SuperEgo Records, 2008
Het kerstalbum One More Drifter In The
Snow liet ons twee jaar geleden serieus op onze honger zitten
en pas nu kunnen we ons eindelijk te goed doen aan ‘@#%&*!
Smilers’ (zeg gerust ‘Fucking Smilers’ voor het gemak), de echte
opvolger van de conceptplaat ‘The Forgotten Arm’. Naar goede
gewoonte krijgen we een verzorgde verpakking, ditmaal voorzien van
artwork door de illustrator Gary Taxali, met daarin een schijfje
vol songs die de warmte van een knetterend haardvuur uitstralen
terwijl ze de blik wepen op de vele onopvallende gevallen helden
die onze aardbol bevolken.
Manns stem, haar zachte melodieën en kleine woordspelletjes smelten
nog steeds samen tot zeer charmante songs: “You love me like a
dollar bill, you roll me up and trade me in” klinkt het
bijvoorbeeld in een lieflijk bitterzoet ‘Phoenix’. Ook op
‘@#%&*! Smilers’ krijgen we aaneengeregen dertien solide
nummers, die spijtig genoeg te weinig kunnen verrassen om écht
indruk te maken. Vooral in het begin heeft de plaat het zeer
moeilijk genoeg karakter te tonen om zich binnen haar oeuvre te
kunnen onderscheiden. ‘Looking For Nothing’ bestaat uit een leuke
compositie met een heel mooie instrumentatie, maar klinkt als een
reliek van de ‘The Forgotten Arm’-sessies. Op een roadtrip doorheen
de buik van Amerika zal ‘Freeway’ zeker van pas komen, maar opnieuw
is dit het geluid dat je op elke Aimee Mann-plaat al minstens drie
keer tegengekomen bent.
Pas naar de tweede helft van de plaat toe durft Mann enkele nieuwe
elementen te introduceren. Niets wereldschokkends, maar de kleine
veranderingen laten de nummers toch meer oplichten. Een beetje
elektronica doorspekt ’31 Today’, de ideale song voor ieder die een
midlifecrisis voelt opborrelen (“I thought my life would be
better by now but it’s not and I don’t know where to turn”).
‘Borrowing Time’ springt uit de tracklist dankzij een zwieriger
rimte dat op het einde doorspekt wordt met een kopersectie. Het
beste is nog voor het laatst opgespaard: ‘Ballantines,’ een olijke
folky samenzang met Sean Hayes, die hier als een countryversie van
Antony klinkt
en zeer goed Manns klankkleur complementeert.
Aimee zelf is nog steeds op haar best wanneer ze in een
melancholische bui verkeert en haar verhalen rond gebroken
karakters ook in weemoedige klanken laat baden. Zo horen we haar al
even in de minisong ‘Stranger Into Starman’, een track om ’s nachts
doorheen besneeuwde straten mee rond te dwalen. In de eindsequentie
komen we in die stijl echter meer fraais tegen: de wandeling
doorheen gedilapideerde herinneringen ‘Columbus Ave.’, het
prachtige sfeerbeeld ‘Little Tornado’ (één van de weinige nummers
waarin een potje gefluit werkt) en een gezellig ‘True Believer’,
samen met Grant Lee Phillips geschreven.
In vergelijking met ‘The Forgotten Arm’, dat elk nummer als een
hoofdstuk van een verhaal gebruikte, en het moodier ‘Lost In Space’
heeft ‘@#%&*! Smilers’ meer moeite om zich te profileren.
Hoewel we bij vele nummers het gevoel hebben ze al eens gehoord
hebben, slaat Mann de bal toch nooit mis op deze plaat. Op grootste
experimenten moeten we niet meer hopen, maar ze blijft haar métier
wel met liefde en talent uitoefenen. Om het verder te vergelijken
met dat thuiskomst-gevoel: je weet dat er elders veel spannender
avonturen te beleven zijn, maar soms is het ook eens aangenaam om
te blijven hangen waar het wel wat routineus aanvoelt, maar toch
lekker knus is. Tijdens die buien is ‘@#%&*! Smilers’ een
plaatje waarin je je volop kan nestelen.
Aimee Mann staat op 1 november in de Ancienne
Belgique.