Dat Josh Graham, stichtend lid van Red Sparowes, zijn post-metalachtergrond nog steeds niet achter zich heeft gelaten, maakt de albumtitel van zijn laatste plaat alleen al duidelijk. And We Wept The Black Oceans Within dekt zijn lading, althans in opzet.
Over het hoe en waarom van Grahams vertrek bij Red Sparowes is weinig geweten. Zijn perikelen bij Battle Of Mice, in het bijzonder de conflicten en woordenwisselingen met zangeres Julie Christmas (Made Out Of Babies) zijn dan weer zo legendarisch dat het niet alleen een wonder mag heten dat er zowaar een album verscheen (Graham en Christmas weigerden in dezelfde kamer te verblijven) maar dat het zelfs hoogst twijfelachtig is dat er nog een vervolg zal komen, ook al hebben alle partijen plannen in die richting geuit.
Hoe dan ook liggen Grahams muzikale eieren momenteel allemaal in één dezelfde mand en dat is niet zo een goed idee. A Storm Of Light speelt vooralsnog niet in dezelfde klasse als zijn oudere/andere groepen. In de eerste plaats heeft dit te maken met het stemgeluid van zanger Domenic Seita (ex-Tombs, ex-Asea) wiens grove korrel te weinig aansluiting vindt bij het sfeervolle metalgeluid van de groep. De emotionele diepgang die de nummers vragen, klinken niet oprecht wanneer hij het zingt, alsof hij zich steeds forceren moet.
Helaas weten de instrumentale nummers evenmin soelaas te brengen. Wie het drieluik “Adrift (The Albatross I)”, “Undertow (The Albatros II)”, en “Breach (The Albatross III)” erbij neemt, hoort instrumentale tussendoortjes annex soundscapes die op zichzelf plompverloren staan. Idem voor “Descent”, dat vijf minuten lang kabbelt en ruist zonder eigenlijk ook maar iets te vertellen. Deze intermezzo’s dragen weinig bij tot geheel en zijn er mee voor verantwoordelijk dat de plaat eenvoudigweg te lang duurt.
In de langer uitgesponnen tracks verliest de groep evenwel al eens de pedalen. “Waste And Endless” heeft meerdere goede ideeën maar ontbeert de samenhang om het nummer boven zijn potentieel uit te tillen. “Black Ocean” lijkt zelfs van bij de start al de mist in te gaan door voor een weinig interessante maar als sfeervol bedoelde opbouw te kiezen. De spanning en intensiteit die bij dit soort nummers het zout op de patatten vormt, klinkt te doordacht en berekend om geloofwaardig emotioneel te zijn.
“Thunderhead” klinkt in zijn eerste minuten nog beloftevol maar verliest in zijn derde minuut volledig het noorden met een onnodig akoestisch interludium dat zelfs op derderangs pseudodonkere metalplaten weggehoond zou worden. Dat het nummer zichzelf daarna bij de haren uit het moeras trekt, is een schrale troost. Dat onnodige tussenstuk kan nu eenmaal niet vermeden worden.
“Mass” bulkt — exemplarisch voor het album — van de goede ideeën en heeft zelfs een uistekende zang (!), maar kan desondanks het statuut van vingeroefening niet overstijgen. “Leaden Tide” onderneemt een laatste manhaftige poging om het tij te doen keren, maar het kalf is al lang verdronken. Met “Iron Heart” kan niet eens in schoonheid afgesloten worden want de track geeft er zelf de brui aan na een dikke zes minuten en verzandt in een aanslepende en ronduit enerverende soundscape.
A Storm Of Light heeft zijn debuut gemist, driemaal is geen scheepsrecht. Het is vreemd om vast te moeten stellen dat Graham er ditmaal niet in slaagt om met meer dan een handvol goede ideeën en halfbakken songs voor de dag te komen. Debutanten hebben het voorrecht om op hun gezicht te gaan maar voor iemand met Grahams palmares is And We Wept The Black Oceans Within een ronduit zwakke plaat die het dempstadium niet ontgroeid is.