Mary: “Ja, we zouden zo’n nummer echt niet over ons hart krijgen. Het mag niet te “stadion” worden, dan maken we direct rechtsomkeer in een nummer.”
Steven: “Ik weet nog goed dat we aan het jammen waren voor dit album, en we waren echt aan iets cools bezig. Toch klopte er iets niet en we konden de vinger er niet op leggen. Bleek het gewoon te veel als Pearl Jam te klinken.”
Laura-Mary: “En ik zei direct: Let’s not go there.”
Steven: “En toch zijn we met bepaalde akkoorden van die jam blijven werken, wat uiteindelijk leidde tot m’n favoriet op de plaat, “The Silence And The Drones”. Dus wat ik aanvankelijk te cheesy vond, heeft echt iets moois opgeleverd.”
enola: Steven, jij durft je erover op te winden dat er geen enkele band is die zich druk maakt in de financiële en sociale wantoestanden vandaag, van Griekenland tot de rellen in Londen vorig jaar…
Steven: (onderbreekt opgewonden) “Ja, dat zeggen we al zo veel jaar! What the fuck is it? Ik zie zo veel dingen gruwelijk verkeerd lopen, allerlei rare uitbarstingen, afscheuringen, ontevredenheid. En dan zie ik veel bands gewoon fucking liefdesliedjes zingen, in complete ontkenning.”
Laura-Mary: “Ik geloof echt dat het ontkenning is. Ze willen wat er allemaal scheef loopt vandaag niet in de ogen kijken.”
Steven: “Voilà, ze willen gewoon zachte muziek maken om te helpen vergeten of zo, en ze denken dat hun publiek dat ook nodig heeft. Misschien is dat ook zo. Dat begrijp ik. Maar het vreemde is dat zo goed als alle bands dat tegenwoordig opzoeken, en elke ontevredenheid, elke uitdaging uit de weg gaan. Maar gasten, er is echt een probleem hier…”
Laura-Mary: “In het verleden ontstonden er tenminste bewegingen en groepen uit zulke dingen. Daar heb ik nu nog niks van gemerkt.”
enola: Wat ik wou zeggen: ik vind het wel vreemd dat jullie je daar altijd zo over opwinden, en toch nu net met de meest persoonlijke plaat over elkaar komen.
Laura-Mary: (lacht ontwapenend) “Oké. Pas op, het is wel aanwezig hoor. “Lost Kids” gaat bijvoorbeeld over de sociale rellen in Londen vorige zomer.”
Steven: “Toen we dit schreven in die periode heerste er een heel vreemde sfeer in de UK. People were getting fucking angry, you could feel it in the air. Mensen waren ongelukkig, en er borrelde een enorme spanning op. En vreemd genoeg heerste er tegelijkertijd ook zo’n spanning tussen ons beiden, het klopte even niet meer. En dit nummer is een poging om beide met elkaar te verbinden.”
Laura-Mary: “Je zou eigenlijk kunnen zeggen dat zulke negatieve gevoelens stevig op onze vorige twee platen aanwezig waren, en nu slechts een beetje, puur en alleen omdat we andere dingen wilden, en konden, schrijven. We willen het allemaal ook niet over-analyseren. Het is niet zo dat we ons aan tafel zetten en zeggen: nu gaan we schrijven over al die ontevredenheid vandaag. Soms kwam dat eruit ja, maar we verbaasden ons vooral over die andere kant van ons die eruit voortkwam.”
enola: Steven, jij schreef onlangs een heel manifest over 10 dingen die je geleerd hebt sinds je professioneel muzikant bent. Wat heb je nog te leren vind je?
Steven: “Och, nog zo veel. Vooral hoe je als groep omgaat met de sociale media is tricky tegenwoordig. Bands vandaag hebben al gauw de neiging om iedereen te bombarderen met informatie over zichzelf: Check eens op welke coole plaats wij nu zijn. Of: nou, hebben wij even vandaag fantastisch gerepeteerd! Je nodigt constant het hele universum uit in je leven. Facebook en MySpace is niet meer dan je hele leven publiek maken naar de hele wereld. Alles is publieke informatie, en ik ondervind steeds meer hoe ongelooflijk saai dat is. Vreemd genoeg, en dat heeft misschien met m’n punkrock achtergrond te maken, lijkt het alsof ik steeds meer afstand wil tussen ons en ons publiek in bepaalde aspecten. Muzikaal uiteraard niet, daar wil je zo dicht mogelijk bij je publiek geraken, maar al die andere zaken…”
Laura-Mary: “Willen mensen dat trouwens allemaal wel weten? Ik wil gewoon veel dingen privé houden, mag het even? I’m not a fucking idiot.”
Steven: “Voilà. Ik vind dat ‘mysterie’ aan een band zo aantrekkelijk, we moeten alleen zien hoe wij dat naar onze groep vertalen. Laat de mensen uitzoeken waar een nummer over gaat, of wat het voor hen betekent, in plaats van het allemaal zomaar te vertellen. De helft van de tijd weten we het trouwens zelf ook niet (lacht). Misschien komen we er later wel achter: “aha, daarom schreef ik dat toen zo!” De meeste muzikanten schrijven ook niet met hun hoofd, maar vanuit wat juist voelt. Wij nu ook meer dan ooit.”