De laatste tijd kan je er moeilijk naast kijken: Flip Kowlier
staat weer zodanig in de belangstelling dat het lijkt alsof de
evenaar door zijn achterste loopt. De Man van 31, de
derde plaat van de West-Vlaming, ligt sinds deze week in de rekken
en de promocampagne draait al op volle toeren. Hoog tijd voor enola
om Kowlier aan de tand te voelen over de stand van zaken. We konden
hem even strikken voor de cd-voorstelling op Feest in het Park.
enola: ‘De Man van 31’, de titel zegt het al een beetje zelf en
de vele hints in de teksten doen het ergste vermoeden: is Flip
Kowlier eindelijk volwassen geworden?
Thoh, ik heb eigenlijk het gevoel dat ik al heel lang
volwassen ben. Dat is volgens mij typisch, als twaalfjarige denk je
ook dat je volwassen bent. Daar ging ik toch van uit, dus ik heb
niet echt het gevoel dat het nu pas gebeurd is en het daarvoor nog
niet zo was. Langs de andere kant voel ik mij minstens nog zo kinds
als toen. Het is niet omdat je de kaap van 30 gepasseerd bent dat
je je daarom meteen oud moet voelen en ik zit nu ook wel in het
soort branche waar het toch altijd een beetje vakantie is. Dat
volwassen zijn valt dus allemaal wel nog mee.
enola: Welke rol heeft die 30 dan wel gespeeld bij het maken
van de nieuwe plaat, die dan blijkbaar nog een jaar te laat kwam
ook?
Welja, het speelde al langer in mijn hoofd om bij mijn volgende
plaat iets te doen met die dertig. Niet omdat die dertig nu zo’n
grote mijlpaal in mijn leven is, maar eerder een beetje als een
stand van zaken. Die 31, ja, sommige mensen zijn altijd wat later,
maar dat vind ik uiteindelijk niet zo erg. Had ik deze plaat vorig
jaar gemaakt, dan was ze waarschijnlijk ook niet geworden wat ze nu
is.
enola: Op de Nachten van de Jukte hoorden we je nog luidop
afvragen of je eigenlijk wel nog bekend was na die drie jaar. Ben
je daar echt mee bezig, of moeten we daar niet te zwaar aan
tillen?
Daar was dat eigenlijk wel een beetje bedoeld om te lachen, maar
langs de andere kant vraag ik me dat toch soms wel af. Ik ben dit
jaar 10 jaar professioneel bezig met muziek en alles is tot nu toe
altijd redelijk goed gegaan. Maar uiteindelijk is dat toch wel iets
vreemds en af en toe bedenk je toch wel dat zo’n dingen allemaal
een beetje vergankelijk zijn. De mensen moeten toch maar telkens
opnieuw zin hebben om te komen luisteren. Bij zo’n nieuwe plaat
stel je jezelf dan wel eens de vraag, “Zal het nog wel lukken deze
keer?”. De mensen moeten het uiteindelijk wel weer willen en je
hebt dat succes ook wel nodig om een plaat te kunnen
uitbrengen.
enola: De Milow-achtige hypes zijn dus niet echt aan jou
besteed?
Nee, niet echt. Grotendeels omdat ik ook al een beetje over die
fase heen ben. Je kunt dat volgens mij ook alleen maar hebben
wanneer je begint door te breken. Ik had toen ook wel dat gevoel
dat die aandacht plots allemaal op mij gericht was, maar je weet
ook dat het slechts even duurt en dan weer verdwijnt. Het is veel
belangrijker om na de hype verder te doen. Als je het enkel om de
hype doet, dan ben je daarna ook niks meer. Voor mij blijft de
muziek toch altijd primeren.
enola: Op ‘De man van 31′ worden toch ook weer wat
maatschappelijke thema’s aangeraakt, maar echt serieus klinken ‘El
Mundio Kapotio’ en ‘Ilse Zegt’ nu ook weer niet. Hoe sterk ben je
met zo’n themas bezig?
Ik kan de wereld niet veranderen met mijn muziek, ik ben mij daar
heel goed bewust van en dat is ook helemaal niet mijn bedoeling.
Maar ik heb wel zoiets van “iedereen is daarover bezig, ik kan daar
eigenlijk ook wel eens iets over zeggen”. Maar ik ben dus geen
voortrekker van een of ander milieuorganisatie. Ik ben niet gemaakt
om echt te gaan strijden voor het goede. Ik geloof er zelf wel in
en ik wil ook wel mijn steentje bijdragen en mensen helpen, maar om
zelf een voortrekkersrol te gaan spelen, dat is niet echt iets voor
mij.
enola: Is je bekendheid dan geen handig middel om de mensen er
soms wat op attent te maken?
Het is natuurlijk wel zo dat wanneer je bekend bent en je zegt daar
iets over, dat er meer mensen je gehoord zullen hebben. Maar ik zie
het niet als mijn plicht om dat te doen enkel omdat ik bekend
ben.
enola: Muziek maken in de eigen spreektaal, het bestaat al
langer, maar de boom is er toch pas gekomen na ‘Ocharme Ik’. Ben je
daar trots op of relativeer je dat nogal?
Ik relativeer mijn rol daarin. Uiteindelijk weet je zoiets ook niet
van te voren. Misschien had mijn muziek inderdaad wel een invloed,
maar voor hetzelfde geld had iemand anders het wel in mijn plaats
gedaan. Het doet natuurlijk wel plezier als zo’n groepen mij in
interviews vermelden omdat ze door wat ik deed het idee kregen dat
ze dat eigenlijk ook wel zouden kunnen. Zoiets heeft waarschijnlijk
ook meer te maken met een periode dan met een persoon.
enola: Volg je die muziek ook een beetje?
De meeste dingen heb ik inderdaad wel al gehoord en het
interesseert mij wel. Bijvoorbeeld Gèsman hoor ik wel heel
graag.
enola: En interesseert je dat als concurrentie of uit
liefhebberij?
Echt bedreigd voel ik mij door zo’n groepen uiteindelijk niet, maar
het houdt je misschien wel wat scherp omdat je weet dat er altijd
mensen klaar staan om de rol over te nemen als jij ze lost. Er
wordt altijd vernieuwd en ik besef wel dat het plots kan gedaan
zijn, dus het houdt mij wel alert. Maar echt als een bedreiging
beschouw ik het niet.
enola: Heb je in het algemeen nog veel tijd om andere nieuwe
muziek te beluisteren?
Tijd is eigenlijk geen probleem, het interesseert me eigenlijk niet
genoeg. Als ik iets hoor dat ik goed vind dan koop ik het wel, maar
ik ga er zelf niet naar op zoek. Dat is trouwens iets dat ik nooit
echt heb gedaan. Ik heb me altijd al laten beïnvloeden door mensen
rondom mij die veel meer op die manier met muziek bezig zijn,
gaande van mijn familie tot vrienden enzo. Zelf ben ik altijd veel
meer met mijn gitaar en mijn eigen muziek bezig geweest.
Laat ons hopen dat je dat nog heel lang kan blijven doen en
bedankt voor het gesprek!