Vier studioalbums na meer dan 25 jaar: productiviteit lijkt een vies woord voor de flamboyante vrijbuiters van Jane’s Addiction. Niet echt verwonderlijk, gezien de geschiedenis van de band iets weg heeft van een knipperlichtrelatie. Dit belet de Californiërs evenwel niet om een magistraal album af te leveren.
Met klassiekers Nothing’s Shocking (met tetten op de cover!) en Ritual de lo Habitual was Jane’s Addiction de eerste alternatieve band die doorbrak. De albums zelf waren een verademing in tijden van hairmetal en de hitparadevriendelijke hardrock waarmee de Bon Jovi’s en Bryan Adamsen de ether teisterden. En waar komt toch dat gezeur vandaan over Strays, de comebackplaat uit 2003? Strays was een levenslustig album, iets meer melodisch en mainstream, maar niettemin een lekkere brok rock met massieve nummers: hoor “Superhero” en word weer binnengeleid in de wondere wereld van Ari Gold, Vincent Chase, E., Turtle en — onze favoriet — Johnny Drama, de binken van de HBO-reeks Entourage dus.
Jane’s Addiction heeft altijd al een bassistenprobleem gehad: na twee breakups ondernam de band in 2008 in de oorspronkelijke bezetting en dus met basbeul Eric Avery weer in de gelederen, een wereldtournee. Toen Jane’s Addiction zich begin 2010 weer toelegde op het schrijven van nieuw materiaal, vertrok Avery alweer met de noorderzon en kwam bassist Duff McKagan (Guns N’ Roses, Velvet Revolver) bij het schrijfproces assisteren. Ook hij nam na een dik half jaar de wijk. TV On The Radio’s David Sitek baste tijdelijk (“He’s like a pretty girl that I’m sleeping with but don’t have to marry, aldus zanger Perry Farrell) tijdens de plaatopnames, bijgestaan door Chris Chaney (hij was al eens van de partij ten tijde van Strays), die de baspartijen voor de komende liveshows op zich zal nemen.
Maar: het tweede comebackalbum The Great Escape Artist is uiterst samenhangend. Meer nog, de magie is er nog steeds. Farrell (52 intussen) met zijn behekste stem: je hoort hem in bijna elk nummer als een sjamaan, of neen, veeleer als een geile anaconda rond zijn microfoon kronkelen. En tot spijt van vele critici die zich in Schadenfreude wentelen: gitaargod Dave Navarro is geen hasbeen maar kan nog altijd als geen ander een gitaar trefzeker doen gieren en janken. Stephen Perkins staat nog steeds garant voor tribale drums en het basgeluid is ronduit verrukkelijk.
Dit resulteert in een hoogmis van tien verslavende nummers met lichte stadionrockallures. Het kosmische “Underground”, “Curiosity Kills” of “Ultimate Reason”, ze zijn heerlijk meezingbaar. En zien we bij het epische “Irresistible Force (Met the Immovable Object)” niet de woorden ‘nummer van het jaar’ oplichten of werken de mushrooms van gisterenavond nog een tikkeltje na? De song bloeit statig open en houdt met zijn psychedelische en wellustige sound, zijn betoverende refrein en de Navarro-solo de luisteraar in een stevige dubbele Nelson.
Spacy, hypnotisch en met sluipende synths (“Twisted Tales”), zo gaat het er ook aan toe op deze kakelverse Jane’s Addiction. Het hedonistische en poppier “Splash A Little Water On It” is ook een schot in de roos en de dromerige ballad “Broken People” mag dan net iets te veel richting Bono overhellen, voor u Lollapalooza kan zeggen, dient zich al de onstuimige funkmetaltrack “Words Right Out Of My Mouth” aan, waarin de hand van McKagan onmogelijk kan worden ontkend.
Dit is geen oplapwerk van een ooit legendarische band maar een zwoel, exotisch, potent, innemend, maar even vaak ook omineus en melancholisch album, een energiek opkikkertje dat een weldadige sound uit de speakers doet sijpelen. Courtesy of de weelderige productie van Rich Costey. Invloeden van Led Zeppelin, The Velvet Underground, Pink Floyd of The Cure, het is telkenmale check, check, check, check. Dit alles, gecombineerd met uitgekookte arrangementen, gave tempowisselingen, afgemeten bombast en zweverigheid, een feilloze instrumentenbeheersing en frisse songschrijverij; we durven zelfs de term ‘tijdloos’ in de mond te nemen.
The Great Escape Artist is het meest bedaarde album tot nu toe, maar geen vrees; zelfs van het vleugje introspectie en ingetogenheid wordt u uitgelaten en de band uit LA weet als een doorgewinterde Hamas-aanhanger de tien licht ontvlambare nummers tot ontploffen te brengen. Bepaalde tracks neigen zelfs naar Trust No One, het ten onrechte vergeten meesterwerkje van Dave Navarro dat tien jaar geleden een inkijk in de beerput van diens leven bood. Which is very nice indeed.
Er zou nog materiaal voor drie albums in het schap liggen: massa’s drugs hebben Farrell en de zijnen gelukkig overleefd maar moge Jane zelf nog een poosje met de rehab wachten.