Na meer dan een kwarteeuw alle hoeken van de muziek te hebben verkend (van baggy naar Stonesrock naar dub en electro en terug naar Mick Jagger en co) lijkt Primal Scream eindelijk voor één ding te hebben gesetteld. Het slechte nieuws: het werd de Rolling Stones-achtige rock, maar op Beautiful Future klinkt het al wat minder clichématig.
Dat krijg je natuurlijk met ex-drugheads als The Scream: ze gaan alle richtingen uit, doen maar iets op, en uiteindelijk is hun output een rommeltje, een stoemp van vanalles en nog wat. We willen maar zeggen: consistentie is nooit het ding van Bobby Gillespie en de zijnen geweest in het verleden. Nu de wilde haren wat dunner zijn gezaaid, werd er dan toch besloten om koers te houden en na het retroalbum Riot City Blues werd het roer voor één keer niet omgegooid. Onder het oog van producers Björn Yttling (van Peter, Björn And John) en Paul Epworth (The Rapture, Maxïmo Park, Kate Nash, de nieuwe Bloc Party straks,…) gaat de band verder op de ingeslagen weg.
Traditionele rock dus, maar de archetypische Sticky Little Fingers-boogie wordt wat achterwege gelaten en de productie heeft een randje pop in zich. Dat is nog het meest opvallend in de dromerige shoegazepop van achtereenvolgens "Uptown" en "The Glory Of Love". De razende punk van single "Can’t Go Back" is dan weer iets anders: scheurende rock die "Swastika Eyes" overdoet, maar dan zonder de kille electronica van XTRMNTR.
Eventjes lijken we toch in het vaarwater van die straffe plaat uit 2000 te komen, met het begin van "Suicide Bomb": lome beat, stevig vervormde gitaren door een waas van echo, een zang die ergens uit de verte komt aangewaaid. Sterk, maar de ridicule retrogospelrock van "Zombie Man" gaat meteen daarna opnieuw de tegenovergestelde richting uit en een gebromd "draaikonten" ontsnapt ons lichtjes gefrustreerd.
De ijle gitaar in de intro van "Beatiful Summer" maakt dan weer veel goed, net als de wazige zang van Gillespie. Al even lijzig is het door een drumcomputer voortgedreven "I Love To Hurt (You Love To Be Hurt)", waarin ook Lovefoxxx van CSS even aan het venster mag komen piepen. Het resultaat ligt aanvankelijk niet ver van dat andere recente duet uit de Primal Scream-discografie, "Some Velvet Morning" (met Kate Moss), maar krijgt langzamerhand een steviger jasje aangetrokken. Uitschieter, dit nummer.
En zo is het in de laatste rechte lijn dat Beautiful Future punten begint te scoren. De Fleetwood Mac-cover "Over & Over" doet aan de beste electrosoul van Hot Chip denken. Op de stevige afsluiter "Necro Hex Blues" heeft Josh Homme een stevige gitaar in de pap te brokken, strakke stuff die nog even een stevige klets uitdeelt alvorens de deur dicht te doen.
Een twijfelgeval, deze negende van Primal Scream. We hoorden hier en daar prettige popsingles en een knetterende rocker, maar het grensverleggende van Screamadelica en XTRMNTR is er toch niet bij, en daar zal de grens ten eeuwigen dage blijven liggen. Hoe dan ook, de band speelt opnieuw met veel plezier,dat hoor je en dat doet deugd. Ze mogen dan al niet meer vernieuwen, op deze manier kunnen ze wel nog even door.