Het zijn niet alleen hiphoppers, soulartiesten en countrysterren die te pas en te onpas de Heer erbij halen; ook rockers durven wel eens mystieke paden te betreden. Al verkiezen zij vaker Oosterse “wijzen”, ijlende sjamanen en obscure takken van wereldgodsdiensten boven de klassieke religies. Zolang ze het in de privésfeer houden, is er gelukkig weinig aan de hand. Erger wordt het wanneer die overtuigingen ook in hun platen opduiken.
Laat de albumtitel in al zijn spirituele glorie echter niemand misleiden: Jim James, frontman van My Morning Jacket, heeft een van zijn grote voorbeelden (George Harrison) niet gevolgd in diens devotie voor een goeroe. Een hang naar het spirituele is James evenwel nooit onbekend geweest en vindt ook ditmaal zijn weg naar de plaat. Samen met de graphic novel avant la lettre God’s Man (1929) van Lynd Ward heeft het zelfs een niet onbelangrijke rol gespeeld bij dit officiële solodebuut dat gospel doordesemt zonder als dusdanig te klinken. In God’s Man verhaalt Ward hoe een jonge kunstenaar een deal sluit met een mysterieuze vreemdeling en zo in een spiraal van roem, verval en finaal verlossing terechtkomt.
Het Faustiaans verhaal heeft James duidelijk geïnspireerd, al hoedt hij zich ervoor om op Regions of Light and Sound of God al te duidelijk naar het werk te verwijzen. Veeleer opteert hij voor een persoonlijke maar ook abstractere interpretatie, die hij bovendien inkleurt met een vreemde mix van elektronische beats en klanken, etherische soul, vage hiphop en een snuifje rock, waarbij vooral dat laatste netjes weggemoffeld is onder een reeks van klanken en geluiden. Het verleent aan het album enerzijds een onverwachte schoonheid die voortborduurt op onaardse geluiden, maar roept anderzijds net zo goed het idee op dat James in al zijn ijver vergeten is er ook songs bij te schrijven.
Heeft “State Of The Art (A.E.I.O.U.)” bijvoorbeeld meer te brengen dan enkele aangeslagen pianotoetsen en een verzopen drum, met als belangrijkste troef de falset van James, of is het niet meer dan een geslepen oefening in het herhalen van enkele eenvoudige patronen? Het blijft aan de luisteraar, al zal wie ervoor open staat niet anders dan erkennen kunnen dat James meteen de toon voor de plaat zet en de realiteit achter een mystieke sluier verbergt. De onverwachte soul en r&b (zoals die ooit hoorde te klinken) die volgen in “Know Till Now” trekt eenieder over de streep, zelfs al blijft de song in wezen even eenvoudig van opbouw als de opener.
Ook “Dear One” durft terug te blikken naar soul van weleer, maar schroomt evenmin de disco- en new wave-invloed waardoor de jaren tachtig voor het geestesoog doemen, ditmaal zonder afkeer en walging op te roepen. Het Hawaïaans aandoende en instrumentale “Exploding” en de rockballade die “Actress” in wezen is, weten evenzeer een plek voor zichzelf op te eisen binnen het album. Hoe verschillend van stijl de nummers ook mogen zijn, James weet doorheen zijn songs een gevoel van eenheid te bewaren. Zelfs de folk van “A New Life” vindt zo zijn plaats binnen een amalgaam van invloeden en stijlen die verder gekleurd wordt met elementen uit het Midden Oosten (“All Is Forgiven”), dromerige, psychedelische rock (“God’s Love To Deliver”) en de aan My Morning Jacket verwante rootsrock met een randje (het funky “Of The Mother Again”).
Net zomin als de andere projecten, songs en samenwerkingsverbanden waar James mee zijn stempel op drukt, haalt Regions of Light and Sound of God het van de oergroep My Morning Jacket, maar dat hoeft geen belet te zijn. James geeft op deze soloplaat een inkijk in zijn leefwereld en gedachtegoed dat, hoe kronkelig en metaforisch het ook mag zijn, opvallend oprecht en eerlijk is. Regions of Light and Sound of God is een vreemd album waar de hang naar klanken en sferen het weliswaar haalt van pure songs, maar net daardoor ook intrigeert en boeit. Net zoals spiritualiteit, vergt het een openheid die niet iedereen opbrengen kan of zal.