Jan De Campenaere is een verschrikkelijk fijne mens: knikt ons twee jaar na een interview nog altijd vriendelijk goeiedag toe, bezoekt ongetwijfeld regelmatig zijn bomma en bedriegt zijn lief nooit. Kortom, Jan is een fijne peer.
Precies zoals ons dus. Maar waar dat voor een journalist een zegen is (toch minstens voor zijn bomma en zijn lief), is dat bij rockers eerder een tekortkoming, toch als hun platen ook zo klinken. Op de tweede van Venus In Flames is de Gert Bettens-smetvrees gelukkig verdwenen, maar nog steeds rockt alles nét iets te veel met twee woorden.
Shadowlands is volgens haar auteur "een passionele plaat". Vandaar dat er op de hoes een adrenalinemolecule figureert: "Het is een biochemisch element dat één van de heersers is van het schaduwland waar emoties worden gecontroleerd", aldus de uitleg. En toch levert Venus In Flames opnieuw een plaat af vol weliswaar mooie liedjes, die helaas net iets te beleefd blijven om dieper dan de oppervlakte te kerven.
Opener "Easy Way Out" verraadt al meteen de hand van oud-Aridleden David Du Pré en Filip Saerens die sinds Jasper Steverlincks solowandeling onderdak vonden bij labelgenoot De Campenaere. Je herkent het staccato in de strofes, de manier waarop alles plots ronder wordt in het refrein, … Misleiding troef, want hierna gaat Venus In Flames een andere richting uit.
Shadowlands klinkt nadrukkelijk meer als een groepsplaat dan Notes Of Tenderness. Er wordt wat meer gerockt, zo bijvoorbeeld in "Helping Hand" of in het erg naar Coldplay neigende "Don’t Let Me Down". Ook "Part Of You" heeft ondanks zijn fijne drive zo dicht bij iets van Chris Martin gelegen dat Gwyneth Paltrow er een beetje jaloers van werd. "Shine" is dan weer de perfecte popsingle en klinkt wat als "At Sea" van Ozark Henry. U weet wel: dat nummer dat eigenlijk meer aan de laatste Novastar deed denken en bijgevolg ook aan "Clocks" van… juist. Mogen we stellen dat we dat drammerige ritme dus al minstens een keertje te veel gehoord hebben?
Doel treft Venus In Flames in het perfect in de juist volgorde gezette trio dat de tweede helft van Shadowlands uitmaakt. "Freaks" begint met een paar majestueuze pianoakkoorden, half croonend, en het nummer bouwt mooi broeierig op. Een omslag halverwege stuurt het plots een heel andere richting uit, één waaruit de piano van "Forwards/Backwards" prachtig komt getuimeld. De groep speelt hier mooi op elkaar in. "Save Me" mag de plaat vervolgens nog eventjes redden. Gemoedelijk wiegend zoals de betere schommelstoel, een warme gloed verspreidend bij een ondergaande zon: dit is zo’n nummer dat veel goedmaakt.
Shadowlands is net iets te vriendelijk om echt te bevallen: niets stoort, en de veertig minuten in de schaduw van deze plaat zijn aangenaam verpozen. Toch liggen de invloeden er zo dik op, en blijft alles wel erg onschadelijk. Ooit had De Campenaere niet meer nodig dan een kale akoestische gitaar om een zaal in te pakken en met een hoofd vol rinkelende melodieën naar huis te zenden. Van deze tweede plaat blijft ontgoochelend weinig hangen. Het is dringend tijd voor herbronning voor Venus In Flames. Die akoestische soloplaat moet er maar eens komen, misschien herontdekt De Campenaere dan wat hem ooit die derde plaats in de Rockrally van 2000 deed verdienen.