Weet je wat ons ’s nachts wakker houdt? Hoe kreeg Noah in godsnaam die twee walvissen in zijn ark? Is hij die zelf gaan vangen? En sterker nog; hoe hou je die dingen veertig dagen en veertig nachten stil? Heart Of Nowhere, slaap overdag en wijd je nachten aan de grote vragen van het leven!
Sommige zangers wens je onmiddellijk een schrijverscarrière toe. Charlie Fink was ongetwijfeld een goede schrijver geweest. Of hij grote prijzen zou hebben gewonnen, daar spreken we ons niet over uit. Het leven zag het even anders en het lot besliste dat Fink de spilfiguur zou worden achter Noah And The Whale. Finks diepste zielenroerselen zouden niet weergegeven worden aan de hand van complexe bijzinnen, maar wel door naïeve dooddoeners die zin aan het leven moeten geven; en laat dat nu net het grootste probleem zijn op dit album.
Heart Of Nowhere opent met een aangename instrumental waarin een cello langzaam maar zeker op de voorgrond treedt. Dat geluid wordt bepalend voor de rest van het album en zorgt voor een welkome afwisseling na de jachtige terugkeer naar de jaren tachtig op Last Night On Earth. Geen synthpop deze keer; wel een erg bubblegumachtig geluid onderbroken door strijkersarrangementen. “Lifetime” en “Heart Of Nowhere”, twee nummers geschreven om gedraaid te worden bij de eerste zonnestralen, zijn samen met “All Through The Night” de songs die de plaat dragen: uptempo, vrolijk en in schril contrast met de morele lessen die de meeste andere tracks door je strot proberen te rammen.
“Finding my way out/I was only fifteen years old/What you’re gonna do with your life” zingt Fink op “Silver And Gold”, een levensles vermomd als popnummer. Door het album heen probeert de band aan de hand van stinkers zoals “There Will Come A Time” of “One More Night” de boodschap over te brengen dat het niet erg is als je niet precies weet wat met je leven te doen. Zolang je in jezelf gelooft en zolang je vrienden hebt die je steunen, komt alles goed. Het prekerige aspect van de lyrics, het doorleefde karakter van Fins stem en de ronduit repetitieve opbouw van de nummers zorgt al snel voor een snoozefest waar je liever niet voor uitgenodigd bent. Voeg wat verwijzingen naar de Bijbel toe en je hebt een instant relipop klassieker, klaar om pubers te wapenen tegen de verlokkingen die bij de pubertijd horen.
De walvis was al even aan het stinken maar het rottingsproces is nu helemaal begonnen, laat daar geen twijfel over bestaan. Al vier platen lang teert de groep op hetzelfde geluid dat hen nog steeds als schattige pubers op zoek naar de zin van het bestaan moet doen overkomen. Zelfkennis is het begin van alle wijsheid, zegt men weleens. Met dat in het achterhoofd is het misschien geen slecht idee om het walvisseizoen voor geopend te verklaren.