Wereldmuziek: een ver-van-je-bed-show? Het nog te weinig erkende Oi Va Voi brengt alvast Oost-Europese sferen dichterbij met zijn derde album Travelling The Face Of The Globe en vermijdt daarbij een culture clash.
Laat u vooral niet afschrikken door de naam Oi Va Voi –Jiddisch voor Oh Mijn God! –, want op dit album heeft de groep nog nooit zo poppy geklonken. De in Londen residerende band bewandelt sinds zijn ontstaan in 2000 een glibberig muzikaal pad waarop voornamelijk klezmer en zigeunermelancholie in een Brits jasje worden gestopt. OI Va Voi is een unieke combinatie die met zijn officieel debuutalbum Laughter Through Tears veel bijval oogstte, maar op die manier teveel verwachtingen schiep voor de titelloze opvolger. Bij Travelling The Face Of The Globe — opgenomen in een synagoge — grijpt het ensemble echter terug naar het traditionele geluid van dat eerste album en stelt het viool en klarinet voorop. Geflankeerd door drum en bas biedt deze combinatie tal van mogelijkheden en daar maakt Oi Va Voi gretig gebruik van.
Schipperend tussen Oost-Europese en westerse invloeden, aangevuld met een rock attitude en een snuifje triphop houdt de band de teugels strak: de eclectische mix leidt nooit tot extreme contrasten. “Long Way From Home” schakelt bijvoorbeeld naadloos over van een rockende strofe naar het klezmerrefrein waar de klarinet er lustig op los kwettert. “Magic Carpet” staat dan weer volledig in het teken van Arabische sferen en voert je op een vliegend tapijtje langs hete woestijnen, kamelen, karavanen en gesluierde buikdanseressen. Jawel, Oi Va Voi is sexy, en daar zit de zangeres ook wel voor iets tussen.
Het lijkt haast traditie om na ieder album een nieuwe zangeres in te lijven. Op de vorige twee albums namen KT Tunstal en Alice McLaughlin die rol voor hun rekening, ditmaal verrijkt de zwarte parel Bridgette Amofah de nummers met haar zwoele, krachtige stem en dat is een schot in de roos. Dat ze kan swingen, bewijst Amofah met “I Know What You Are” waar ze vocaal uithaalt. Hetzelfde geldt voor het countrygetinte “Dusty Road” of het titelnummer “Travelling the Face of the Globe” dat je alle uithoeken van de wereld laat zien: “Where adventure lies we will all go”.
De meest ingetogen momenten van het album zijn voor de Hongaarse Agi Száloki weggelegd, die “S’Brent” en “Wonder” bedekt met een zachtere en meer lieflijke stem dan die van Amofah. Beide nummers kabbelen traag en filmisch voort, waardoor meer ademruimte ontstaat voor een schreiende viool of een meeslepende klarinet. “S’Brent” wordt in het onbegrijpelijke Jiddisch gezongen, maar de weemoed spreekt voor zich.
Travelling The Face Of The Globe is een muzikale rondreis door Oost-Europa, maar voelt toch vertrouwd aan. Oi Va Voi heeft een harmonieuze balans tussen alle instrumenten bereikt en de nummers zijn beter dan ooit opgebouwd. Daarbovenop barst het album van avontuur en levensvreugde. Kortom, Travelling The Face Of The Globe zou wel eens de verdiende doorbraak voor Oi Va Voi kunnen betekenen. Fingers crossed!