Vijftig jaar geleden ontpopte 1967 zich stukje bij beetje als een wonderlijk muziekjaar. Klassieker na klassieker uit de muziekgeschiedenis zag het levenslicht, en ook in de schaduwen daarvan krioelde het van het leven. Daarom brengt enola.be het hele jaar door een eerbetoon aan dat gezegende ANNEE 67.
The Byrds zijn hun hele bestaan lang een band geweest die voortdurend op ontploffen stond, een geheel van tegen elkaar opknallende ego’s. Op Younger Than Yesterday, hun meesterwerk uit 1967, viel alles echter heel even perfect in de plooi.
Met de klassieker Sweetheart Of The Rodeo — de stenen tafel van de countryrock – moeten The Byrds zich geen zorgen meer maken om hun erfenis, maar dat was in 1967 nog anders. Natuurlijk: er was dat typerende gitaargeluid met de rinkelende arpeggio’s van Roger McGuinn, dat ervoor zorgdedat hun bewerking van Bob Dylans “Mr. Tambourine Man” naar de top van de hitlijsten gekatapulteerd werd. Daarna volgde nog een rits hits. Op vlak van songschrijven stond de groep echter nog in haar kinderschoenen: bijna al hun materiaal bestond uit bewerkingen van traditionals of covers (en dan vooral van hun grote held Bob Dylan). De eigen geschreven songs uit Mr. Tambourine Man en Turn! Turn! Turn kwamen dan weer voornamelijk uit de pen van Gene Clark.
Die Gene Clark stapte begin 1966 echter, nadat vliegangst – waardoor touren voor de breekbare Clark een hel was – en twisten over auteursrechten en zangpartijen hem te veel waren geworden, teleurgesteld uit de band. Zo verloren The Byrds hun belangrijkste songleverancier en begonnen gehavend aan de opnames van Fifth Dimension. Daarvoor sloegen Roger McGuinn en David Crosby zelf dan maar aan het schrijven. Toch was het op die plaat nog vooral zoeken naar een eigen stem, en opnieuw bestond een groot deel van de songs nog steeds uit covers en traditionals. Daarbovenop werd hun single “Eight Miles High” (waar Clark net voor zijn vertrek nog aan had meegewerkt) door de Amerikaanse radio verbannenwegens verwijzingen naar drugs. Het album werd gemengd onthaald en het grote publiek verloor de band snel uit het oog.
1966 kende dus een bittere start voor de vroegere goudhaantjes van de Amerikaanse hitparade. Maar nu The Byrds de status van hitband kwijt waren, konden ze zich storten op het experiment. Younger Than Yesterday, opgenomen in de nadagen van dat annus horribilis, zou een nieuwe start betekenen en de groep de hoognodige ademruimte geven. De studio werd een speeltuin en de groep snoof aan allerlei genres. McGuinn en Crosby kwamen als songschrijvers tot volle wasdom, en ook bassist Chris Hillman begon zich te manifesteren. Hij schreef meteen een derde van het album bij elkaar. En zo werden The Byrds op Younger Than Yesterday pas echt volwassen, met een plaat die even een broze vrede bood tussen de egoclashes die de band zo kenmerkte.
Opener en eerste single “So You Want To Be A Rock ‘N’ Roll Star” toont meteen wat voor klasse dat kon opleveren: een bijtende tekst die prefab hypes zoals The Monkees – en eigenlijk ook een beetje zichzelf, want The Byrds wisten maar al te goed wat een hype met een groep kan doen – op de korrel nam en die sindsdien in elk muzikaal decennium wel actueel is gebleven. Altijd en overal duiken nu eenmaal bands op die meer leunen op hun nonchalante look dan op muzikale kwaliteiten. Het nummer betekende ook de introductie van blazers in de wereld van de groep, waarvan de leden op Younger Than Yesterday meer dan ooit arrangementen omarmden. Op “C.T.A. – 102” behoudt de band de klassieke songstijl van hun eerste platen, maar voegt daar psychedelische studio-effecten aan toe (het resultaat van experimenten met een oscillator). Ook op afsluiter “Why” combineert de groep met succes een vintage-Byrdssfeertje met nieuw ontdekt terrein.
Met de opmars van Hillman als songschrijver sloegen The Byrds voor het eerste ook de paden van de country in die hen twee jaar later naar Sweetheart Of The Rodeo zouden leiden. Eerst nog vrij subtiel, in de single “Have You Seen Her Face”. De band knipoogt hier naar de Britse muziek van The Beatles en hun volgelingen die vanaf midden jaren ’60 Amerika begon te overspoelen.Die country invloedkomen nog meer naar voren in twee andere Hillmancomposities: “Time Between” en “The Girl With No Name”. De prominente slidegitaar en rootsroffels halen eerder saloons dan hippe clubs in Los Angeles voor de geest. En in het midden van B-kant van de plaat komt hun grote held Bob Dylan toch nog eens piepen, met een buitengewone versie van “My Back Pages”. Het samenspel van de kenmerkend jengelende gitaar van McGuinn, een subtiel orgeltje (door Van Dyke Parks) en mooie samenzang in het refrein, met dat briljante “But I was so much older then/ I’m younger than that now”, maakt dit misschien wel hun beste cover van de bard.
Tegelijk staat er ook een zware psychedelische stempel op de plaat gedrukt. Vooral David Crosby, toen al geen doetje op vlak van druggebruik, brengt de plaat naar hogere sferen. Het sinistere “Everybody’s Been Burned” sluipt voorbij in een THC-wolk. “Mind Gardens” is misschien wel het meest experimentele nummer van de plaat: het nummer baadt in een door Ravi Shankar beïnvloedde raga-sfeer, opgeroepen door achterwaarts afgespeelde gitaren. Crosby’s tekst over de tuin in zijn geest gaat tegelijk nergens en overal naartoe. Maar ook Hillman had nog wat paddenstoelen op overschot, met “Thoughts And Words” als resultaat, opnieuw een nummer dat de eerder donkere kanten van psychedelische rock opzoekt. De groep last bruuske tempowissels in en verweeft vreemde geluiden met de arpeggio’s van McGuinn.
Younger Than Yesterday is de plaat waar alles samenkomt: de eerste die ongeveer volledig uit eigen materiaal bestaat, dat bovendien voor het eerst écht naast de songs die ze elders haalden kan staan (als je de Clarkpareltjes uit de beginjaren niet meetelt). David Crosby, Roger McGuinn en Chris Hillman zijn eindelijk volwassen geworden als songschrijvers en drukken meteen elk op een andere manier een onmisbare stempel op de plaat. Die blikt zowel terug als vooruit, met songs die evenveel knipogen naar de commerciële successen van vroeger als naar de combinatie psychedelica/ countryrock die ze op opvolger The Notorious Byrds Brothers nog verder zouden uitwerken. Sweetheart Of The Rodeo mag dan misschien het meest invloedrijke album van The Byrds zijn, Younger Than Yesterday is waarschijnlijk – zeker voor hen als groep – de belangrijkste en misschien wel hun beste. Het is een magnifieke plaat, de draaischijf, die van The Byrds een volwassen band maakte.
Maar de veelzijdigheid die van het album zo’n meesterwerkje maakt, houdt ook de kiem van hun ondergang als groep in zich. Je ziet het op foto’s uit die tijd: McGuinn zit sober in het pak ietwat bedrukt voor zich uit te staren, terwijl Crosby de militante dandy is, een in extravagante kledij gehulde hippie. Op Younger Than Yesterday houden de verschillende karakters binnen de groep, elk gezegend met een uit de kluiten gewassen ego, elkaar wonderwel in evenwicht. De rest van het jaar ’67 zou de band besteden aan The Notorious Byrds Brothers. Ego-oorlogen, conflicten over songs en ontsporend druggebruik zorgden echter voor zo’n hoogoplopende spanningen, dat tegen de release van het album David Crosby kordaat aan de deur werd gezet. Zijn bijdragen waren wel nog op de plaat te vinden, maar op de hoes werd zijn hoofd onsubtiel vervangen door dat van een paard. De band lijfde Gram Parsons in en sloeg resoluut het pad in dat hen naar die andere grote klassieker zou leiden.