Een groep die als hoogste doel heeft de gulden middenweg tussen Jacques Dutronc en The Kinks te vinden, weet met zijn bio natuurlijk meteen de nieuwsgierigheid te prikkelen. Tel daar nog eens een afbeelding met vier knappe rock chicks op het hoesje en de albumtitel French Kiss bij, en het plaatje van The Dadds heeft hetzelfde onweerstaanbare effect als een versgebakken broodje.
Een band die het lef heeft om grote voorbeelden in zijn promotekst op te nemen, kan maar beter met kwaliteit voor de dag komen. The Kinks staat nu eenmaal bekend als een onverwoestbare hitfabriek, en Jacques Dutroncs’ unieke mengeling van liefde voor het Franse chanson en goede feeling voor pittige, tijdsgebonden pop is haast even legendarisch. Bovendien gaat het om twee uitersten, waardoor er slechts twee scenario’s voor een dergelijke stunt mogelijk lijken: ofwel lukt het, ofwel mislukt het.
Met "Oh Miranda" spat er in ieder geval al meteen een eerste luchtbel uit elkaar: in plaats van vier sletjes krijgt u immers vijf lelijke kerels te horen, wat van het hoesje wel een heel bizar statement maakt. Het nummer bevat echter wel een motherfucker van een openingsriff, en voordat je het goed en wel beseft, heeft het opperhoofd François Truffer in goed verstaanbaar Frans een kortstondige romance met een Italiaanse schoonheid in een zonovergoten bloemenrivièra bezongen. Een kleurrijk begin voor het plaatje.
Met "Je Vais Te Manquer" zet de groep zijn verhaal op The Who-achtige wijze verder, terwijl er met het orgeltje in "Ma Poule Aux Yeux D’Or" psychedelische herinneringen aan de jaren zestig naar boven drijven. Het instant hitgevoel gaat daarbij zeker in de richting van The Kinks, terwijl het eigenlijke geluid regelmatig naar Dutroncs’ flowerpowerplaten neigt. Daar houdt de vergelijking echter wel op, want waar Dutronc er tot op de dag van vandaag in is geslaagd om met de moderne popmuziek mee te evolueren, beperkt The Dadds zich met French Kiss tot het tijdperk van de jaren zestig. Misschien een nog uit te werken idee voor een volgende plaat?
Dat een groep iets te enthousiast met zijn referenties in het rond zwiert, hoeft echter nog niet te betekenen dat er geen plezier aan te beleven valt. De fantasierijke teksten gaan immers regelmatig Dionysosgewijs over in het franglais, maar vooral wanneer Truffer à la façon de Benoit Poelvoorde ("The Brèdge Over The Rèvèr Kwè") uiterst hard zijn best doet om in een soort Engels met Amerikaans accent te kwelen, is het lachen geblazen. En laat dat nu het soort charme zijn dat in combinatie met nostalgische beatmuziek perfect kan werken.
Op het onnodige instrumentale slotnummer "The Clouds Have Groovy Faces" na steekt het plaatje bijgevolg redelijk goed in elkaar. Een perfecte plaat kan men van een eerste album uiteraard nog niet verwachten, maar met French Kiss hebben The Dadds toch al genoeg pijlen op hun boog om bescheiden verwachtingen voor de toekomst te scheppen. Wij verkeren intussen in blijde verwachting.