Chileense technomuziek oogt op papier al even onwaarschijnlijk als Berlijnse panfluitmuzak. Toch bewijst de jonge Chileen Matias Aguayo dat ook de taal van de techno universeel is. Op Ay Ay Ay benadert de producer het genre op een heel olijke en minzame manier, recht tegenover de terdege, solide Amerikaans-Duitse variant.
Voor liefhebbers van de betere elektronische muziek is Matias Aguayo geen onbekende meer. De Chileen maakt deel uit van Closer Musik, een collectief dat met minimale technosingles als "Maria" en "One Two Three (No Gravity)" pionierswerk verrichtte op het Duitse Kompakt-label. Twee jaar geleden week Aguayo van dat pad af; "Walter Neff" was een nummer dat de grenzen van de electro-popmuziek opzocht. Die track blijkt nu een voorloper voor wat komen zou, want op zijn nieuwe langspeler Ay Ay Ay begeeft Aguayo zich steeds verder weg van de conventionele technomuziek. De plaat bulkt van de Zuid-Amerikaanse invloeden, tribale ritmes, uitbundige beatboxing en speelse gezangen. Hij bewijst dat techno nog steeds boeiend kan zijn, zolang je maar je eigen accenten durft te leggen.
Zoals in het funky "Rollerskate" bijvoorbeeld, waarop Aguayo experimenteert met het belangrijkste instrument van de plaat, zijn eigen stem. Verschillende laagjes a capella worden over elkaar geplaatst, wat resulteert in een even aanstekelijk als hypnotiserend nummer in de beste traditie van collega-samplekunstenaars als Jamie Lidell en Beck. Een ander hoogtepunt is "Koro Koro", dat klinkt alsof de heren van Grizzly Bear in een Turks stoombad hulde brengen aan Paul Simon. Pittig, vernuftig en bijzonder warmbloedig. Dat Zuiderse aspect vormt een rode draad doorheen Ay Ay Ay en keert terug in "Ritmo Juarez" "Mucho Viento" en afsluiter "Juanita". "Me Vuelvo Loca" is de meest uitgesproken clubtrack en doet met zijn combinatie van de gehaast gedebiteerde tekst en de droge beats denken aan LCD Soundsystem. U leest het, Aguayo combineert verschillende referenties, bundelt uiteenlopende invloeden en verenigt hierbij de gekste combinaties.
Toch klinkt Ay Ay Ay vrij uniek en is het een bijzonder samenhangend album. Misschien zelfs iets te coherent. Want naar het einde van de rit toe ga je je wel al eens afvragen of het nummer waar je naar luistert al niet eens eerder voorbijgekomen is. Dit omdat Aguayo hier net iets te veel van hetzelfde trucje — digitaal bewerkte a capella afropop — gebruikt maakt, maar evengoed door de onophoudende ineptie, die soms verwarrend werkt. Maar was dat bij de laatste platen van Animal Collective ook niet het geval? En waren die de afgelopen jaren net daarom geen vaste klant in vele eindejaarslijstjes?
Chili wist onlangs nog te verrassen door zich te plaatsen voor het Wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika. Mocht het team daar reden hebben tot een feestje, kan het alvast terugvallen op Ay Ay Ay, een van de meest speelse en opwindende platen van het moment. Vooral één die bewijst dat techno niet noodzakelijk kil en robuust, maar evengoed warmbloedig en opwindend kan zijn.