Teddiedrum :: “Sonorisatie als personage”

Teddiedrum trakteert de wereld op een prachtige
nieuwe ep, ‘European Weekend‘. En
ik mag naar Gent om deze twee gedistingeerde heren (snor en snor +
baard) te interviewen. Niet goed wetend waar ik moet zijn, sta ik
een half uur te vroeg te ijsberen met zicht op de eendjes in het
kanaal aan de achteringang van de Vooruit, terwijl Teddiedrum
ondertussen in het café met een half-leeg kopje thee op mij zit te
wachten. Slim van mij.

Dijf Sanders ziet er goed uit in zijn zwart leren
jasje en excuseert zich dat hij maar alleen is. Hij neemt de druk
van mijn schouders door zelf de eerste vraag te stellen: “Jason is
aan de clip aan het werken. Ik hoop dat je het niet erg vindt?”

enola: Dus de clip van jullie eerste single ‘The Audience’ is
al in de maak? Kan je al een tipje van de sluier
oplichten?

Dijf: Er zit heel veel verborgen naakt in (zwijgt en kijkt
geheimzinnig)
. Het wordt een heel kunstzinnige, maar
stimulerende clip. Eigenlijk superminimalistisch, maar boordevol
informatie. (nvdr. Ondertussen draait ‘Je t’aime moi non plus’ op
de achtergrond, dat belooft…)

enola: Jullie hebben duidelijk gevoel voor humor, dat blijkt
ruimschoots uit jullie werk met The Violent Husbands, maar het
lijkt alsof jullie daar met Teddiedrum opzettelijk een beetje van
wegsturen?

Dijf: Ja, eigenlijk wel. Jason (Dousselaere) en ik hebben al een
hele lange muzikale… samenloop. En dat is echt gestart met alles
wat we grappig vinden onder muziek te zetten, of muziek te zetten
onder alles wat we grappig vonden. Met Teddiedrum pakken we het
anders aan. We stoten nog wel op grappige ideeën, maar we filteren
ze daarna ook weer weg. We gaan niet zeggen dat we diezelfde lijn
gaan blijven doortrekken, voor het zelfde geld is ons volgende
nummer gewoon één lange joke, ik weet het niet.

enola: Nu, ik moet zeggen dat ik ‘European Weekend’ echt heel
goed vind. Heel dansbaar ook.

Dijf: Ja? Ik zit er al heel lang op (lacht verlegen), dus
voor mij is het ongeveer neutraal geworden. Niet in de slechte zin.
Je weet nog wel waarom je de nummers ooit gemaakt hebt; omdat je
vond dat er iets goeds in zat. Maar na een tijd heb je er zoveel
aan doorgewerkt dat het net een vlek wordt. Dan vervagen je emoties
zo. Dus nu gaan we gewoon de reacties van de mensen afwachten om te
ontdekken of het goed was of niet, want ik heb er geen idee
van.

enola: Waarom staan ‘Miami’ en ‘Odd Lovers’ eigenlijk nog niet
op deze ep?

We wilden duidelijk een signaal geven dat we vooruit gaan, dat we
niet dezelfde dingen herwerken. ‘Miami’ was onze try out,
om te zien of het lukte, en nu willen we verder. Een band kan het
zich tegenwoordig ook niet meer permitteren om een jaar lang niets
nieuws uit te brengen. ‘Miami’ en ‘Odd Lovers’ komen wel nog uit op
vinyl.

enola: Jullie klinken overduidelijk 80’s, maar tegelijk doet
jullie muziek me aan de cadans van een stoomtrein denken, iets wat
je ook terugvindt in Fleetwood Mac’s ‘Monday
Morning’.

Dijf: Ik neem nochtans nooit meer de trein, dus daar gaat het niet
van komen. Maar ik denk dat die cadans eigenlijk uit de jaren ’80
stamt. Toen hebben ze ontdekt dat je een bas zo kan laten
doorlopen: ’tu tu tu tu ‘ (zingt en tikt snel op de
tafel)
. Daarbovenop konden ze de arrangementen dan wat vrij
houden, de drums wat minder fel. Dat schept dan die drive.

enola: Inderdaad. Veel bands gebruiken tegenwoordig synths en
klinken 80’s, maar jullie hebben toch verrassende en afwisselende
stukjes.

Dijf: Oh, dat ligt misschien aan onze instrumentenkeuze. Wij
gebruiken wel een gewone bas, maar gemodificeerde drums. En die
stukjes die je zegt te horen, dat komt waarschijnlijk omdat we voor
elk nieuw stukje ‘sound’ dat we nodig hebben gewoon een andere
synth gebruiken. Die digitale synths waar ik zo zot van ben hebben
wel maar weinig knopjes om nieuwe geluiden te maken, maar ik zie
dat toch meer als een onkunde van ons. (Bewonderend) Er
zijn artiesten die maar één synthesizer of twee nodig hebben om een
heel nummer mee te plamuren. Als ik ze aan die knoppen zie
draaien, verandert hun sound ook, maar toch voelt alles meer als
één geheel. (enthousiast). En bij ons zijn het zo meer…
blokjes.

enola: Wie heeft de tekstknobbel, wie doet de muziek? En werken
jullie samen op de zolderkamer?

Dijf: Die studio is bij mij thuis, dus ik zit meestal al in de
studio te werken als ik opsta. Ik ben sowieso een synth-man, met
een voorliefde voor die digitale synths uit de jaren ’80. Ik kijk
graag op eBay of er iets nieuws is. Ik zit eigenlijk liefst van al
achter de computer en dan heb ik een werkethiek die ik niet
makkelijk kan onderbreken. Wanneer Jason dan naar de studio komt,
heb ik vaak al wat klad klaar. Jason doet dan meestal de teksten en
de melodie van de zang. Maar die verdeling is niet heel strikt, ik
maak ook ooit een refrein en Jason bedenkt ook wel eens een
arrangement. De afwerking doen we meestal samen.

enola: Wat zing je op de fiets? Of zing je niet op de
fiets?

Dijf: Jawel, gisteren nog. En vanmorgen ook. Ik vind het leuk als
het iets heel zangerigs is. Eigenlijk zing ik op de fiets vaak
nummers uit Becks ‘Sea Change‘ omdat daar
hele schone melodieën inzitten. Wel met een triestige ondertoon,
dan lijkt het misschien een beetje of je een depri-fietser bent. En
dat ben ik niet (bijna verontschuldigend).
Op de fiets zing ik ook dingetjes van mezelf. Ik wil hierna nog een
soloplaat uitbrengen, dus zit ik op de fiets regelmatig wat nieuwe
zanglijnen en teksten uit te proberen of te corrigeren.

enola: Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk
gevonden?

Dijf: In het middelbaar, op schoolreis. Een paar jaar later hebben
we besloten om samen een gitaar te kopen. Toen hebben we bonnetjes
gemaakt voor een band die we nog niet hadden, want we hadden nog
geen instrument. En zo hebben we 10000 frank opgehaald, van deur
tot deur.

enola: Heel ambitieus voor vijftienjarige jongens. Bedoel je
één gitaar voor jullie twee?

Dijf: Ja.

enola: En bij wie mocht die dan staan?
Dijf: Bij mij. Want Jason kon eigenlijk al gitaarspelen, en hij is
nu ook nog altijd heel goed. Zo goed als Django Reinhardt.

enola: Hebben jullie naast die muziek uit de jaren 80 als jonge
kerels ook wel eens naar hiphop of iets anders
geluisterd?

Dijf: Nee helemaal niet. In de jaren ’90 waren we een beetje
onbereikbaar voor culturele invloeden omdat we er altijd op
uittrokken, weg van de stad. We gingen niet uit, we luisterden niet
naar de radio, we zaten altijd op de gitaar vanalles uit te
proberen.

enola: Covers uitzoeken en zo?
Dijf: Nee, ik heb eigenlijk nooit graag covers leren spelen. We
maakten altijd onze eigen muziek… verschrikkelijke dingen wel
vaak. Toen nog Nirvana-wannabe dingen, dat heb ik toen wel
meegekregen.

enola: Ik vind titels altijd heel interessant, dus waarom heet
‘The Bats’ eigenlijk zo ? Zaten er echt vleermuizen in de
herinnering waarover dat nummer gaat?

Dijf: Nee, dat is eigenlijk de grote random factor van nummers
schrijven. Als ik iets maak, probeer ik zo snel mogelijk alles te
sketchen en op de computer te zetten, voor ik mijn idee
kwijt ben. En dan moet je saven, wat niet gaat zonder naam.
(Dijf houdt zijn handen alsof ze boven een toetsenbord zweven,
bevriest even en knijpt zijn ogen peinzend dicht)
. Dan wacht
ik een paar seconden en het eerste wat me te binnenschiet, hoe
absurd ook, wordt de naam waaronder ik het opsla. In dit geval was
dat dus ‘bats’, wat Jason dan later in de tekst geïntegreerd heeft,
en naar ons gevoel klopt het wel. Ben je teleurgesteld?

enola: Nee hoor, ik vind het hoekige rondvliegen van
vleermuizen heel goed bij dat nummer passen.

Sommige synths klinken als de light sabers van Star
Wars.

Dijf: Ja, ik kijk heel graag naar sci-fi films, zelfs als ik ze
ontzettend slecht vind. Omdat ik echt fan ben van sonorisatie. Als
er bijvoorbeeld een robot door de dampkring van de aarde vliegt,
dat geluid dat daaronder staat, zo’n soort supersonische knal…
Dan denk ik: “My God, hoe hebben ze dat gemaakt, die sound!” Die
geluiden zijn zo belangrijk, sonorisatie is een ander
hoofdpersonage dat je niet ziet.

enola: Jullie hebben op basis van twee singles vorig jaar al
festivals gedaan, en tv-optredens. Hebben jullie nu eigenlijk nog
dromen met deze ep?

Dijf: Jawel, we hebben nog veel dromen. We zouden heel graag toeren
in Europa. Eens een paar weken aan een stuk alleen maar in het
teken van de muziek, elke avond een andere stad. Kijken of dat zou
werken. En we dromen natuurlijk ook van een samenwerking met onze
helden , maar dat lijkt allemaal heel onbereikbaar.

enola: Misschien minder onbereikbaar dan het lijkt. Dankjewel,
Dijf, voor dit fijne interview.

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

verwant

Teddiedrum :: Lockdown Love

Acht jaar geleden was er lang nog geen sprake...

Teddiedrum :: European Weekend

Eigen beheer Teddiedrums ep 'European Weekend' komt net op tijd...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in