Voor Diggers van: Pinbacks oudere werk.
Er zijn van die bands die bij een nieuwe release rechtstreeks
doorgaan naar de eindejaarslijstjes. Sinds ‘Blue Screen Life’ uit
2001 verwonderd het niemand meer dat Pinback daar een van is. Met
hun unieke afgepolijste sound wisten Armistead Burwell Smith IV en
Rob Crow menig muziekliefhebber te verrassen en zelfs zonder
zichzelf daar voor te hoeven heruitvinden, leverden ze samen al een
hele resem meesterwerkjes af. Na 3 jaar relatieve stilte (afgezien
van enkele mp3-releases) zijn ze nu terug met een nieuw album, en
zowaar, de simplistische layout van de vorige twee platen heeft
plaats geruimd voor een metal-hoes. Maar laat dat u vooral niet
afschrikken: ‘Autumn of the Seraphs’ heeft nog steeds die unieke
Pinback-sound waar menig muziekliefhebber in het verleden al coup
de foudres voor kreeg. Dan kopen we toch beter de vorige cd’s? Best
niet. Want ‘Autumn of the Seraphs’ mag dan, in tegenstelling tot
wat de hoes doet vermoeden, geen metal-plaat geworden zijn, de
heren van Pinback zijn er toch iets harder tegenaan gegaan dan op
wat we in het verleden al te horen kregen.
‘Autumn of the Seraphs’ begint stevig met ‘From Nothing to Nowhere’
een typisch Pinback-nummer dat met zijn aan The Cure refererende
gitaarlijntjes en geheel eigenzinnige basriedels volledig in de
lijn ligt van hun eerder werk. Ook in ‘Barnes’ staan Pinbacks
eigenzinnige baslijntjes centraal. In ‘Good to Sea’ wordt een
versnelling teruggeschakeld, echter zonder hierdoor stapvoets
verder te gaan. De loepzuivere drumcomputer, gecombineerd met het
typische Pinbackgitaargeluid voelen ook hier niet nieuw aan, en dat
is een constante die over het hele album wordt doorgetrokken.
Ondanks de lange pauze tussen dit nieuwe album en hun vorige worp
heeft Pinback niet zozeer gesleuteld aan een nieuw geluid. ‘Autumn
of the Seraphs’ staat nog altijd vol met nummers waarbij de
gelaagdheid en zuiverheid van het gitaar- en basgeluid naar de
perfectie neigen. Voorbeelden? ‘Walters’, ‘Subbing for Eden’ en het
prachtige ‘Devil You Know’, waar de heren ook heel even de
distortionpedaaltjes durven bovenhalen, al blijven die ook hier
gecontroleerd klinken en trekken ze het subtiele gitaarwerk nooit
de dieperik in.
Bij de intro van ‘Blue Harvest’ bekroop ons even de angst dat Sting
op de een of andere manier de Pinback-studios was binnengeglipt,
maar dan gelukkig net op tijd weer vriendelijk de deur werd
gewezen. Gezien ‘Autumn of the Seraphs’ weinig nieuws brengt ,
lijkt de Pinback-formule tegen ‘Torch’ een beetje sleet te
vertonen. Maar dan is daar toch weer het heerlijke ‘Bouquet’,
waardoor het nogmaals duidelijk wordt dat Pinback in wezen helemaal
niks nieuws uit de botten moet schudden om goed te zijn.
Afsluiter ‘Of by 50’ opent met een dreigende drum en een gitaarrif
zoals je die niet meteen van Pinback verwacht. Hoewel de piano en
de unieke stemgeluiden het nummer een onmiskenbaar Pinback-etiketje
bezorgen blijft een dreiging voelbaar die bij momenten wel eens
doet denken aan Mercury Rev, die andere eigenzinnige band die ten
tijde van Pinbacks ‘Blue Screen Life’ de Arriba-lijsten
teisterde.
Door zijn weinig vernieuwende klank is ‘Autumns of the Seraphs’
uiteindelijk niet het meesterwerk geworden waar velen onder ons
heimelijk op zaten te wachten. Pinback slaagt er nog steeds in
boven de massa uit te steken door hun bij momenten afgelikt geluid
en perfecte gelaagdheid maar dat is dan ook zowat het enige waar we
nooit commentaar op zouden durven geven. De songs kunnen zeker niet
allemaal tippen aan wat de heren op hun vorige twee albums
neergezet hebben, maar liggen er langs de andere kant wel steeds in
het verlengde van. ‘Autumn of the Seraphs’ wordt volledig gedragen
door de sound, maar zou voor de echte Pinback-fans wel eens kunnen
tegenvallen.
http://www.myspace.com/pinback