Het is een droge, koude novemberdag en de eerste noten van Like Brethren weerklinken door de kamer: weemoedige muziek van een beginnend Nederlands duo dat zich volgens bepaalde buitenstaanders ergens tussen Boards of Canada en Joy Division bevindt. Dat soort uitspraken schept natuurlijk haast niet in te luiden verwachtingen.
Flugroove blijkt inderdaad lang niet zo geniaal te zijn als hun idolen, dus proberen we zo onbezoedeld mogelijk naar dit album te luisteren, alsof we die gevaarlijke vergelijking alweer vergeten zijn. En dan klinkt Flugroove als een best originele maar soms erg bombastische ontmoeting tussen postrock, new wave en elektronica.
De eerste seconden van Like Brethren klinken veelbelovend. Een dromerig en ijl melodietje verweeft zich met een ingetogen gitaar. Na enkele tellen vervoegt een aardig viooltje het gezelschap. En ook de louterende vocals zitten dit nummer als gegoten. Alsof Boom Bip de studio in is getrokken met een klassiek geschoolde muzikant. Het trucje blijft echter niet werken. Op "Antidote" horen we min of meer dezelfde ingrediënten. Alles lijkt dan ook in orde, tot de vrouwelijke vocals invallen. Die doen ons te zeer aan onze immer in zwart gehulde, geschminkte en somber kijkende gothmedemensen denken.
"Blackface" is dan weer een melting pot van rock, elektronica en klassiek die zelfs tot aan de knieën van het onvolprezen Bran Van 3000 geraakt. De zeer geslaagde vocals zitten daar zeker voor iets tussen. Op "Geschreven & Getekend" horen we stukjes uit een Nederlands tekenfilmpje. Leuk gevonden maar ook de enige en overigens ongegronde reden om deze band met Boards of Canada te vergelijken — maar daar zouden we het niet meer over hebben. De groteske viool en tenenkrullende vocals doen ons overigens weer aan met veel metaal en gespen afgewerkte plateauschoenen denken. Ook "On The Floor" zit in hetzelfde straatje, al is dit beter te verteren dan de Within Temptations van deze wereld.
"Masquerade" kan ons wel bekoren. Het desolate trompetje schept herinneringen aan nooit beleefde winterse strandvakanties. De gedeeltelijk in noiseslierten gehulde melancholische elektronica van "Karkifon" is behoorlijk straf. Angelo Badalamenti is natuurlijk nog een ander paar mouwen, maar kom: het heeft er ergens in de verte wel wat van. En ook afsluiter "My In Between Machine" is kort maar bekoorlijk.
We vinden het vreselijk jammer, maar het blijkt op dit album vooral mis te gaan als de vrouwen er zich mee komen bemoeien. Dan verliest de band zich namelijk in theatrale dikdoenerij. Voor de rest is Flugroove een van de interessantere exportproducten die de laatste jaren is komen aanwaaien van bij onze noorderburen. We zijn benieuwd naar wat de toekomst brengt.