Eigenlijk waren we niet van plan om u te vertellen over Roots & Roses in het Waalse Lessines, want net zoals met vele andere mooie dingen in het leven, wil je dat eigenlijk gewoon voor jezelf houden. De eerste editie was meteen een schot in de roos (we zagen er hoe Slim Cessna’s Auto Club er hét rockconcert van 2010 speelde), terwijl de uitbreiding in alle rust werd verder gezet in 2011, met opnieuw uitstekende resultaten. 2012 zou wel eens het jaar van de doorbraak kunnen worden, vandaar dan toch een woordje uitleg over dit bijzonder charmante festival.
Ten eerste is er al het opzet, met twee grote, naast elkaar geplaatste tenten in een groene omgeving. Het is er een voortdurend wisselen van bands: heeft de ene gedaan, dan begint de andere vijf minuten later in de nieuwe tent. Op die manier hoef je niet van hot naar her te rennen, hoef je geen noot te missen en kan je in alle rust twaalf concerten meemaken tussen 11 en 23u. De gezapige sfeer wordt bovendien in de hand gewerkt door het programma, dat resoluut de kaart van de roots trekt. Het gaat daarbij dan echter niet om frêle trutjesfolk of Keltisch benengezwier, maar de wortels van de rock-‘n-roll en een paar vertakkingen: blues, country, soul, garagerock en vaak een combinatie van twee of meer. Je zou kunnen stellen dat Roots & Roses zo’n beetje de Waalse tegenhanger van het Kempense Sjockrock is, maar dan met een lager vetkuifgehalte. En minder Hollanders.
Werd het festival in 2010 afgesloten door surfkoning Dick Dale en retrobillies The Paladins, dan gebeurde dat in 2011 door Giant Sand en Triggerfinger. Bekende namen en publiekstrekkers, iets dat bezwaarlijk beweerd kan worden van de (na-)middagprogrammatie, die vaak volgestouwd wordt met leuke ontdekkingen of amusante festivalacts. De toppers die Roots & Roses dit jaar wist te strikken zijn alleszins niet van de minste: absolute headliner is The Jon Spencer Blues Explosion. Een kleine twee decennia geleden een van de opwindendste bands van de planeet en naar verluidt van plan om die titel opnieuw te veroveren. Ze worden voorafgegaan door El Fish, vermoedelijk de beste bluesband die dit land ooit had en na jarenlange stilte terug op de podia te zien.
Er wordt op verschillende manier de roots in gedoken: gaat Dan Sartain het eerder zoeken in Americanarichting en Mama Rosin bij de zydeco en verwante cajunmuziek, dan zijn die van The Legendary Shack Shakers niet minder dan rockabillypsychoten, die bijzonder vurige rootsrock in elkaar steken, geschikt om zo’n tent mee in de fik te zetten. Geknetter mag ook verwacht worden van The Experimental Tropic Blues Band (terug van 2010), die hun laatste album opnamen met Jon Spencer, terwijl Romano Nervoso een van de leiders van de ‘spaghettirock’ wordt genoemd en Lewis Floyd Henry het gaat zoeken bij ontbeende, psychedelische bluesrock. Geen geschifte toestanden zoals bij Bob Log III vorig jaar, maar toch voldoende om de intensiteit hoog te houden.
Dat gaat ongetwijfeld ook het geval zijn voor Bob & Lisa, het koppel dat in 2011 nog aardig van jetje gaf met The Bellrays en het nu met twee (en akoestisch) zal doen. Zij krijgen o.m. gezelschap van garagerockers The Fleshtones, die niet zo lang geleden nog een bijzonder goede beurt maakten in Gent en met hun in de sixtiesrock gewortelde songs nog steeds een aardig feestje kunnen bouwen. En dan zijn er nog Barrence Whitfield & The Savages, waarvan beweerd wordt dat ze nog altijd garant staan voor spetterende soulfestijnen. Kortom: het is een festival dat vuur en ontspanning belooft met artiesten die zowel jong als oud kunnen aanspreken.
Bovenop de muziek valt dit festival echter ook op door z’n charmante DIY-sfeer. Eten en drank van grote merken wordt geweerd en vervangen door vooral lokale producten. Dus: geen smerige, dure festivalfriet en stroperige Coca-Cola, maar zelfgemaakte hamburgers, Cambodjaanse en Japanse gerechten, streekbieren en vers appelsap van om de hoek. Doe daar nog eens de schappelijke inkomprijs (en dan nog eens 50% korting voor wie jonger dan 26 is) bij en de conclusie is duidelijk: dit is er eentje om mee te pikken (maar nu ook niet in al té grote getale, laten we het vooral gezellig houden). Voor de twijfelaars: de Muur van Geraardsbergen lonkt op amper 10km. Ideaal om de alcohol en vuile manieren ’s anderendaags weer uit te zweten.