Op God At The Casino (2015) liet dit Frans-Belgische trio een geluid horen – iets op de wip tussen vrije jazz, avant-rock en de ROI van Univers Zero & co. – dat met verstomming sloeg. Zeker live groeide de band uit tot een waar fenomeen. Vijf jaar later verschijnt opvolger Kaiju Eats Cheeseburgers, een release die je opnieuw alle hoeken van de kamer laat zien. Heftig headbangen en helemaal verdwijnen in manisch klankonderzoek, het kan allemaal.
De muziek van het trio wordt regelmatig gestuwd door een rauwe punk-energie en er zitten hier en daar vrije uitbarstingen in, maar wat vooral bijblijft is de immense strakheid waarmee gemusiceerd wordt. Veel heeft daarbij te maken met de stijl en aanwezigheid van drummer Sylvain Darrifourcq, een klassiek geschoold muzikant die intussen een heel eigen taal ontwikkeld heeft, waarbij kracht, waanzinnige strakheid en een verbluffende textuurbeheersing virtuoos in evenwicht gehouden worden. Dat liet hij horen in uiteenlopende contexten – van de meer traditionele/jazzgerichte, bij Émile Parisien, tot het wringende MilesDavisQuintet! (nog een trio met cellist Valentin Ceccaldi) -, maar het komt nergens zo aanstekelijk binnen als bij dit trio en het verwante ‘In Love With’, waarin Hermia wordt vervangen door violist Théo Ceccaldi.
Ook nu word je meteen in die compleet unieke en herkenbare wereld binnengeslorpt. Het titelnummer is een prijsbeest zonder weerga, een kanon dat opent met een moddervette cello-riff waar al de rest omheen wentelt: saxofonist Hermia zwelt zachtjes aan en kan vervolgens lekker gieren en scheuren, Darrifourcq belaagt Ceccaldi langs alle kanten, met hypercompacte roffels en krappe uitvallen, vlugge accenten en rinkelende effecten. Het is de manische interactie waar deze band zijn reputatie op bouwde. Al wordt ook nu even gas teruggenomen. Na drieëneenhalve minuut ontvelt het boeltje, met sloom geplukte cellosnaren, zachte saxgemurmel en rinkelende en vibrerende speeltjes op het drumvel, maar dat is van tijdelijke duur. De drie nemen aan minutenlange aanloop en gaan vervolgens weer loos in een kokende finale die afgerond wordt met een paar directe muilperen. KO.
De rest van het album varieert al net zo gretig met die extreme dynamiek. De muzikanten durven soms eindeloos lang, met de onverzettelijke toewijding van een autist, herhalen en herhalen, soms op fluisterniveau. Maar dat combineren ze dan weer met hondsdolle uitvallen waarbij ze net niet je neus afbijten. Zo gaat het in “Ma-rie Antoi-nette”: eerst wrijven, roteren en golven, met de ene laag op de andere, tot de spanning onhoudbaar wordt. Dus: ontploffen met hoekig verkrampende ketelherrie (met vrijgeleide voor Hermia), die omslaat in wat je nog het best kan omschrijven als cellometal in gallop (on-weer-staan-baar). Opnieuw met Darrifourcq all over the place.
Ongetwijfeld ook een livekanon: “Charbon”, dat snedig uit de startblokken schiet en imponeert met een drukke triofusillade, om verderop dichter bij de freejazz te belanden dan ooit tevoren. Ceccaldi zorgt voor de stuwing, Hermia voor warmbloedig melodisch materiaal, Darrifourcq voor genoeg ritmische variatie voor een heel album. Het doet dan ook deugd dat Kaiju Eats Cheeseburgers wat rustmomenten inbouwt. In twee composities werkt het trio vooral rond textuur. In het lange “Disruption” (oh ironie) zetten ze volop in op dat intense fluisterminimalisme à la MilesDavisQuintet!, met een veelheid aan schurende, piepende, zeurende texturen. Fascinerend, maar het compactere “Collapse In Sportswear” overtuigt nog meer. Je hebt er soms geen idee van of je naar akoestische of elektronische klankgolven luistert, met het verloop van de ‘song’ als een canvas voor abstractie en spanningsopbouw. De twee sluiten elkaar niet uit.
Kortom: alweer een uitzonderlijk album van drie avonturiers met een geluid dat nog steeds uit de speakers spat. Het advies ‘pik ze live mee’ blijft van toepassing, want op een podium verbluft het stuntwerk zo mogelijk nog meer, maar bij gebrek aan concerten is de keuze simpel: haal dit schijfje in huis. Je krijgt zelden muziek te horen die je zo origineel en onstuimig (of net niet) bij de lurven grijpt.