Interpol’s debuut passeerde twee jaar geleden in eerste instantie wat onopgemerkt in enkele eindejaarslijstjes, maar opgewonden stemmen in wandelgangen allerhande zorgde dat het een van de best verkochte debuten van de laatste jaren werd. Intussen wordt veel verwacht van opvolger Antics. Tussen ons gezegd en gezwegen: hun debuut verdiende de mediahype meer dan deze nieuwe, ook al is het zeker geen slecht album.
Interpol bezorgde ons twee jaar geleden met hun debuut Turn On The Bright Lights een fantastische soundtrack bij de late uurtjes. Een CD vol grandeur, melancholie, snerpende gitaren en hypnotiserende melodieën. Ook nu nog mag deze muziek graag onze trommelvliezen beroeren en er werd met andere woorden enigszins reikhalzend naar de opvolger uitgekeken.
Net als bij het debuut liepen we bij de eerste beluistering niet bepaald over van het enthousiasme. En net als toen werd dat enthousiasme na tien verdere beluisteringen wel wat groter.
Antics klinkt op het eerste gehoor een stuk rechtlijniger: zowat alle nummers drijven op een scherp, repetitief gitaarriedeltje met een zware bas eronder en Banks’ klagerige zang erover. Dit levert straffe songs op als "Evil", "Slow Hands" en "A Time to be Small", maar "C’Mere", "Length of Love" en "Public Pervert" klinken dan weer erg inwisselbaar.
Antics begint echter vrij veelbelovend met "Next Exit" dat gedragen wordt door een kitscherig eighties-synthesizertje, en waar langzaamaan meer en meer in gebeurt. Meer keyboards, gracieuze gitaarhalen, alle mogelijke percussie en Paul Banks lijkt midden in de nacht opgestaan om het even in te zingen. "Next Exit" is het soort nummer dat geïnspireerde cineasten wel eens over de aftiteling gooien en waarvoor uw dienaar dan graag even blijft zitten.
"Evil" volgt: vintage Interpol en een nummer waarmee ze bewijzen hun inspiratiebronnen te kunnen overstijgen als de stukjes op hun plaats vallen. Die stukjes vallen er in de tweede helft van Antics echter net iets te vaak langs, waardoor de gitaarriedeltjes opeens irritant monotoon worden, Banks zijn gezaag ons de strot uitkomt en de bij wijlen onnozele teksten ronduit debiel worden.
De helft van Antics is uw geld best waard, over de andere helft zijn we nog niet zeker. Zelfs na tien beluisteringen blijven steeds dezelfde nummers fantastisch en blijven dezelfde andere steken in een leuk gitaartje waar ze domweg vergeten iets meer mee te doen. Het ska-ritme in "Narc" wist ons bij de tiende beluistering dan uiteindelijk toch te overtuigen, dus alle hoop is nog niet verloren.
De Goddeau-score voor Antics is momenteel zes op tien. Misschien geraken we tegen het einde van het jaar tot zeven (we twijfelen nog over "Not even Jail"), maar de drie stinkers stinken tot nu toe spijtig genoeg net iets te hard om van de verwachte doorbraakplaat te spreken. U mag intussen wel in rotten van drie naar de platenzaak om u Turn on the Bright Lights aan te schaffen. En geef Antics dan ook een kans onder de koptelefoon. Wij hopen intussen dat we Interpol mits enkele extra draaibeurten toch nog in ons eindejaarslijstje krijgen.