"Play loud", adviseert de sticker op de hoes van El Camino, de zevende studioplaat die The Black Keys in geen tien jaar op de wereld loslaat. En precies zoals dat advies op de hoes, klinkt deze plaat — zoals al zijn voorgangers — gebald, to the point, en, we moeten daar eerlijk in zijn, verdomd lekker.
Nochtans zijn The Black Keys van vandaag amper te vergelijken met hun tien jaar jongere versie. Leg The Big Come Up (2002) of Thickfreakness (2003) nog eens op en je hoort een heel andere band dan op El Camino. En dat is maar goed ook. Als The Black Keys vandaag nog rudimentaire bluesrock speelden, was het vast al lang over and out geweest voor Dan Auerbach en Patrick Carney.
Door systematisch hun songschrijverschap te verfijnen, hun geluid bij te schaven, maar toch de ziel van hun band in tact te houden, is het duo geslaagd in het vitaal en boeiend houden van hun carrière. Met geen klein beetje dank aan Danger Mouse, die sinds The Magic Potion als producer steeds een grotere rol speelt om de opnamesessies tot een goed einde te brengen.
Met Danger Mouse komt een meer gepolijst geluid, maar laat er geen twijfel over bestaan: El Camino is een bijzonder warme plaat geworden, eentje met een randje zo funky dat zwoele danspassen onvermijdelijk zijn tijdens het beluisteren van El Camino.
Daarmee zitten Carney en Auerbach, na het eveneens zeer sterke Brothers, op een creatief ijzersterk spoor. Bij Attack And Release, een fijne plaat nochtans, kwam het gevoel bovendrijven dat de spoeling dun begon te worden. Al twee platen lang wordt nu echter aangetoond dat deze band er eentje is die voor een langetermijncarrière gaat.
Aan dat omvangrijke oeuvre worden ook nu enkele kleppers toegevoegd. Elf, om precies te zijn, want naar een zwakke schakel is het ditmaal vruchteloos zoeken. Met het hartverscheurende, en van een dito rif voorziene, "Little Black Submarines" heeft de band bovendien een klassieker in spé afgeleverd. Of neem "Run Right Back", dat zich vanaf de allereerste seconde kei- en keihard in je hoofd vastzet, maar dat, in tegenstelling tot zoveel instant blijven-hangers, ronduit verslavend werkt.
’Don’t Let It Be Over’ klinkt helemaal op het einde van het afsluitende "Mind Eraser". Hoewel Auerbach meer dan waarschijnlijk niet zijn eigen plaat in gedachten had, kende een album zelden een treffender einde. Hoewel het hele kerstgedoe in de lucht hangt, zorgt El Camino voor een avondgevoel zoals dat alleen op broeierige zomeravonden bestaat, momenten waarvan je —tijdens een moment van introspectie — ook zou willen dat ze niet voorbij gaan.
Met El Camino wordt die wens een beetje werkelijkheid, waarmee muziekjaar 2011 een van de laatste kleppers heeft verkregen. Waar december doorgaans vooral goed is voor recyclage in zijn meest onbeschaamde vorm, brengen The Black Keys dit jaar Iets Nieuws, een broeierig werkstukje dat er bovendien alle schijn van heeft het beste van zichzelf slechts met mondjesmaat prijs te geven.
23 januari 2012 staat The Black Keys in de Lotto Arena.