"Sounds cool, right?" polste Scott McCloud, toen we de Girls Against Boys-frontman onlangs interviewden naar aanleiding van zijn eerste soloproject Paramount Styles. "Scott, you invented cool," was daarop een adequate reactie geweest. Helaas bedachten we dat pas uren ná het interview.
Wat doet een artiest die onverwacht meer roem en succes (en, laat ons toch hopen, de bijhorende gewillige meiden) binnenhaalt dan hij ooit in zijn stoutste jongensdromen durfde te wensen, maar met lede ogen zijn zogeheten cultuurhistorische moment ziet voorbij vliegen? Een akoestische soloplaat maken, tiens! Michael Doughty deed het ook toen Soul Coughing in 1998 aan relevantie moest inboeten (trouwens: Doughty bood indertijd zijn eerste solo-effort gratis en voor niks aan als download op zijn website, wat in het vakgebied tegenwoordig ’een Radioheadke doen’ heet) en ook Scott ’GvsB’ McCloud waagt nu zijn kans als singer-songwriter. Het is een uitdaging om bij dergelijke platen het verleden van de artiest niet door je hoofd te laten spoken. Daarom beloven we het gezegende Girls Against Boys in de rest van dit schrijven niet langer te namedroppen. Op ons communiezieltje!
Want, laat ons wel wezen: Failure American Style is een opwindend schijfje. Scott McCloud rijft moeiteloos de TMF-Award voor zwoelste mannenstem binnen (nipt ene J. Steverlinck geklopt, hebben we van horen zeggen) en heeft een al even geweldig als meeslepende begeleidingsband rond zich geschaard. Richard Fortus (Psychedelic Furs) poot enkele, euh, potige gitaarlicks neer in "Hollywood Tales 2", een evocatie van een doordeweeks dagje in het bijzijn van Mr. McCloud ("Drinking make-up/ wearing champagne/ you would’ve done anything"). Alexis Fleisig (die nog gedrumd heeft in een vorige groepje van McCloud, waarvan de naam ons even ontglipt) tekent op zijn beurt voor de ultrastrakke groove van de geweldige opener "Alleyesareonyounowmypet", het soort nummer dat een rockershart euforisch doet kloppen, terwijl Paul Cantalon met zijn piano in het instrumentale "One Last Surprise" voor het enige echte rustpunt op deze akoestische plaat zorgt. Geen geweldige compositie, akkoord, maar fuck that: McCloud is de kerel die ons destijds "Kill the Sex Player" heeft bezorgd.
Een nummer schrijven kan ie dus, en dat bewijst hij op Failure American Style met het weergaloze "Come to New York". Met dezelfde melancholie als schrijver Jay McInerney in "Bright Lights, Big City" bezint McCloud over zijn verhuis naar the city that never sleeps als vroege twintiger, en hij maakt zichzelf daarover vooral geen blaasjes wijs: "Come to New York / get famous / get dead famous". Wat deze song pas echt als pareltje boven de rest doet uitstijgen, is de ambigue spook/engelenstem van Angela McClusky, die naar verluidt slechts in één nummer meedoet, omdat ze McCloudoutshinede tijdens de opnames.
Jammer dat er niet meer nummers met haar op deze plaat zijn beland, want enkele songs hadden het toch beter niet gehaald. "More Than Alive" is een schromelijk saaie uitsmijter, "Race You Til Tomorrow" gaat nergens naartoe en "Drunx, Whores & Mzk People" heeft niets meer te bieden dan zijn grafisch fraaie titel. Daartegenover staan echter wel zeven nummers die méér dan de moeite waard zijn. Failure American Style is een fijn plaatje, waarop Scott McCloud toont hoe zijn zweverige parlando klinkt zonder wall of sound: hyperintens en jawel, retecool. We kunnen het niet laten (dat communieblazoen was toch al door andere dingen bezoedeld), maar toch blijven we ons afvragen of "Paradise Happens" nog straffer zou geklonken hebben met die moddervette basgitaren van Girls Against Boys. Soit, in het hoesje krijg je er nog een foto van Scarlett Johansson met vuurrode lippen bovenop; we zijn al voor minder naar de platenboer gerend.
Paramount Styles speelt op 24 mei in de Cactus Club in Brugge en op 25 mei in ’t Smiske in Asse.