een artistieke brug tussen oost en west
Hoewel vakantietrips naar Tunesië dezer dagen voor spotprijzen de
deur uit vliegen, is het Noord-Afrikaanse land aan de andere zijde
van de Middellandse Zee toch voor velen onbekend terrein. Het
illustere verleden van Carthago en haar geduchte leider Hannibal
zullen hier en daar nog wat restanten uit de lessen geschiedenis
blootleggen, maar buiten enkele historische weetjes blijft de
Arabische republiek en zijn cultuur vooral terra
incognita. Is er dan niks anders noemenswaardig te vermelden
of zijn wij, hedendaagse Europeanen, dan toch niet zo mondiaal
ingesteld als altijd gedacht?
Als er één naam is die u toch moet onthouden, laat het dan die van
Anouar Brahem zijn. De Tunesische oud-virtuoos
gooit al jarenlang hoge ogen met zijn beklijvende convergentie
tussen het traditionele Arabische repertoire, de desolate klanken
uit de Sahara-woestijn en de vele eigentijdse muziekstijlen uit het
Westen. Brahem is een burger van de wereld en het voorbeeld bij
uitstek van een muzikale kosmopoliet.
Globetrotter
Nochtans liep het niet allemaal zo’n snelle vaart. Toen Brahem op
zevenjarige leeftijd van zijn vader een oud (soms als
ud geschreven; de oriëntaalse variant van de luit) cadeau
kreeg, begon hij een intensieve opleiding aan het Nationale
Conservatorium van Tunis, met de intentie om zich te verdiepen in
de Arabische muziek. Die bestaat uit twee belangrijke onderdelen.
Enerzijds is er de Maqamat, dit zijn verschillende
modussen of toonschalen die een specifieke melodische en
harmonische samenklank vormen. Anderzijds is er de Taqsim,
een melodische stijl waarbij de nadruk op improvisatie ligt.
De jonge Brahem bleek zeer enthousiast en onderscheidde zich al
snel van leeftijdsgenoten door een buitengewone techniek en
virtuositeit. Onder het kritische oog van zijn meester Ali
Sriti leerde hij jarenlang (met dagelijkse begeleiding)
alle facetten van een lange Arabische muziektraditie te
interpreteren en beheersen. Naarmate Brahem ouder werd, toonde hij
steeds meer interesse voor muziek uit andere regio’s zoals India,
Iran en het Westen. Dit verbredend muziekperspectief verliep
parallel met de eerste aanzetten tot het schrijven van eigen
composities en zelfgeproduceerde opnames (op cassette, samen met
percussionist Lassad Hossni). Brahems
uitzonderlijk eclectische houding valt aldus tot deze periode terug
te traceren, al zou een andere gebeurtenis veel meer ingrijpende
gevolgen hebben.
Anouar Brahem bleek een onversneden globetrotter, en op
zijn zeventiende verkende hij al grote delen van Noord-Afrika en
West-Europa tijdens een grote reis. Enkele jaren later vertrok hij
opnieuw om zich voor vier jaar in de Franse metropool Parijs te
vestigen. Hij ging er niet zozeer om zijn opleiding als muzikant te
volmaken, maar eerder om nieuwe ervaringen op te doen en artiesten
met een andere culturele achtergrond te ontmoeten. In een
kosmopolitische stad als Parijs kon Brahem makkelijk aan de bak
komen en zijn brood verdienen als muzikant bij een takht
(een authentiek Arabisch ensemble, bijgestaan door een zanger(es)),
maar de eigenzinnige Tunesiër weigerde steeds een dergelijke
ondergeschikte rol te vervullen. Hij beschouwde de oud als
volwaardig solo-instrument, een eigen kunstvorm, en dat was voor
die tijd een zeer innoverende gedachte. Daarnaast toonde hij ook
een actieve interesse in film, theater en dans. Tijdens zijn
verblijf in Parijs schreef hij verscheidene soundtracks voor
Tunesische films en werkte hij met choreograaf Maurice
Béjart samen voor de opvoering ‘Thalassa Mare Nostrum’
(1982). Na deze verrijkende ervaring in het hartje van Europa, was
de tijd rijp om naar Tunesië terug te keren.
Het thuisfront ontdekte de muziek van Anouar Brahem tijdens de vele
live-optredens in en rond de hoofdstad Tunis. Vooral de performance
op het ‘Carthage Festival’, samen met een collectief van
Tunesische, Turkse en Franse muzikantenn, liet een diepe indruk na
en resulteerde in een Grand National Prize for Music in 1985. De
weg naar bekendheid lag nu open en Brahem werd in 1987 gevraagd om
directeur te worden van het stadsensemble van Tunis. Gedurende drie
jaar als artistiek leider kwam zijn kenmerkende stijl duidelijk
naar voren: het Arabische repertoire kreeg een nadrukkelijke
herwaardering, maar werd sterk door vreemde (vaak Westerse)
invloeden ingekleurd.
De algemene muziekoriëntatie veranderde grondig door het grote
orkest in kleinere formaties onder te verdelen (te vergelijken met
Brahems eigen ensembles), waarbij de focus meer op de individuen
kwam te liggen. Ondanks het grote succes besloot hij in 1990 de
functie naast zich neer te leggen en opnieuw rond te trekken met
zijn eigen werk. Anouar Brahem trad op in de Verenigde Staten en
Canada, en wist de aandacht van muziekliefhebbers en -producenten
te trekken. Zo kwam hij nadien in contact met Manfred
Eicher (Duits componist en oprichter van ECM Records), die
al snel gecharmeerd was door de Tunesiër. Die ontmoeting mondde uit
in een langdurende samenwerking en meerdere uitstekende
muziekproducties. Brahem kreeg dankzij ECM de kans om zijn virtuoze
techniek en uitzonderlijk synergetische composities aan een groter
publiek voor te stellen.
Geen vormelijke restricties
Alvorens stil te staan bij het oeuvre van Anouar Brahem, is het
belangrijk om enkele basisingrediënten, kenmerkend voor zijn
muziek, nader toe te lichten. Sommige begrippen zijn eerder al aan
bod gekomen, maar worden nu in een breder kader geschetst.
De oud is het muzikale broertje van de luit en vertolkt
een centrale rol in de composities van Anouar Brahem. Eeuwenlang
(sommige bronnen gaan tot 5000 jaar terug) werd het peervormige
instrument gebruikt om etnische gezangen te begeleiden. Brahem koos
expliciet om de functie van het instrument te verruimen en een
eigen artistieke functie te geven. De klank van de oud
wordt vaak als oosters getypeerd, door het desolate en
contemplatieve karakter. In tegenstelling tot de gitaar of luit
bevat het instrument geen fretten en worden er elf snaren
aangebracht. Een oud wordt eveneens in een ander
toonsysteem gestemd, dat in enkele opzichten van het Westerse
tonale systeem verschilt.
In Arabische muziek wordt er gesproken van maqam (meervoud
maqamat) om de toonverhoudingen aan te geven. Een maqam is
eigenlijk een verzameling van noten met een eigen harmonische
verhouding. Deze verhoudingen zijn afwijkend van onze Westerse
muziekopvattingen, waardoor ze bij een eerste kennismaking nogal
merkwaardig kunnen klinken. Een maqam valt misschien het
best te vergelijken met de verschillende Gregoriaanse modi
uit de middeleeuwse muziekgeschiedenis. Vanaf de Westerse
renaissance werd het (Gregoriaanse) modale systeem ingeruild voor
het tonale systeem, waardoor we vandaag weinig of niet vertrouwd
zijn met de oude modi.
Hoewel de muziek van Anouar Brahem sterk beïnvloed is door
Arabische toonverhoudingen, heeft hij steeds geprobeerd om los te
komen van deze vormelijke beperkingen. Waarschijnlijk is dat de
voornaamste reden waarom zijn muziek ook een intrinsiek Westerse
klank heeft die dicht aanleunt bij de Atlantische ‘vrije’
jazzmuziek. De experimenten van Brahem zijn in dat opzicht
vergelijkbaar met de culturele fusion die heel wat
jazzgrootheden in de jaren zestig bereikten, door vreemde ritmes en
melodieën in hun werk te integreren. De figuur van saxofonist
William Emanuel Huddleston (heden ten dage bekend
als Yusef Lateef) is hier een uitstekend voorbeeld
van.
Oost en west vinden elkaar aldus in het werk van Anouar Brahem. Als
een postmodern artiest gaat hij steeds op zoek naar nieuwe geluiden
en combineert die met de grote culturele bagage die hij op jonge
leeftijd al bijeensprokkelde. Misschien is het proces van
globalisering in de voorbije decennia wel een helpende hand
geweest, want heden ten dage zijn heel wat barrières verdwenen en
kan men de blik makkelijk op de rest van de wereld richten. Anouar
Brahem is een product van zijn tijd en weet dat op wonderlijke
wijze in zijn muziek te bevatten.
Dromen en betovering
De titel van het debuutalbum ‘Barzakh’ (1991) verwijst naar de
periode tussen het overlijden en de verrijzenis, waarin een moslim
voor zijn zonden gestraft wordt (vergelijkbaar met het vagevuur).
Brahem deed voor zijn eerste worp een beroep op twee Tunesische
muzikanten. Door het grote succes liet een vervolg niet lang op
zich wachten. ‘Conte de l’Incroyable Amour’ (1992) ging in alle
opzichten een stap verder dan het eerste album, waarbij de kunst
van de improvisatie en de poëtische schoonheid van de melodie
volledig tot uiting kwamen.
De Noorse saxofonist Jan Gabarek (eveneens bij
ECM) was zo enthousiast over de muziek van de Tunesische
oud-speler dat hij prompt het voorstel deed om samen aan
een nieuwe plaat te werken. Het geesteskind van beide artiesten
kreeg de naam ‘Madar’ (1994), en ging op zoek naar universele
eenheid tussen een grote verscheidenheid van stijlen en genres.
Brahem zou in de toekomst nogmaals samenwerken met Westerse
muzikanten, onder andere bij ‘Khomsa’ (1995) en ‘Thimar’ (1998).
Vooral laatstgenoemde was opmerkelijk, door de medewerking van
John Surman en Dave
Holland.
De albums rond en na de eeuwwisseling werden gekenmerkt door een
bijzonder syncretisme van Arabische muziek en nieuwe geluiden.
‘Astrakan Café’ (2000), maar vooral ‘Le Pas du Chat Noir’ (2002)
bewerkstelligden een interessante convergentie tussen
muziektradities (met dank aan pianist François
Couturier en accordeonist Jean Louis
Matinier). In 2006 werd dat nogmaals herhaald met ‘Le
Voyage de Sahar’, waarbij opnieuw een rol was weggelegd voor
Couturier en Matinier.
‘The Astounding Eyes of Rita’ was het laatste album van Anouar
Brahem en verscheen in de herfst van 2009. Deze bijzonder
omvangrijke muziekervaring biedt een perfect evenwicht tussen
meditatieve stiltes, beklijvende melodieën en eclectische
expressies. Opvallend hierbij is dat Brahem, in tegenstelling tot
het vroegere werk, kiest voor een Engelstalige titel. ‘The
Astounding Eyes of Rita’ is een nieuwe verzameling met idyllische
impressies van de wereld. Een schuilplaats om in alle rust weg te
dromen.
Anouar Brahem speelt op 23 april in Flagey (Brussel) tijdens het
jazzfestival I’ll Remember April. Meer info op
http://www.flagey.be