Met Attica! maakt Monza eindelijk de plaat die het al zes jaar belooft te maken: fel, nijdig, uitgebeend en met een brede kijk op de wereld. Eindelijk klinkt de groep rond frontman Stijn Meuris ook als een groep: "We maakten er zaak van muziek en inhoud te laten samenvallen".
enola: Het moest opnieuw harder?
Meuris: "Dat moést niet: het was geen verplichting, maar tijdens de repetities kwamen we er achter dat het op harmonische manier zo groeide. Maar nu je het zegt, ik vind wel dat het klopt, al is "harder" misschien niet het woord. Na Grand mocht het in elk geval opnieuw steviger en hoekiger, ik hou ervan dat het wat wringt."
"Nummers worden bij ons tijdens het repeteren gemaakt en dat heeft een gek effect op de muziek. Er zijn geen songschrijvers die een half afgewerkt product aan de groep voorleggen, waardoor bij ons alles snel hoekig wordt. Ik vind dat wel fijn. Dit is muziek die zichzelf bijna speelt. "Wie danst er nog?" is zo bijna een anti-single zonder refrein of bruggetje: het gaat gewoon door. We moesten er zelf even mee in het reine komen dat het nummer zo af was. Soms moeten we weken zoeken en peuteren naar een song, en andere keren komt er vanzelf één: een ritme, een baslijn, iéts dat heel moeilijk te definiëren is. Attica! is een gitaarplaat: een elektrische, scherpe plaat die fijn is om te spelen. Venijnig."
enola: Vandaar het uitroepteken in de titel?
Meuris: "Neen, dat is omdat het mooier is. Het is het meest gehate leesteken van de wereld, maar "Attica" heeft dat nodig. Het woord ’Attack’ zit er bijna in, maar er zit ook een stilisme in. Toen we doorkregen dat de plaat hoogenergetisch werd, klopte dat woord als titel. Het komt uit de film Dog Day Afternoon waarin Al Pacino buiten op de stoep voor een overvallen bank "Attica!" begint te roepen, in een verwijzing naar een gevangenisopstand in een gelijknamig stadje bij New York, en de menigte achter de politielinten begint dat mee te scanderen. Dat woord draagt bijna een soort revolutie in zich, zelfs al heeft het verder niets te betekenen."
enola: Het is ook zo’n typisch Meuriswoord dat in de song zelf geen enkele functie heeft behalve goed klinken. Zoals ’Panamarenko’ of ’Gigant’.
Meuris: "Dat is wel zo, maar vraag me niet hoe dat komt. Als je alle titels van Noordkaap en Monza naast elkaar legt, zie je de A en de I wel vaak terugkomen. Ik vind dat gewoon mooi denk ik, ze hebben een soort hoge scrabblewaarde: een meerwaarde die niets met de betekenis te maken heeft. ’Attica’ is zo’n woord, ’Gigant’ en ’Avanti’ ook. ’Massis’ iets minder. Dat valt allemaal moeilijk uit te leggen. Soms ben ik wel jaloers op groepen die een lange zin als titel hebben, een mooi statement. Bij ons is dat om één of andere bizarre reden altijd één woord."
"Toen ik hoorde dat Attica een stadje is — dat ik dan wel nog nooit gezien heb — was dat voldoende om een sfeer te triggeren: die van het pro-actief bang zijn voor het vreemde. Blijkbaar hebben wij de laatste jaren allemaal vernomen dat we collectief bang moeten zijn: waarvoor is ons nooit verteld, maar we aanvaarden die angst. De wijk waarin ik die schrik situeer, noem ik Attica. Maar voor de rest is er niets. Heel dat nummer baadt in onscherpte: je ziet niets gebeuren, alsof de lens telkens net te laat is om iets achter een hoek of kant te betrappen. Vandaar dat het zo’n nerveus nummer is, heel zenuwachtig en opgejaagd gespeeld. We maakten er bij de nieuwe nummers zaak van inhoud en muziek zo samen te doen vallen."
enola: Is het toeval dat "Engeland" er op volgt? De kant van de gevreesde asielzoeker deze keer?
Meuris: "Er staan een paar onvoorstelbaar naïeve nummers op Attica! en "Engeland" is daar zeker één van. Het is een kortfilmpje waarin je als je wilt twee parallelle verhalen kunt ontdekken. Ik zag plots een parallel tussen een asielzoeker die naar het utopische Engeland gaat, en de rockmuzikant die vreemd genoeg dezelfde droom deelt. Het zou een mooi beeld zijn: twee camionetten op de kliffen; één van een groep Koerdische vluchtelingen, de ander van een groepje muzikanten. Allebei dromend van de overkant."
"Op Soulwax en Goose na is het echter nog niemand gelukt om het in Engeland te maken, en het standpunt van de gedreven, ambitieuze jonge rockmuzikant die daarheen wil, is ook een reflectie op het fenomeen dat Belgische groepen het kleinste buitenlandse succesje ongelofelijk in de verf gaan zetten. Ik heb daar vragen bij, want degenen die er echt in slagen een deur open te zetten, zijn te tellen op minder dan een hand, een schrijnwerkershand." (lacht)
enola: "Wie danst er nog?" heeft wel heel veel van T.C. Matic hé?
Meuris: "Dat is ons pas langzaamaan duidelijk geworden. Toen we dat nummer schreven, vielen mij al wel enkele elementen op, het gevoel van oude T.C. Matic. De rest van de groep heeft hen nooit live gezien, en had dat niet door. Stapsgewijs werd het erger: in de studio kwamen er gitaartjes bij, en plots was het duidelijk. Ik heb een aantal nummers van T.C. Matic aan de band laten horen zodat we niet té dicht in de buurt zouden komen. We hebben in de studio onderzocht waar die gelijkenis vandaan komt. Het bleek om de baslijn te gaan. En natuurlijk zijn de synthaccentjes very Serge Feys."
"Nu, ter verdediging: het is niet verboden om een bepaalde sfeer uit te stralen. Er zijn niet zo gek veel groepen die refereren aan T.C. Matic, nochtans samen met dEUS één van de beste Belgische groepen ooit, terwijl er wel veel naar die laatste band wordt gekeken. T.C. Matic is een enclave gebleven. Dat was ook niet te imiteren, en tegenwoordig is niemand nog gek genoeg om op de achterkant van zijn Telecaster te gaan spelen."
"Vreemd genoeg krijgen we dat nummer bijna niet op de radio. We wisten dat het voor Radio 1 te hard zou zijn, maar zelfs Studio Brussel heeft koudwatervrees: ze draaien het met mondjesmaat. Ik wil er niet flauw over doen, maar: dit is er toch boenk op, man? Wat wil je nog meer? Blijkbaar iets anders. We hebben ons er dan maar een beetje bij neergelegd dat je airplay niet kunt voorspellen als je aan de wat wringende kant van het spectrum zit. In het geval van "Wie danst er nog?" vind ik het wel raar: er is nog nooit een nummer geweest waarop zoveel positieve reacties komen. We vallen echter uit de boot omdat ons publiek nu eenmaal geen veertien meer is en vier keer per dag naar De Afrekening sms’t. Ik troost me met de gedachte dat als Morrissey een nieuwe plaat uitbrengt, hij ook niet meer in die lijst zal terechtkomen."
enola: Je maakt je in dat nummer druk over die belachelijke angst van mensen om te bewegen op concerten.
Meuris: "Dansen mag niet meer op een vrijblijvende manier hé. Het is een instituut geworden waarvoor je alleen nog maar terechtkunt in discotheken. Op optredens wordt er niet meer gedanst: dat is afgeschaft ergens rond de invoering van het reglement dat je niet meer mag stagediven. Een grotendeels Belgisch verschijnsel trouwens: in de States heb ik eens gezien hoe Stop Making Sense werd vertoond op een festivalletje voor concertfilms; iedereen in die cinema was aan het dansen. Ik zie het hier in de Kinepolis nog niet gebeuren. Er wordt hier anders omgegaan met een lichaam. Als wij in het publiek staan en plotseling begint er iemand te dansen, dan vinden we dat allemaal iets raars. Toen we "Wie danst er nog?" schreven, merkte ik op dat we dansmuziek maakten. "Techno?", vroeg iemand. Maar neen: ik kan ook dansen op Radiohead. "Idioteque" heeft de kwadratuur van een dansnummer. Waarom zou je er die begeleidende metronoom van techno bij moeten hebben? Als het er zo dik op moet liggen… Dansen gaat net om het aanvoelen van bepaalde finesses in een ritme."
enola: Jullie tekenden een artiestencontract bij EMI. Vanaf nu geloof je contractueel in de toekomst van platenfirma’s?
Meuris: "Zeker niet. We zijn erg blij met dat artiestencontract, want we beseffen ongelofelijk goed dat zoiets een grote uitzondering is geworden voor rockgroepen. De enigen die dat normaal nog krijgen, zijn gisteren ontdekte en overmorgen alweer vergeten deelnemers aan wedstrijden. EMI. is overigens de enige firma bij wie we zo’n contract zouden willen hebben. Dat heeft veel te maken met mensen en de goeie ervaring met de vorige plaat toen we een licentiecontract hadden. Ik maak me echter wel erg zorgen, want er hangen bij hen zeer concreet ontslagen in de lucht en ik leef met die mensen mee. Het is het zoveelste teken aan de wand dat de dingen veranderd zijn."
"Tegelijk denk ik dat het goed is: dingen komen en gaan, alles organiseert zich wel weer. Met jaren vertraging zal het wel weer goed komen. De discussie over downloadgedrag ligt alweer achter ons: de enigen die nog niet mee zijn, zijn Sabam en de IFPI (verenigde platenfirma’s) die nog altijd doen alsof dat een tegen te houden fenomeen is dat ze kunnen overwinnen. Die trein hebben ze honderd keer gemist, die valt niet meer te stoppen en zal niet meer halt houden aan hun station. Waar het toe leidt, weet ik niet; ik vermoed naar een situatie waarbij er geen drager meer zal zijn van muziek, en dat vind ik schitterend. Het enige probleem is de financiële kant van de zaak: als muziek overal is, hoe innen wij dan nog rechten? Die strijd is echter verloren, maar als dat als resultaat heeft dat muziek overal is, dan vind ik dat schitterend. Alleen moet er een systeem gevonden worden om dat nog een beetje te sturen."
enola: "Ik voel het leven in mijn belanden/Ik was het bijna kwijt/Tot jij mij vroeg, het nieuwe zweven zo zonder handen/Het werd hoog tijd", zing je in "De dag is helder". Stijn Meuris is opnieuw op zijn pootjes gevallen?
Meuris: "Dat zal nooit echt gebeuren. (lacht) Het was wel belangrijk dat dit nummer de plaat opende: het is ochtend, de dag is nog helder, maar straks niet meer. Ik ken dat gevoel erg goed: je rijdt ’s morgens uit de garage, het is een mooie dag en alles valt wel mee, denk je. Tot je honderd kilometer verder in een gietende regenbui terechtkomt."
"Ik kom altijd wel op mijn pootjes terecht ja, maar die onderliggende grondstroom is er ook altijd wel: er loopt altijd wel een bizarre soundtrack mee. Maar ça va; het gaat wel goed."