Bracht Tiga met Sexor een cruciaal debuut uit, dan heeft de Canadees met opvolger Ciao! ditmaal een van de betere clubplaten gemaakt. Maar zo meeslepend als de plaat als geheel is, zo weinig lijken de songs afzonderlijk iets voor te stellen.
Onvoorstelbaar lijkt het, dat het alweer drie jaar geleden is dat Tiga, dat kleine opdondertje van een dj, een loeier van een debuutplaat in onze richting flikkerde. Sexor sloeg in als een bom en ook nu nog betrappen we onszelf erop dat wanneer de plaat een draaibeurt wordt gegund, Sexor algauw wekenlang niet van de platenspeler raakt. Artiesten die zo’n klepper afleveren, mogen vooral niet te lang wachten met de opvolger: niet alleen is onze honger naar meer ontzettend groot, hoe langer nieuwe muziek uitblijft, hoe groter de kans op een ontgoocheling.
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat "Mind Dimension" en "Shoes", de twee songs die Ciao! voorafgingen, hier met heel wat wenkbrauwgefrons onthaald werden. Kon Sexor immers niet uitpakken met singles als "Pleasure From The Bass" en "Louder Than A Bomb", om er maar twee te noemen? Met "Shoes" blijven we het nog altijd moeilijk hebben — elke plaat heeft nu eenmaal een tegenvaller nodig, zullen we maar stellen — maar "Mind Dimension" wist na een zekere inloopperiode wel ons goedkeuren te verwerven. En maar goed ook, de song is immers, als een soort microversie van Ciao!, een uitgaanstrack bij uitstek.
Tiga is nu eenmaal in de eerste plaats een dj — iemand die wanneer hij op een festival staat niet zal proberen de illusie van een liveset op te wekken — en dat merk je op Ciao! veel harder dan op het debuut. Waar dat aanvankelijk zorgt voor een slechts matig enthousiasme voor deze plaat, maakt dat na verloop van tijd dat Ciao! zich laat gelden als ideale opwarmer voor een avond clubben. Of correct: als surrogaat voor zo’n avond, want net zoals Franz Ferdinand dat met Tonight deed, heeft Tiga een plaat gemaakt die een avond dans en decadentie weet te vatten.
Zelfs de opbouw is bijna gelijkaardig, zij het dat bij Tiga na de climax geen uitbolmoment meer volgt, daarvoor is het tien minuten durende "Love Don’t Dance Here Anymore" te overweldigend en te slopend. Onderweg krijgen we wel een rustpauze voorgeschoteld: "Luxury" lijkt het feestgewoel tijdelijk van op een afstand te bekijken, of beter: van in een bubbel, omgeven door een waas van decadentie, wordt het feestgedruis plots een andere realiteit die met verwondering en voldoening gadegeslagen wordt. En ondanks die vertraging in het tempo heeft "Luxury" heel wat hitpotentieel, vooral op een hete zomeravond, wanneer elektriciteit en ontucht in de lucht hangen.
Ook "Turn The Night On", dat subtiel een versnelling hoger schakelt, heeft eenzelfde exotisch-nachtelijke atmosfeer over zich. Gladde en ijle jaren tachtig synthesizerklanken worden gemixt met een piano die de song helemaal dat naïef-foute trekje van dat vermaledijde decennium bezorgt. Wanneer Tiga daar bovenop nog een semi-melancholische tekst plakt over de zelfvertwijfeling die bij het uitgaansleventje komt kijken, is een nieuwe uitschieter klaar.
Dat betekent — helaas — nog niet dat Ciao! zonder schroom naast Sexor kan staan. Als nachtelijke trip is dit een zéér geslaagd album, maar afzonderlijk lijken de elf songs niet in staat hun kracht te behouden. Hoewel Tiga samen met de Dewaele-broers en illustere gasten als James Murphy en Jori Hulkkonen een klein dozijn fraaie tracks in elkaar heeft weten te knutselen, gaat Ciao! gebukt onder de erfenis van zijn voorganger. Hoe intens het ook kan zijn om dit album van a tot z op indringend volume te beluisteren, het lijkt amper voorstelbaar dat we dat over drie jaar nog zullen doen.
Tiga staat op Rock Werchter.