Een “Kid A’ke doen”, het is tegenwoordig lang niet meer zo radicaal als vijftien jaar geleden. Creëerde Radiohead in 2000 een kleine hetze met de overstap naar een elektronische sound, dan zullen velen de overschakeling die nu door Vessels wordt gemaakt juist positief onthalen.
Na twee platen waarin de band uit Leeds zijn weg zocht in de werelden van math rock en postrock, schipperend tussen bescheiden briljantie en genregebonden doordeweeksheid, kiest derdeling Dilate volop voor bonkende beats en wijdse synths. Techno inderdaad, maar dan gebracht door een liveband die zijn sporen al verdiende in een milieu waar delaypedalen en epische climaxen doorgaans de plak zwaaien.
Die laatste twee aspecten zijn nog steeds aanwezig, al worden ze in een ander klankspectrum ondergebracht. Gitaren zijn hier nagenoeg niet te bekennen, maar worden vervangen door synths; hyperkinetische drumpatronen zijn getransformeerd tot repetitief gebons in vierkwartsmaat. Ook de nadruk op melodieën wordt wat naar de achtergrond verdreven, met in de plaats daarvan traag ontvouwende akkoorden die in hun culminatiepunten uitbarsten in melodisch getier. Een ietwat minimale aanpak voor een band die eerder songs volstouwde met ideeën, maar wel een die weet te overtuigen en bovendien veel consistenter is dan de eerdere platen van de groep.
De opbouw van Dilate doet aanvankelijk wat denken aan die van Jon Hopkins’ magistrale Immunity, waarmee het ook op andere vlakken wel wat gelijkenissen heeft. Een traag op gang trekkende beat ontaard doorheen “Vertical” en “Elliptic” tot een vuig ophitsende stamper. Het absolute hoogtepunt wordt ook hier middenin de plaat geplaatst: “Attica” knalt indrukwekkend vanuit een korte drop door de speakers als was het een leger binnenvallende Hunnen.
Tussen die zware beatmonsters neemt de band gas terug voor wat rustiger materiaal zoals de glitchy songs “As You Are” en “Monos” waarin gastvocals door de mangel worden gehaald. Maar in plaats van uit het pompende ravegebeuren naar de verstilling te evolueren om in totale rust te eindigen, gaat Vessels opnieuw volop op het pedaal staan om ook stevig te eindigen met “On Your Own Ten Toes”. Als een aanwassende en wegtrekkende vloed overspoelt Dilate in een continue beweging met beats en wijds uitwaaiende synthgolven.
Hoewel het in de discografie van Vessels duidelijk een nieuwe weg is, is het in de bredere muziekwereld wel een plaat die perfect conformeert aan eerdere geluiden. Zoals gezegd is het recente werk van Jon Hopkins een referentiepunt, want ook hier wordt dat opruiende gekoppeld aan klanken en melodieën die van melancholie doordrenkt zijn. Vessels mist hier wel de diepgang die van Immunity een bescheiden klassieker maakte. Kiasmos is misschien een nog beter referentiepunt, zij het dan zonder de zeemzoeterige pianolijnen en met een in de verf gezet live-element dat de composities vaak boven zichzelf weet te doen uitstijgen.
Goed gerief dus, zij het niet bepaald vernieuwend. Op eerdere platen was Vessels dat anderzijds ook niet echt, maar leverden ze bij momenten wel uitstekende vingeroefeningen af. Dilate mag dan wel een ander genre omhelzen, in se is hetzelfde waar voor deze incarnatie van de band. Met het verschil dat de vingeroefeningen hier wel stuk voor stuk geslaagd zijn.