Was 2011 een goed muziekjaar? Zeker en vast: het aantal rockplaten — gaande van zachte folk en country tot loeiharde metal — dat een plaatsje in uw collectie verdient, is niet op de vingers van twee handen te tellen. Maar terwijl ze elkaar de duvel aandeden, liet in het bijzonder een ander genre prominent van zich horen: electro in al zijn vormen (en vaak geschreven door jonge twintigers) domineerde 2011 onverbiddelijk.
- Colin Stetson:: New History Warfare Volume 2: Judges Geen woord kan de grootse prestatie omschrijven die Colin Stetson neerzet op zijn tweede album. New History Warfare Volume 2: Judges heeft niet meer nodig dan een meesterlijke beheersing van de saxofoon en een stel ijzeren longen om iedereen het zwijgen op te leggen. “Verbluft, dat waren we. Zijn we nog steeds. Daar was geen volledige beluistering voor nodig, geen albumhelft. Een intro en een halve song, dat volstond” aldus (gp), en daar is geen woord van gelogen.
- Matana Roberts:: Coin Coin, Chapter One: Les Gens de Couleur Libres Het eerste deel van wat een twaalfdelige cyclus behoort te worden en meteen de toon zet voor de volgende delen. De (free)jazz van Roberts is niet alleen grillig en toegankelijk maar weet ook de alomvattendheid van het project zinvol te kaderen, waardoor het uitkijken wordt naar het tweede deel, dat in 2012 al te horen zal zijn.
- Josh T. Pearson :: Last Of The Country Gentlemen Hij ziet er uit als een baardige prediker die “good” en “evil” op zijn vingers tatoeëert, maar laat op plaat vooral zijn gebroken hart spreken. Live verliest hij zich meermaals in (flauwe) grappen, maar deze weergave van een op de klippen gelopen huwelijk blijft bij elke beluistering kippenvel oproepen.
- Zomby:: Dedication Over de man achter het pseudoniem is ongeveer even weinig geweten als over die achter dat van Burial. Met die laatste heeft hij ook een neus voor fijne beats en een verfijnd gevoel voor melodielijnen gemeen. De postdubstep, bij gebrek aan een betere benaming, van Dedication (een verwijzing naar zijn overleden vader) staat op een eenzame hoogte en bewijst ook aan ongelovigen dat electro een ziel heeft.
- The Roots:: Undun Een conceptalbum dat er geen is en meteen ook de meest ingehouden en spaarzame plaat van het befaamde hiphopcollectief uit Philadelphia. Wanneer The Roots een “misdaad en straf”-verhaal vertellen wordt er nauwelijks stil gestaan bij de daden op zich maar krijgt alles meteen een universeel kantje mee. Zoals steeds indrukwekkend.
- Rustie:: Glass Swords Voor feestjes allerhande is de Schotse Russel “Rustie” Whyte duidelijk ten allen tijde te porren, getuige zijn hyperkinetische debuut Glass Swords, dat recensenten het nakijken geeft en vaker van klankkleur verandert dan een kameleon. Spuwen zijn leeftijdsgenoten bij voorkeur abstracte, avant-garde of doordachte electrocomposities uit, dan primeert voor Rustie de dansvloer, zelfs al volgen er dan vooral spastische dansbewegingen.
- Nicolas Jaar:: Space Is Only Noise De Chileens-Amerikaanse producer wordt geregeld en onterecht vergeleken met uiteenlopende namen als James Blake, DJ Shadow en Erik Satie. Uiteraard zijn er zowel (post)dubstep-elementen, collages van samples als minimale melodielijnen te ontwaren in Jaars muziek, maar de reductie ertoe doet het werk van de jonge producer onrecht aan. Space Is Only Noise is meer dan een referentie naar andere artiesten die eenzelfde technieken hanteren.
- U.S. Girls:: U.S. Girls On Kraak Haar versie van Brandy & Monica’s “The Boy Is Mine” is meer dan een gimmick. Net als op de rest van het album spreekt een terechte fascinatie voor popmuziek in haar verschillende facetten uit. Maar Megan Remy lijkt net zo goed verloren te zijn gelopen in een parallel universum waar haar visie op electropop overheerst en niets is wat het lijkt. U.S. Girls On Kraak is de soundtrack voor hen die de deur naar de twilight zone geopend hebben.
- Balam Acab:: Wander/Wonder Binnengehaald als een van de wonderkinderen van witch house, het genre dat sinds vorig jaar door verlaten danstempels schrijdt en zich bij voorkeur in de schaduwen van hol echoënde ruimtes ophoudt, weet Balam Acab de clichés van het genre te overstijgen en met een uniek geluid naar voor te treden. Met nauwelijks twintig jaar op de teller is Alec Koone een van de namen om te onthouden.
- James Blake:: James Blake Feists “Limit To Your Love” maakte hem bekend bij het grote publiek. Maar zijn titelloze album is meer dan het hitje of de plaat die “mensen geïnteresseerd kreeg in dubstep”. Blake is niet zozeer een dubstepartiest als een jonge muzikant die voorzichtig zijn eigen niche creëert en daarbij geen stijl of genre links laat liggen.