Enkele jaren lang was Dead Souls de beste covergroep ter wereld. (Zonder overdrijven: lees maar ons verslag van hun afscheidsconcert). Uiteindelijk jeukt het bij muzikanten pur sang echter nog altijd te veel om zich constant met andermans werk bezig te houden en schreef de groep dan toch wat eigen nummers. Het resultaat is Cognac & Coffee, een puike debuutplaat waarop de groep ook andere invloeden aan het woord laat, zo vertellen zanger Flip Van Canegem en drummer Bernard Van Hecke.
enola: Jullie hadden het wel gehad om dag in dag uit Joy Division-nummers te spelen?
Van Canegem: "Het was in elk geval mooi geweest. We zijn bijna langer dan Joy Division bezig geweest en hebben in heel veel mooie zalen kunnen spelen. Eigenlijk zijn we op ons hoogtepunt gestopt: we hadden er nog wel wat jaartjes bij kunnen doen, maar dan dreigden we een karikatuur te worden. We waren er toch wel vrij eensgezind over dat we het gehad hadden. We wilden ook niet zo’n copyband zijn zoals er in Engeland bestaan."
Van Hecke: "Ik ben er vooral trots op dat mensen doorhadden dat wij dat deden uit liefde voor die muziek en niets anders. Ik blijf benadrukken dat het een uit de hand gelopen grap was: we zochten gewoon een excuus om met vier kameraden samen te spelen. Daar is nooit over nagedacht, er was geen strijdplan; het was pure fun. We zijn geen Joy Division-fanclub. De overstap naar eigen nummers is voor mij heel logisch: uiteindelijk waren die covers niets meer dan een manier om wat los te spelen en mekaar te leren kennen. Ik denk dat de meeste andere groepen omgekeerd beginnen: eerst drie jaar shit maken om dan in wat betere omstandigheden te kunnen opnemen. Wij hebben de luxe gehad om héél veel live te mogen spelen, zodat we ons vak onder de knie kregen. Nu hebben we het zelfvertrouwen om het beste van onszelf te geven en ideeën in de groep te durven smijten. Vergelijk het met een relatie: je kunt moeilijke onderwerpen niet aansnijden in de eerste zes maanden, dat gaat beter na een jaar of vier. Nu zijn de rollen in de groep gedefinieerd."
enola: Jullie hebben drie jaar lang de muziek van Joy Division geademd. Hoe moeilijk is het om daar van los te komen als je eigen nummers begint te schrijven?
Van Canegem: "Ik vond dat moeilijk. Het was verdomme zo fijn om die nummers te spelen. En plots moesten we veel meer gaan praten over alles."
Van Hecke: "’Helemaal niet’, ging ik dus zeggen. Hoe je het draait of keert, het blijven vijftien liedjes en na een tijdje heb je dat ook gehad. Ik heb het dus geen moment gemist: uiteindelijk bleef ons basisgeluid wel hetzelfde. De partner bleef hetzelfde, alleen de seks werd anders."
"We hadden ook de regel in het repetitiehok dat als er iemand een Joy Division-nummer durfde te beginnen, hij een fles champagne moest betalen. Dat blijft immers een gemakkelijke uitweg bij een conflict: "Kom, we spelen een Joy Division-nummerke."
Van Canegem: "Niemand durfde dat, want we zitten allemaal krap bij kas. (lacht) Het is niet gebeurd en bij momenten hebben we dat krampachtig ontweken. Als zanger kon ik helaas ook geen Joy Division-nummer inzetten, maar als ik een instrument had gespeeld had ik dat wel vaker gedaan, denk ik."
"Als zanger was het niet gemakkelijk om vocaal van Ian Curtis los te komen. Eigenlijk ben ik een drummer, maar Bernard is beter dan ik, dus ben ik in Dead Souls voor het eerst beginnen te zingen. Dat werkte, vooral omdat ik mezelf in die nummers kon verliezen. Mijn stem blijkt zich er ook toe te lenen, maar daardoor weet ik nog altijd niet wat nu eigenlijk mijn zangstem is. Toen we in het begin nummers maakten greep ik dan ook heel fel terug naar wat ik al kende; dat diepe geluid van Ian Curtis. Dan kreeg ik al snel Bernard over me heen die me met aandrang verzocht om gewoon te zingen zonder die trekjes. De groep prikkelde me om mijn geluid wat te gaan verruimen, iets wat op deze plaat voor een deel gelukt is maar nog veel meer moet veranderen."
enola: Was er meteen een duidelijke rolverdeling? De songs op Cognac & Coffee zijn grotendeels door Flip en gitarist Yves Lambeens geschreven?
Van Hecke: "Zo werkt het niet bij ons. Het was zoeken hoe we moesten beginnen, maar we hadden het geluk dat Flip en Yves al heel lang samen spelen als Zen For Birds en daarvan inderdaad flarden en ideeën meebrachten."
Van Canegem: "Afgewerkte nummers … (lacht) Voor ons, maar niet voor hem."
Van Hecke: "Doordat zij ons die basis aanreikten, hadden we meteen vier of vijf nummers. Dat was goed voor het zelfvertrouwen en daarna hebben we langzamerhand een natuurlijke manier van werken gevonden. Maar het blijft moeilijk want we zijn geen songschrijversgroep. Ik zou het soms wel willen, want dat is een heel praktische manier van werken: iemand draagt een afgewerkte song aan en de muzikanten mogen het dan naar goeddunken inkleuren. Wij zijn echt een groep-groep: er is geen systeem, iedereen draagt iéts essentieels bij aan het geheel."
Van Canegem: "Wat ons bindt is dat we allemaal op een obsessieve manier met muziek bezig zijn: we zijn niet gespecialiseerd in één genre, onze collecties zijn zeer ruim en de invloeden daaruit zijn dus ook heel divers. Op deze plaat valt me vooral op dat het eigenlijk altijd min of meer drones zijn waar we liedjes bij spelen."
enola: Zijn jullie tevreden met de plaat?
Van Hecke: "Ja, binnen het kader van onze evolutie. Ik vind onze muziek heel leuk en anders: er komt heel veel uit, maar dit is geen genreoefening, het is iets anders. Wat de opnames betreft was het een leerproces. We hebben de plaat heel gefragmenteerd opgenomen: niet iedereen had op hetzelfde moment tijd en dus is er over een heel lange tijd opgenomen. Onze bassist was tijdens de opnames bijvoorbeeld op reis en heeft zijn stukken ingespeeld voor hij vertrok. Als je zo werkt, evolueren de songs ook tijdens dat proces. Je inzichten worden anders; een nummer dat je vier maanden geleden opgenomen hebt ga je plots helemaal anders bekijken. Dat is plezant, maar ook niet ideaal: we zijn blijven sleutelen aan de nummers, er nieuwe partijen blijven aan toevoegen. Het was soms een lange lijdensweg."
enola: Wat opvalt is de keuze om het geluid zo dynamisch mogelijk te houden, zonder overdreven compressie (een proces waarbij pieken en dalen in de muziek worden afgevlakt en alles heel luid maar daardoor ook wat plat klinkt, mvs). Dat is bijna een statement in deze tijden.
Van Hecke: "Die mastering was het moeilijkste moment voor ons. Je kunt alles laten knallen door hard te gaan comprimeren, maar dat is een gemakkelijk trucje. We maken geen heavy rock, hardcore of hiphop — een genre dat om die compressie vraagt — en het moest niet zo in your face zijn als onze liveoptredens, waar we wél op energie spelen. De plaat is iets rustiger uitgevallen, meer luistermuziek, en dat wilden we ook in het geluid reflecteren. Het mocht ook niet klinken als Amerikaanse rock, waarin alles plat wordt gecomprimeerd, maar op een ouderwetse stereo met goeie boxen heb je een heel mooi geluid. Alles klinkt heel naturel met heel veel verschillen tussen de instrumenten."
enola: Is het nooit een optie geweest om het geluid van jullie liveoptredens te proberen vatten?
Van Hecke: "Dat gaat niet. Gààt. Niet. Je moet het dan ook niet proberen om dat kunstmatig op te pompen."
enola: Je kreeg Flip in de studio niet zo opgenaaid?
Van Canegem: "Dat was het probleem niet. Integendeel: in het begin trok ik altijd naar de studio met het idee om er dé performance van mijn leven te geven, maar ik ben gaandeweg tot het besef gekomen dat het op plaat beter is als ik wat mooier probeer te zingen, met minder nadruk op die energie. We hebben het live in de studio opnemen ook al snel verlaten: enkel "Trying & Crying" is van die eerste sessies overgebleven, daarna zijn we de instrumenten apart gaan opnemen. Het is ook onzin om alles in één keer op te nemen: dan kun je beter een echt optreden opnemen en zo uitbrengen. Een plaat màg wel degelijk anders klinken dan je optredens."
Van Hecke: "In een studio heb je een andere instelling: je wil iets maken waar mensen in hun zetel naar luisteren. Ik ben eigenlijk een punker, ik zie heel graag heavy groepen en verwacht live intensiteit. Maar zulke platen zet je thuis niet op: daar wil je naar fijne, frisse muziek luisteren. Als een nummer als "Six Feet Under" dus werkt met enkel een akoestisch gitaartje en een drum, dan is dat goed voor mij. Live wordt het echter wel iets anders."
enola: Lukt het je om met die eigen nummers dezelfde intensiteit op te wekken waarvoor jullie bekend stonden?
Van Canegem: "Daar was ik aanvankelijk bang voor, maar na een paar try-outs vorig jaar merkte ik dat ik me ook in onze eigen nummers kan verliezen. Voor mij hebben ze dezelfde intensiteit op het podium als die Joy Division-nummers. Dat is de maatstaf: een nummer is goed als ik er mezelf in kan verliezen; dat de wereld rondom me even stilstaat en ik de realiteit overstijg."
Van Hecke: "Ik had hetzelfde bij die concerten: ik voelde hoe ik bij het spelen tot leven kwam. Ik was ervan uitgegaan dat het nooit zo heavy en intens ging worden, maar ik begon me echt te amuseren. Toen pas heb ik voor het eerst Joy Division met een gerust hart achter me kunnen laten, omdat ik besefte dat het gevoelsmatig hetzelfde was. Dit is in se niets anders: de goeie dingen zijn er nog altijd."
enola: Yves zingt nu ook. Een bevrijding of een moeilijk delen van de spots, Flip?
Van Canegem: "Beide. Het is zeker een bevrijding omdat ik vind dat Yves enorm sexy en cool zingt. Ik denk dat als je veertig minuten lang alleen maar mij krijgt, je er wel genoeg van hebt. Soms krijg ik schrik van mezelf omdat het té is. Yves kan daar een andere sfeer naast plaatsen. Ik vind het ook niet erg om die spots te delen, maar ik ben wel de zanger van de groep: ik wil niét vastgekluisterd worden aan mijn keyboard. Laat dat duidelijk wezen voor de andere groepsleden (lacht). Ik vind het zo fijn om te zingen: je moet die woorden produceren, maar daarnaast kun je je ding doen. als drummer zit je altijd vast aan je drum op je stoeltje. Als zanger heb je meer vrijheid."
"Yves en ik voelen elkaar ook goed aan op dat vlak. Een mooi moment in de studio was toen we "Zen For Birds" opnamen, een nummer over een bezoek aan een stervend familielid. Ik was erg tevreden over die tekst en Yves haalde er bij wijze van backing vocals "Postcards, you don’t send them anymore" uit. Straf, want als er één ding was dat die vrouw kenmerkte, was dat ze bij elke mogelijke gelegenheid vol zorg en liefde een kaart zond. Dat wist hij niet, maar toch haalde hij zonder nadenken die zin eruit. De eerste keer dat ik het hoorde stond ik half te janken."
enola: De plaat heet Cognac & Coffee; een bijzondere combinatie?
Van Canegem: "Toch voor ons. Als wij uitgaan eindigt de avond meestal rond vier of vijf uur in de Oase op de Oude Markt in Leuven met een cognac en een koffie, het moment waarop het in de zomer al wat licht begint te worden. Als we daar zitten weet je: of we drinken één cognac met een koffie en dan gaan we naar huis, ofwel vliegen we in de cognac en de koffie: dan wordt het pas interessant en ontspoort het meestal. Dat is ook de sfeer van de plaat, dat moment op een terrasje ’s ochtends vroeg en niet weten waar het naartoe gaat: wordt het cognac of koffie of beide? Het weerspiegelt dat gevoel toen we besloten eigen nummers te schrijven: we wisten dat we met ons vieren op het terras cognac en koffie zaten te drinken, maar waar het heenging, daar hadden we het raden naar."
Dead Souls stelt Cognac & Coffee voor op 7 maart in STUK in Leuven.