Relapse, 2008
Origin speelt brute, technische death metal, Amerikaanse stijl.
Deze band is hiermee zeker niet alleen en voldoet aan verschillende
typische kenmerken (ik durf het bijna clichés noemen, maar dit zijn
zware gasten hoor) van het genre. Origin heeft vele malen getoerd
in gezelschap van zielsverwanten. Zo deelden ze al dikwijls de
tourbus met Nile op de reizende
festivals van No Mercy. Origin past ook wat in het voetbal “het
rotatieprincipe” heet toe. Ieder album of toer heeft een gewijzigde
line-up en ex-leden durven al wel eens terug aan boord springen.
Het zou gemakkelijk zijn om Origin dan ook snel af te schrijven als
een typisch Amerikaans death-metalsceneproduct en oninteressant
voor de occasionele luisteraar. Dat zou jammer zijn en fout.
Het overwinnen van interne perikelen heeft namelijk geresulteerd in
een sterk album. Wat zeg ik. Deze ‘Antithesis’ is een knaller
geworden.
Iets meer dan 40 minuten raast Origin door je huiskamer als een
kudde olifanten op de vlucht voor een brandende savanne. Geen
rustpunt wordt ons gegund. Of het moest zijn dat je de groovende
afsluiter (de titeltrack) zo wil interpreteren. Alle nummers zijn
opgebouwd vanaf het fenomenale drumwerk van John Longstreth. Een
veteraan van vele bands maar zijn prestatie hier is zeker niet van
die aard dat je zou kunnen twijfelen aan zijn engagement. Extreem
strakke, snelle brutale en gecompliceerde drumpartijen stuwen de
songs vooruit. Zelden wordt er gas teruggenomen enkel op de
momenten dat je écht dreigt te gaan verzuipen haalt Power-John een
voet van zijn tweede baspedaal. De man heeft omwille van zijn
bijdrage aan dit album ondertussen de status van drum chou-chou
verdiend in de gespecialiseerde pers.
De muur van geluid die over ons heen rolt wordt verder aangedikt
met inventieve, vingertopscheurende gitaarriffs waarmee iets geks
aan de hand is. Hoewel het in deze deathmetalorkaan niet altijd
duidelijk is waar een nummer stopt en een ander begint, heb ik er
geen moeite mee om de cd in één ruk te beluisteren. Dat komt
doordat de verschillende riffs net lang genoeg worden aangehouden
om zich tussen je oren te nestelen, waarna weer een nieuwe aanval
op het gehoor volgt. Dat kan dan een gierende solo zijn of een
impressionante vocale bijdrage. De band gebruikt immers allerlei
varianten van grunts, maar door die handig te combineren, geven ze
een impressie van een omvangrijke berenfamilie die ontdekt dat hun
voorraad honing gejat is. Bovendien zijn ze ervan overtuigd dat jij
de dader bent. Over de basgitaar kunnen we kort zijn: onhoorbaar.
Ik begin sterk te vermoeden dat bij bands die deze muziek spelen de
bas enkel aanwezig is in de mix van de podiummonitors tijdens een
optreden maar dat het publiek geen recht heeft op iets dat een
heupbeweging zou kunnen ontlokken. Enkel de nek wordt
geviseerd.
Normaal gezien bespreek ik ook enkele nummers afzonderlijk, maar
voor dit album zie ik daar vanaf. De razernij houdt zo gestaag aan
dat het lijkt alsof de begin- en eindpunten van de tracks
willekeurig gekozen zijn. Voor iemand die zweert bij strofe-refrein
liedjes is deze cd dan ook een nachtmerrie. De muziek is echter zo
gelaagd en dens dat je bij iedere beluistering flitsen van het
spelende muzikaal talent hoort die je doen vergeten wat je
daarnaast aan het doen was. En zo sleuren de heren van Origin je
mee in hun genadeloze doodstrip. ‘Anthithesis’ lijkt dan ook te
willen logenstraffen dat brutale, technische death metal vooral
dodelijk saai is. En toegegeven, dat is een these die ik ook al een
tijdje onderschreef.
Na tien keer mompelen dat het “toch echt wel een heftig schijfje
is” merkt de luisteraar dat alles weeral voorbij is en ben je
geneigd om terug op start te drukken. Misschien best eerst even een
wandelingetje in het park maken of zo, anders zou je
zenuwbekabeling wel eens kunnen doorbranden.