Na Echoes From The Engine Room is het vrij snel gegaan voor Mint. De groep trok op advies van Pascal Deweze naar een studio in Richmond, Virginia, om een opvolger voor de debuutplaat op te nemen, en die ligt vandaag — nog geen twee jaar later — in de rekken van de betere platenzaak om er door u uit geplukt te worden.
Het is altijd moeilijk een tweede, bevestigende plaat te maken. Zo geniet een groep die zijn debuutplaat uitbrengt altijd het voordeel van het verrassingseffect. Dat effect ebt echter vlug weg, waarna de groep kwetsbaar achterblijft en met de verplichting wordt opgezadeld een tweede keer — en liefst nóg sterker — te overtuigen. Er zijn slechts weinig groepen die dat kunnen, en ook Mint heeft het met Magnetism moeilijk om het verrassingseffect van Echoes From The Engine Room te evenaren.
Dat wil gelukkig nog niet zeggen dat u met Magnetism weinig waar voor uw geld krijgt. Voor wie Echoes From The Engine Room wist te appreciëren, zal ook Magnetism negen kansen op tien als zoete koek smaken. De productie van de plaat is er op gericht pure pop te brengen en de songs perfect tot hun recht te laten komen, en dat is iets waar de groep met Magnetism wel in geslaagd is.
De opener "The Lake" is meteen goed om u sampleachtige pop à la Grandaddy, Sparklehorse en Eels voor te schotelen. Een trucje dat Mint u even later in "Your Shopping Lists Are Poetry" nog eens lapt. Het houdt niet op bij die referenties. De hook van "The Magnetism Of Pure Gold" doet meteen aan U2 en de melodieuze platen van de Manic Street Preachers denken, terwijl "The Winter Of 1985" gemakkelijk op The Last Broadcast van Doves had kunnen staan, en Erwin Marcisz’ kreunende zangstijl in "I’m A Traffic Light" Chris Martin alle eer aandoet.
Het voordeel van zo’n aanpak is dat je een groot potentieel publiek meteen een paar referentiepunten geeft, waardoor die doelgroep direct mee is. Het nadeel is dat een kritischer publiek door de iets te vet uitgesmeerde referenties al wat vlugger geneigd is aan het bestaan van een eigen sound te twijfelen. Echoes From The Engine Room bevatte eveneens referenties naar grote groepen, maar die lagen er toen net iets minder dik op, waardoor de groep de plaat overtuigender als een echte Mintplaat kon verkopen. Magnetism klinkt iets minder als die echte Mintplaat en iets meer als een gewone popplaat. Wij hadden in ieder geval toch liever iets minder Coldplay, Doves, U2, Grandaddy en Sparklehorse, en iets meer Mint gehoord.
Wij vinden het alvast een lovenswaardige ambitie van Mint om het lichtjes fantastische Wilco te willen evenaren. Wat Wilco echter zo goed maakt, is dat de groep erin slaagt voldoende afstand tussen zijn eigen sound en zijn voorbeelden te houden, waardoor de luisteraar nooit geneigd is aan Wilco’s sound te twijfelen. Mints Magnetism staat vol met goede songs, maar mist wel een beetje dat evenwicht tussen invloeden van buitenaf en een eigen sound.
Voor voorbeelden van hoe het anders kan hoeft Mint nochtans niet de oceaan over te steken. COEM — die andere Hasseltse popgroep die ook met Wilco dweept — heeft een sound als een huis, en heeft ook al heel wat goede songs op zijn actief. COEM’s muziek is iets moeilijker en iets minder gemakkelijk verteerbaar, maar klinkt wel altijd als COEM. Wat niet wil zeggen dat wij vinden dat Mint een totaal andere groep moet worden. Wat het wel betekent is dat wij het een spijtige zaak zouden vinden als Mint als een groep zou eindigen die je enkel en alleen voor de singles moet horen, ook al zijn het er dan tien per plaat.