Laura Stevenson :: Cocksure

Laura Stevenson heeft ballen. Meer dan een half geslaagde woordspeling op Cocksure — de naam van de vierde langspeler van deze getalenteerde New Yorkse — is dat een oprechte stellingname omtrent ’s vrouws albumtitelkeuze en bij uitbreiding muziek. Cocksure, da’s namelijk iets als overdreven of pretentieuze zelfzekerheid. Het lef!

Ach, wees gerust, ’t is maar een vette knipoog van zelfspot, beste luisteraars. Laura Stevenson begon haar muzikale carrière als keyboardiste bij Bomb The Music Industry!, de punkformatie van Jeff Rosenstock na Arrogant Sons Of Bitches. Ze kan dus wel een potje keet schoppen als ze wil.

Gelukkig doet ze het samen met haar eigen begeleidingsband met losse bezetting, The Cans, minder agressief en voelt alles vooral melodischer aan. Haar sound doet nu eens denken aan goeie ouwe Aimee Mann (tweeluik-door-naadloze-overgang “Claustrophobe” en “Life Is Long”), dan weer aan de zonnige indiepoppunk van Best Coast (“Happier Etc”). Of aan The Lemonheads als Dando niet Evan maar Eva zou heten. Minder agressief wil natuurlijk nog niet zeggen dat de scherpe randjes afgevijld zijn.

Integendeel, op Cocksure krijgen die scherpe randjes in elk nummer wel een podium. Dat is nog het meest frappant op het blij botsende “Jellyfish”. Stevenson hakt daar met hondsbrutaal verwoorde eerlijkheid op haar eigen tekortkomingen in (“Same thing I wish for every New Year/’cause I’m lazy and a loser/they don’t come true/I’m blaming everyone but myself”). Als het refrein de tweede keer passeert, is de kwal al dood aangespoeld. In de plaats daarvan zingt Stevenson grofweg “piece of shit” over zichzelf. En dan klinkt dat ook nog eens alsof ze tijdens de opname spontaan koos voor de, euh, minder poëtische woorden. Dappere song, des te meer door de overtuigende vertolking. Als Stevenson ook elders vloekt of verdoemt, dan is die woordkeuze nooit gratuit, maar altijd raak.

Waar ze op eerdere platen meer de folkinvloeden liet doorschemeren, is Cocksure algemener van geluid. Op de subtiele accordeon in opener “Out With A Whimper” na zou het serieus zoeken zijn naar dat aspect van Stevensons muzikale persoonlijkheid — moest dat het enige zijn dat Stevenson maakt. Niet zo, dus. Ze weet handig om te springen met de veelheid aan invloeden die haar boetseerden, waardoor er zo goed als geen gevoel van gemis overblijft. Op single “Torch Song” gaat Stevenson aan de slag met een voorspelbare riff en uiteindelijk doet ze daar toch iets mee dat blijft hangen en op den duur zelfs anthemische proporties krijgt.

Helemaal de verdienste van de zangmelodie die ter compensatie lekker alle kanten op springt – een van Stevensons handelsmerken. Dat haar stem van nature leuk is om naar te luisteren, helpt het album ook al een flink eind vooruit.

Laura Stevenson kan op Cocksure al wat opgeluchter ademhalen dan op vorige pogingen. Ze stáát er nu met een verdiende eigen carrière en dan mag een mens al eens hoog van de toren blazen. Zolang het maar met een knipoog is.

Release:
2015
Sonic Rendezvous
Don Giovanni Records

verwant

De staylist van (ep)

…Nog een geluk dat er zoiets bestaat als muziek. ’t...

aanraders

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

The Slow Show :: Subtle Love

Eigenlijk had The Slow Shows daags na verschijnen van...

Goes & Goes :: Nie Gezeverd

Bestaat er zoiets als blues uit Vlaamse klei getrokken?...

Public Service Broadcasting :: This New Noise

Geef J. Willgoose, Esq. een oubollig onderwerp en hij...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in