Somt u voor de vuist weg eens een aantal Patricken op: Dewael? Bruel? Duynslaegher? Duffy? Kluivert? Swayze? Lefevere? Patje ‘Boem Boem’ Goots? Wellicht heeft u de creatieve duizendpoot Patrick Pulsinger over het hoofd gezien, maar schenkt u vooral zijn nieuwe elektronica-album Impassive Skies uw volle aandacht.
De veertigjarige Patrick Pulsinger, de man met een ietwat nerdy look, groeide op in de sympathieke DDR maar verkaste in 1988 naar Oostenrijk, waar hij algauw toonaangevend werd in de Weense technoscene. Zijn debuutplaat Porno werd vijftien jaar geleden als een technoklassieker bejubeld en hijzelf verdient ondertussen zijn sporen als een begeesterd producer. Ook in talloze remix- en masteringopdrachten (o.a. Pet Shop Boys, Ken Ishii, Grace Jones) en enkele soundtracks leverde Pulsinger zijn bijdrage, en voor Impassive Skies dook hij de Feedback Studio in Wenen in. Het technobeest met de allitererende naam zette de deur ervan wagenwijd open voor gasten van divers pluimage: bij zeven van de acht tracks staat het woord featuring.
Met “Rise And Fall” is de seventies glitterbal nooit veraf, maar dergelijke sinistere songs met een royale klont soul werden ooit beter gedaan door Miss Kittin & The Hacker. De geile gitaartokkel, de acid geluiden en de robotachtige vocals, het zijn pluspunten op “Blame It”, maar helaas haalt het nummer puffend de eindmeet omdat het net iets te lang aansleept. “Cache Wash” kent een virtuoze, spookachtige start, maar algauw gaat Pulsinger het nummer met paddo’s dwangvoederen zodat het lijkt alsof we ons ergens far out op de planeet Zwork B-12 bevinden. De song klinkt iets te geforceerd en er zit minder lijn in dan een Tom Boonen wel zou wensen.
“Grey Gardens” is daarentegen een avontuurlijke en funky track: de jazztrompet van Franz Hautzinger doet wat ze moet doen en woorden als ‘zweterige lijven’, ‘mojito’s’ en ‘hitsige mulattinnen’ stonden alras in het notitieboekje, maar door een onderkoelde Detroit dreun speelt het nummer zich eerder in een frissere setting af. Een Latijns-Amerikaans sambafeestje in een iglo, of iets in die zin.
De creepy aanzet in “Future Back” mondt uit in bezadigde, maar toch bevreemdende klanken met daartussen een melancholisch-dreigende melodielijn en het electropop nummer “A To Z” kent mede gesteund door de kille zang en de hijgjes van Teresa Rotschopf een sexy groove en is samen met het stuwende “Thong” ausgezeichnet.
Titeltrack “Impassive Skies” is een uitstekende benadering van de Deense grootmeester Trentemøller: het nummer doet weerbarstig aan, maar ontpopt zich tot een opwindende trip. De versmelting van de experimentele gitaar van Christian Fennesz, de lome beat, de dartele bleepjes en synths en de behoedzaam aangeslagen pianotoetsen, het werkt allemaal wonderwel.
De veelzijdige Pulsinger beheerst zijn metier met verve en gaat in de soms onconventionele nummers het experiment niet uit de weg. Niet alles is even geslaagd en de plaat zelf — eerder een verzameling uiteenlopende songs — ontbeert als geheel misschien een weinig bezieling en schwung. Niettemin betovert het analoog opgenomen Impassive Skies door het spannende en boeiende klankenpalet. De innovatieve en creatieve technoproducer jongleert met Detroit techno, Chicago house, funk, jazz, electro, ambient, soul, dub, new wave en disco en smeedt er heel vaak kwieke en jazzy nummers mee. Dit album overdag afspelen is een misdaad, trek er liever mee op nachtelijke ontdekkingstocht: Impassive Skies is voer voor club en dansvloer.