Lang leek het er op dat de dagen van het New Yorkse cultkwartet Sexmob geteld waren, maar nu, zeven jaar na Sexotica, staat de band er weer, dit keer met een bijzonder plezante ode aan de legendarische samenwerking tussen regisseur Federico Fellini en componist Giovanni “Nino” Rota.
Sexmob is behoorlijk uniek voor de jazzwereld: een kwartet dat in de zeventien jaar van z’n bestaan nog geen enkele personeelswissel onderging. Voor Steven Bernstein (op de redelijk zeldzame schuiftrompet), Briggan Krauss (sax), Tony Scherr (elektrische bas) en Kenny Wollesen (drums) is dat natuurlijk ook slechts één van de vele projecten, maar ongetwijfeld ook een van de leukste. Vooral Bernstein speelde met de meest uiteenlopende figuren, van Bill Frisell en Lou Reed tot Elton John, terwijl Wollesen vermoedelijk John Zorns meest frequente compagnon van de voorbije jaren is. Bij Sexmob laten ze echter een heel ander – veel plezanter – geluid horen, want dit is feestelijke muziek met de schwung van uitbundige rock-‘n-roll en een rebelse joligheid die altijd aan de juiste kant van de boertigheid blijft.
Het coveren van andermans werk is altijd al een favoriete bezigheid van het kwartet geweest. Net zoals bijvoorbeeld The Bad Plus hebben ze zich al gewaagd aan werk van o.m. Nirvana, maar ze haalden er in een ruk ook Prince en Abba bij. Het verschil met The Bad Plus is dat Sexmob verder afdwaalt van de jazz, meer mogelijkheden ter beschikking heeft, en het spelletje heel wat exuberanter speelt. Al valt dat op deze plaat aanvankelijk nogal mee. Mooi verhaal trouwens: Bernstein was als student een filmfreak en kwam in 1981 in aanraking met producer Hal Willners Rota-project, dat o.m. Jaki Byard, Carla Bley en de nog jonge Wynton Marsalis en Bill Frisell bij elkaar bracht. Met die Willner zou Bernstein zelf nog regelmatig samenwerken, al zou het dus tot nu duren voor dit eigen project effectief van de grond kwam.
De muziek op Cinema, Circus & Spaghetti (een rechtstreekse verwijzing naar Fellini’s bekende quote “My films, like my life, are summed up in circus, spaghetti, sex, and cinema”) werd geplukt uit een zestal films, waaronder klassiekers I Vitelloni (1953), La Strada (1954), La Dolce Vita (1960) en Amarcord (1973), en de wat minder bekende Juliet Of The Spirits (Giulietta degli spiriti uit 1965) en Spirits Of The Dead (1968). De thema’s van Amarcord en La Dolce Vita laten een band horen die vrij ingetogen en respectvol tewerk gaat. De muziek slingert en zwalpt gaandeweg aanstekelijk, maar dan met het vaag perverse geurtje aan dat je ook vaak hoorde bij The Lounge Lizards (waar Bernstein nog deel van uitmaakte). Jazz met een heimelijk grootstadsrandje. Het mooie is dat het eerste thema nog eens hernomen wordt in “Volpina”, maar dan met heel wat minder remmingen.
“La Strada”, “Zamparo” en “Gelsomina”, allemaal uit hetzelfde meesterwerk, hebben dan weer een sterkere popsfeer door het centraal stellen van Scherrs repetitieve baslijnen. “La Dolce Vita” is op zijn beurt echte ‘filmische’ jazz, compleet met “Mack The Knife”-verwijzing, terend op een wandelende baslijn, knappe uitwisselingen tussen die schuiftrompet en baritonsax, en het gezwinde geborstel van Wollesen. Je ziet de Italiaanse schoonheden zo voorbij trippelen door zonovergoten parken terwijl ze worden nagefloten door bronstige jonge kerels in scherpe maatpakken. Het is dat soort muziek, gestileerd en met een vette knipoog. Gelukkig wordt dat geen gimmick en wordt er ook gewoon rauw van leer getrokken: het compacte “Nadia Gray”, met grotesk vervormde trompet en een schreeuwerige altsax die rechtstreeks uit Zorns Naked City komt, knalt er een aardig stukje op los, terwijl het gewoon verder gezet wordt in de aanloop van “The Grand Hotel”, dat na een abrupte wending weer raadselachtiger oorden opzoekt.
Kortom: een plaat die volgestouwd is met aanstekelijke, sexy heupwiegende en zomerse melodieën, en dan verpakt in afwisselend stijlvolle, heimelijke en bronstige arrangementen van een stel cool cats die een straf stuk kunnen spelen, maar zich vooral ook willen amuseren. Erg vernieuwend of ophefmakend is dat allemaal niet, maar dat hoeft ook niet om voor een geslaagd project te kunnen zorgen en dat is wel het minste dat je kan zeggen van Cinema, Circus & Spaghetti.
… en je kan het zelf meemaken: Op vrijdag 18 oktober speelt Sexmob met het Fellini/Rota-programma in de Récyclart (Brussel). Zij worden gevolgd door Othin Spake, de band van Teun Verbruggen, Mauro Pawlowski en Jozef Dumoulin. Meer info hier.