’t Is op.
Begrijp ons niet verkeerd. Buzzcocks is een van onze favoriete rockbands aller tijden. Zoals we al talloze keren herhaalden, staat hun beste werk – met debuutplaat Another Music In A Different Kitchen en singlesschat Singles Going Steady voorop – in onze platenkast niet onder de ‘B’, tussen The Butthole Surfers en The Byrds, maar onder de ‘P’ van PERFECT. Zevenendertig jaar na die eerste lp voel je nog regelmatig dat voormannen en Shelley en Diggle beseffen wat hun sterktes ooit waren, maar helaas blijft het daar ook bij – deze songs, zelfs de toppers, zijn hints, vage schaduwen, doorslagjes van wat ooit is geweest.
Eigenlijk is er een heel eenvoudige methode om die Buzzcockscollectie te beheren. Het oude werk (tot pakweg ’79) heb je sowieso nodig, hoort thuis in elke zichzelf respecterende rockcollectie, maar de vijf albums daarna kon je al indelen in twee kampen: de albums waarop meer songs boven dan onder de drie minutengrens gingen (Trade Test Transmission (1993), All Set (1996) en Modern (1999)) en de albums waarvan de meerderheid onder de drie minuten bleef steken (Buzzcocks (2003) en Flat-Pack Philosophy (2006)). Die laatste twee waren een pak beter dan de drie ervoor. Op album #8 gaan acht van de songs opnieuw boven de drie minuten. Duidelijk?
Ach, songlengtes doen er doorgaans niet toe, maar bij punk -toch een genre dat het moet hebben van spitse gebrachte boodschappen, een vief tempo en – liefst – bakken energie – moet je echt niet als een bezadigde ouwe lul klinken, en dat is stilaan wel het geval. Als The Way het beste is waarmee je op de proppen kan komen na acht jaar, dan vallen daar conclusies uit te trekken. Dat we, de eerste keer dat we de plaat hoorden, via Spotify, plots wakker schrokken toen afsluiter “Saving Yourself” plots gevolgd werd door het titelnummer van Flat-Pack Philospohy, zegt het ook allemaal.
Het klinkt op The Way allemaal wel best gespierd en van overbodige franjes kan je de band moeilijk beschuldigen, maar er is zo verdomd weinig dat de middelmaat overstijgt. Het is te tam, te traag, te middelmaat. Vergelijk opener “Keep On Believing” eens met “Flat-Pack Philosophy” of, beter nog, “Jerk” van de titelloze plaat uit 2003. Dat is met de neus in de feiten gedrukt worden. Deze Buzzcocks klinkt hier en daar wel oerdegelijk, betrouwbaar als een goedkope, veilige wagen. Een saaie wagen. Een fucking Dacia. Shelley is stilaan die iele tienerjengel kwijt en muzikaal gaat het steeds meer naar doordeweekse patattenpunk neigen. Live goed genoeg om een kwartier te boeien met een paar pinten in de aanslag. Op plaat? Nah. Was het tekenend dat dit album via PledgeMusic aan de man moest worden gebracht? Daar lijkt het op.
Diggle’s bijdragen, die door zijn rauwere stemgeluid nog altijd wat doen denken aan Paul Weller, klinken als vanouds wat traditioneler en minder vinnig. Opnieuw: “People Are Strange Machines” met z’n “Oh-oh-ohs”, de stompende mid-tempo rock van “Third Dimension” en het voortploeterende “Chasing Rainbows/Modern Times” kan je moeilijk slecht noemen, maar ze stompen voorbij als in een vette, troebele Britrockwaas. Opnieuw: beluister eens “Reconciliation”, “Wake Up Call”, “Keep On” of “Sell You Everything” van de voorgangers. Hoeveel vitaminekuren zitten daartussen?
Dan vergaat het Shelley iets beter, maar niet veel. “The Way”, “It’s Not You” en (misschien) “Virtually Real” zouden met een adrenaline-injectie nog iets kunnen worden, maar “Out Of The Blue” klinkt zo verdomd moe en futloos, en wordt wat dat betreft enkel nog voorbijgestoken (oops) door het vervelend malende “Saving Yourself”. Hier en daar vang je nog sporen op van die legendarische neus voor melodieën en die combinatie van suiker en cafeïne, maar het zijn slechts fantoommomenten, herinneringen aan een betere tijd, toen Shelley en Diggle zonder blozen naast de grote poptandems (ja, ook degenen waar u spontaan aan denkt) konden gaan staan. De albums van het vorige decennium waren waardige vervolgen, maar nu lijkt het verval definitief ingezet. Wat doe je daar in Godsnaam aan?
Buzzcocks speelt op 14 maart in Het Depot (Leuven).