Soms moet het allemaal niet te moeilijk zijn. Op Fade Away keert Best Coast terug naar zijn beste vorm. Zeven songs, net geen dertig minuten, vol aanstekelijke refreinen en lekker kletsende indierock. Weinig poeha, weinig te klagen.
Wie zich Best Coast nog wou herinneren, kent de band waarschijnlijk van hun ondertussen drie jaar oude debuut Crazy For You – eerlijke, melancholische lo-fi indie met een scheut surf en garage rock, een scherp randje en een goed gevoel voor straight poprockstructuren – en niet van opvolger The Only Place – saai en voorspelbaar, meer onesie dan negligé. Dat Bethany Cosentino en Bobb Bruno die laatste plaat zelf ook liever vergeten, is op Fade Away snel duidelijk: de zeven songs durende minilangspeler grijpt overvloedig terug naar het debuut van de band, maar zonder inwisselbaar te worden.
Rode draad: Cosentino die aan zichzelf twijfelt (“This Lonely Morning”, “Who Have I Become”, ‘”Fear Of My Identity”, rocket science it ain’t) nu ze aan de verkeerde kant van de 25 zit, en het besef dat volwassen worden niet de rust en zelfzekerheid heeft gebracht die de wereld haar nochtans had beloofd. En sommige venten zijn ongevoelige fils de pute, dat ook. In de handen van een weemoedig en licht zelfdestructief persoon krijg je met dat materiaal al gauw een zware homp op je bord – Waxahatchee, quoi. Cosentino is geen Katie Crutchfield, maar verzandt ook niet in gratuit je-m’en-foutisme: ze blijft oprecht en breekbaar, maar weet de zaken ook luchtig te houden. Dat ligt voor een groot deel aan de muzikale opbouw van Fade Away: fuzzy, rechttoe-rechtaan gitaarrock met stevige ritmesecties en altijd – áltijd – goeie refreinen. Soms hoeft indiepoprock niet zo moeilijk te zijn. Vivian Girls, Mazzy Star, fifties en sixties rock – dat zijn de pijlers waarop Best Coast Fade Away heeft gebouwd.
En dat kan al eens aanstekelijk klinken. “Who Have I Become” is het eerste nummer dat door je kop blijft galmen: Cosentino – met dat beetje extra reverb op haar zangpartijen – schrijft nu eenmaal strakke refreinen aan de lopende band, de gitaren jengelen lekker, en de drums worden uitstekend ingezet. “This Lonely Morning” en “I Wanna Know” (“It’s alarming how charming you can be” – Cosentino is op haar hoede) zijn de volgende die je achtervolgen. Akkoord, ingewikkelde math rock wordt het nooit bij Best Coast, maar daar ligt net hun trademark: soms mag de seks ook gewoon kort en krachtig zijn. Opgelet als je met Cosentino in bed kruipt: ’t is een madam met weerhaken.
Vanaf “Fear Of My Identity” – alweer: straf refrein – mag het tempo al eens lager liggen, al is het nooit voor lang. “Baby I’m Crying” is wel een echte sleper, maar “Fade Away” is steviger van oren en poten voorzien dan je aanvankelijk vermoedt. Afsluiter “I Don’t Know How” is ook zo’n valse trage – begint als melancholische ballad, maar gaat na anderhalve minuut toch ook nog even lekker rocken. Slimme zet, want daar ligt nog altijd het sterkste punt van deze band.
Eigenlijk is het simpel: Op Fade Away staan zeven goeie songs gestoeld op het recept dat Best Coast als geen ander serveert. Vergeet die vorige plaat, daar heeft deze minilangspeler geen uitstaans mee. De grote muzikale vernieuwing ga je bij Best Coast niet vinden, maar wie op zoek is naar strakke hapklare indierock met inhoud is wel aan het goeie adres.