Wat heb je eraan als je in eigen land haast even groot bent als U2,
als de wereld daarbuiten (Tsjechië, of all places, even
niet meegerekend) nauwelijks weet heeft van je bestaan? Niet
bijster veel. Om maar te zeggen: het is niet omdat Oostende enkele
weken geleden kwam winnen in Anderlecht, dat men in heel Europa nu
siddert ende beeft voor de bescheiden kustploeg.
Dat gerechtigheid vaak zoek is in de muziek, weten we allang. We
gaan hier dan ook geen lijstje aanleggen met bands en soloartiesten
die ten onrechte over het hoofd worden gezien door de grote massa.
Dat wil echter niet zeggen dat we onze vinger niet kruisen wanneer
één van die bands weer maar eens met een fonkelnieuwe plaat een
gooi doet naar de eeuwige roem. Neem nu The Frames, in Ierland even
graag gezien (en haast even succesvol) als Bono and His Rockets,
die mogen na vijftien jaar zwoegen en zweten en (excusez le
mot) prediken voor lege kerken, eindelijk wel eens loon naar
werken krijgen. Gelukkig zijn er voor bands als The Frames nog
platenlabels voor wie geduld en ruimdenkendheid geen ijdele
begrippen zijn, meer zelfs: die groepen de nodige ruimte willen
geven om hun ding te laten doen, zonder dat dat meteen grote winst
oplevert. Epitaph is zo’n witte raaf, die via ‘bijhuis’ Anti ook
acts releast als Joe Henry, The Locust en The Frames.
Dat Ieren koppig kunnen zijn, dat werd reeds ten overvloede bewezen
door ene Van Morrisson. Ook The Frames houden het been stijf wat
hun muzikale koers betreft. Als een strenge vader die zoon- of
dochterlief steeds weer dezelfde spijzen opdringt tot ze vanzelf
zeggen “Mmm, dat was lekker”, zo ook serveren ook Glen Hansard en
band meer van hetgeen de muzikale fijnproever al kent sinds ‘For
the Birds’ (2001) of ‘Dance the Devil’ (1999): stevige, in folkrock
ondergedompelde gitaarmuziek. The Frames zijn, hoe kan het bijna
anders in een land met zo’n pubtraditie, een groep die vooral
gemaakt is om op een podium te staan. Dat hoor je meteen aan ‘Burn
the Maps’, een plaat waarop niet wordt gestruikeld over een
onzuivere noot meer of minder, maar bulkt van de songs waarin het
heilig vuur brandt. Dé attractiepolen van The Frames zijn
ongetwijfeld zanger-gitarist Glen Hansard en violist Colm
MacConlomaire, die om beurten hengelen naar de aandacht van de
luisteraar.
‘Burn the Maps’ kent een droomstart: het ongelooflijk catchy
‘Happy’ is zondermeer geschikt radiovoer, het perfecte lokkertje.
Maar waar Hansard zijn stembanden nog enigszins zachtaardig
bejegent in de openingssong, in nummer twee, het schitterende
‘Finally’, trekt hij zijn scheur wagenwijd open en komt hij bij
momenten aardig in de buurt van Greg Dulli ten tijde van de Afghan
Whigs. Qua bezieling is dit trouwens een naam die me tijdens het
beluisteren van ‘Burn the Maps’ nog meer te binnen schoot. Wat
muzikale invloeden betreft, putten ze uit de rijke (rock)tradities
langs weerszijden van de Grote Plas: zo komen Smashing Pumpkins,
Snow Patrol, dEUS en Radiohead af en toe even piepen, en doen de
afwisselend luide en zachtere stukken evenzeer aan Pixies denken
als aan Mogwai. Anderzijds… hier en daar hebben we een heus
Live-moment gespot, en dat spreekt dan weer niet meteen in hun
voordeel…
Een meesterwerk is ‘Burn the Maps’ niet geworden. Daarvoor is in
sommige (flarden van) songs de balans een beetje te zeer uit
evenwicht. Bovendien duurt de plaat misschien net iets te lang om
erin te slagen onze aandacht vast te houden. Maar ach, dat neemt
allemaal niet weg dat er behalve de twee songs die de plaat mogen
openen, er nog een hele reeks songs op staan die het verdienen
onverwijld ingekaderd te worden, zoals ‘Ship Caught the Bay’,
‘Dream Awake’, ‘Sideways Down’, ‘Underglass’ en ‘Trying’. Wordt
(hopelijk) vervolgd op een podium near you, want dat is
deze plaat in de eerste plaats: een uitnodiging om The Frames een
keer live te beleven…