Ruwe bolster, blanke pit. Het gold op de speelplaats en het geldt evenzeer in de muziekwereld. Hoewel Gus Black vooral knipoogt naar de film noir, zit er onder de verpakking van zijn nieuwste plaat een ingetogen en huiveringwekkend sterk meesterwerk.
Wie alleen de nacht ingaat, kan zich maar beter verzekeren van goed gezelschap. Een fles sterke drank behoort tot de mogelijkheden, maar wie zich liever niet op het hellend vlak genaamd solodrinken begeeft, of wie daar graag enige muzikale luister rond hangt, raden wij iets anders aan; een bard die sombere, maar evengoed troostende liedjes toefluistert. Hét typevoorbeeld is uiteraard Leonard Cohen, maar ook Tom McRae behoort tot de mogelijkheden. Naast de status van droeve troubadour heeft die jongen zelfs iets van een posterboy.
De nobele onbekende Gus Black past perfect tussen die twee in. Dat Black zelfs bij de release van zijn vijfde plaat nog steeds niet door het grote publiek aan de borst gedrukt is, is ronduit vreemd te noemen. Kwalitatief staat de Amerikaan immers minstens op gelijke voet met McRae en laat hij zich kennen als een waardige troonopvolger voor Cohen.
Was de enkele jaren geleden uitgebrachte voorganger Autumn Days nog een in zachte kleuren gedrenkte melancholische soundtrack om het vallen van de bladeren te begeleiden, dan is het nieuwe Today Is Not The Day To Fuck With Gus Black een album om de donkerste dagen van het jaar mee door te komen.
In zo’n geval is Cohen uiteraard niet ver weg en zeker in “Variations On A Theme Called Honesty” waart de geest van de oude Canadees rond. Ook in “Hurrah Hurrah Hurrah, Hurray Hurray” ligt de vergelijking voor de hand. Een ietwat diepe mannenstem, vrouwelijke backings en een tokkelende gitaar als begeleiding: meer is niet nodig om conclusies te trekken, maar toch zou het te kort door de bocht zijn om Black af te doen als een derderangs aflegger van Cohen.
Niet alleen heeft de man daarvoor al voldoende bewezen zelf over het nodige talent te beschikken, de muziek van Gus Black is simpelweg te oprecht om als aflegger beschouwd te worden. Een schreeuw om liefde als “Love Is A Stranger” gaat immers door merg en been, zelfs al wordt hij gefluisterd en bij het weerklinken van “Can We Talk About This Tomorrow” gaan de eventueel nog overgebleven restjes weerstand voor de bijl zoals een jongenshart bij het zien van de glimlach van zijn droommeisje.
Tel daar nog een, naar de normen van deze plaat althans, opgetogen single in de vorm van “Little Prince Town” bij en je hebt een handvol songs die stuk voor stuk overdonderen. En dan zijn er nog nummers als het slepende “One for The Arrow”, dat met regels als “Come out tonight let’s go dancing, shoot out the light”, een sprankeltje hoop biedt als afsluiter van een voorwaar indrukwekkende plaat.
Today Is Not The Day To Fuck With Gus Black mag in zijn looks dan wel dreiging uitstralen — al herkennen kenners vast de knipoog naar de cultprent Blast Of Silence — , inhoudelijk is het al ingetogenheid en broosheid wat de klok slaat. Today Is Not the Day… is een album om in stilte uit te zitten, voorzichtig elk kuchje wegslikkend, een subtiele daad waarmee in één moeite een ontluikende traan weggepinkt kan worden.