In oktober van 2015 berichtten we uitgebreid over onze fascinatie voor (enkele gedaantes van) de hedendaagse Portugese improvisatie. Wat blijkt nu: een forse greep uit de artiesten die we toen aan bod laten komen, verzamelt van 2 tot 4 juni in de buurt van Lissabon voor DESVIO, een driedaags festival dat die scene uitgebreid in de kijker zet met dertien concerten. We zijn van de partij, maar niet voor we nog een aanvulling konden doen op de reeks, met vijf nieuwe delen.
De hele week gidsen we u door die Portugese weelde, met heftig gerammel en bezwerende ingetogenheid; kleine, intimistische bezettingen en de grandeur van een pompend orkest. Tussen muzikanten die aardig van jetje kunnen geven in de marge van de (free) jazz, en zij die resoluut op zoek gaan naar een eigen geluid. Centrale spelers die van productiviteit hun handelsmerk gemaakt hebben en semi-legendarische figuren die steeds blijven ontglippen.
Op DAG 1: drie trompettisten. Susana Santos Silva is bezig aan een steile opmars die intussen leidt tot een bredere internationale erkenning. Ze heeft intussen alweer twee nieuwe albums opstapel staan, deze keer met Scandinavisch volk, maar we keren eerst even terug naar haar duoalbum met de in Amsterdam gebaseerde pianiste Kaja Draksler. Luís Vicente is nog een beetje een geheim, vooral bekend bij de liefhebbers, maar de vraag is hoe lang dat nog het geval zal zijn. De voorbije jaren maakte hij indruk met een aantal opvallende bands, en nu voegt hij eentje toe aan dat rijtje met een opname met goed volk uit Amsterdam. Sei Miguel is misschien wel de sfinx van de Portugese scene. Een eigenzinnig figuur die al meer dan drie decennia hoogstpersoonlijke muziek maakt. Zijn nieuwste, pas verschenen album laat opnieuw zijn idiosyncratische geluid horen.
DAG 2 staat in het teken van gitarist Luís Lopes. Die bracht op korte tijd drie albums uit, die zijn reputatie als instinctief muzikant enkel nog in de verf zetten. De concertregistratie met altsaxofonist Jean-Luc Guionnet uit 2011, die soms herinnert aan de gewelddadige duels van Brötzmann en Sharrock, sluit aan bij zijn meer extreme projecten, maar ook de recentere opname met José Bruno Parrinha (rieten) en Ricardo Jacinto (cello, elektronica) is geen slappe kost, al is dat dan om andere redenen. Hun samenspel sleurt je mee naar vreemde bestemmingen. En dan is er nog zijn intimistische soloplaat Love Song, de anatomie van een liefdesrelatie die al net zo merkwaardig is.
Net als vorige keer is DAG 3 helemaal voor bassist Gonçalo Almeida, die zowat aanspraak kan maken op de titel van ‘hardest working man in improvised music’. Voortdurend de hort op, en op zijn DIY label Cylinder Recordings bracht hij de vorige zes maanden drie releases uit: een samenwerking met collega-bassist Raoul van der Weide, een tweede 3″ cd met Rutger Zuydervelt (Machinefabriek) en een korte plaat met het Belgisch-Nederlands-Italiaans-Portugese kwartet Tetterapadequ. Zo.
Weinig bands hebben de Portugese improvisatie de voorbije jaren zo’n goede reputatie bezorgd als het illustere RED Trio, dat van haast telepathische interactie en een waanzinnige controle over dynamiek zijn handelsmerk gemaakt heeft. Op hun achtste release zijn ze nog eens te horen met de eerste gast die ooit op hun albums passeerde: de Britse grootmeester John Butcher. En wat een plaat! De andere band die we op DAG 4 onder de loep houden, is Fail Better!, dat een paar jaar geleden voor een verrassing zorgde met Zero Sum en daar nu een knap vervolg op gemaakt heeft. Misschien wel een ideale band en plaat om in de lokale scene te duiken.
En DAG 5 krijgt u er meteen bovenop. In dit slotdeel een paar buitenbeentjes, zoals de duoplaat van altviolist João Camões en elektronicaman Jean-Marc Foussat, die een wringende spanning uitbuiten. Daarnaast ook nog het Staub Quartet, een tot de verbeelding sprekende bezetting met akoestische gitaar, viool, cello en contrabas. En tenslotte is er nog het pompende orkest LUME, dat zijn arrangementen bedekt onder een dikke laag waanzin en (vooral) elektronica, met merkwaardig resultaat.